Gambia

Pionieren in Gambia
 
Door Tom Sintobin
 
Het minste dat je kunt schrijven over het zeevissen in Gambia, is dat het een enerverende aangelegenheid is. Zowat alles wat daar zwemt, is op z’n minst bijzonder van uiterlijk en voorzien van stevige tanden.
 
Gambia ligt als een wig midden in Senegal en is kleiner dan Vlaanderen. Voor de Engelsen was de Gambia-rivier van wezenlijk belang bij de ‘roof’ van goederen en delfstoffen uit Afrika en dus legden zij in de benedenloop van deze rivier maar beslag op de beide oevers. De voormalige kolonie heeft een kustlijn van zo’n 60 kilometer lang. Het ‘resort’ van Stala Adventures ligt in Kartong, tegen de zuidelijke grens met Senegal aan en ligt midden in de natuur op de oevers van de rivier Halahin.
   
 “Prachtige locatie”

De eerste vogel die ik er zag, was een monnikskapgier. Hij zat rustig op de loer op de takken van een van de baobabs bij de huisjes… In de loop van de week zagen we nog visarenden, -ijsvogels, reigers, pelikanen en een knalrode vogel die elke morgen uit volle borst zat te kwelen en volgens mijn vogelgids ‘Northern red bishop’ heette. Wie dacht dat Afrika per definitie dor is, vergist zich. In Kartong heeft men strikt genomen niks van -buitenaf nodig: geen groenten, want casava groeit er volop, geen fruit (overal staan mango- en cashewbomen) en, belangrijk voor ons, geen vis, want het stikt er gewoon van.
 
 
Ik overloop even de veelzijdige visserij aldaar. Vooreerst visten we vanaf het vlakbij gelegen strand van de Atlantische oceaan. Dat ziet er op het eerste gezicht uit zoals het strand bij ons, alleen is het er desolater, zijn de kwallen er fel paars gekleurd en de schelpen veel groter.

De eerste avond al stonden we daar tot aan de knieën in de branding en wierpen we een prachtig verwerplijntje voorzien van een stripje vis en 150 gram lood richting horizon. We moesten niet lang wachten op een aanbeet: de hengeltop boog stevig door en… toen viel alles slap. Toen we indraaiden, kregen we alleen de voorslag terug. Een richeltje, veronderstelden we. Maar toen het nog een paar keer gebeurde, vroegen we toch maar eens aan onze gids wat er aan de hand was. “Butterfish”, was al wat hij zei. “Sharp teeth!”. Zozo, die Afrikaanse vissen spotten dus met onze vernuftige Europese onderlijnen
 
De volgende montage was volledig in staal: de haaklijn én de eerste anderhalve meter voorslag, en toen waren de butterboys eindelijk de klos. Erg mooi gekleurd visje, trouwens, en een vechtjas. Ze kunnen een meter lang worden bij een gewicht van 12 kg, maar zo groot hebben we ze niet gezien. Op dat strand vingen we verder nog de nodige meervalachtige vissen en zagen we twee kleine gitaarroggen, geland aan de handlijn van onze visgids… ‘Ladyfish’, zoals men de ombervis daar noemt, ontbrak op het appel. Nochtans zaten die er wel degelijk, zo verzekerde een aldaar residerende Italiaan ons met klem, maar je moet net achter de branding en in de avondschemering vissen, dan komen de dames namelijk naar krabben zoeken. Helaas kregen we deze tip pas de allerlaatste dag… Nu, ik denk dat je in het botervisseizoen sowieso niet zoveel kans maakt op deze krachtpatsers, want de hele stalen handel moet deze zeebaarsachtige vissen beslist afschrikken. Hetzelfde geldt voor de barracuda’s en de kapiteinvissen, die ik in de netten van de lokale strandvissers zag.
 
Een tweede stek waar we ons konden uitleven, bevond zich op welgeteld tien meter van onze bedden: het strandje voor het huis. Een superstek voor wie veel soorten wil vangen. Wij vingen er op licht materiaal meervalletjes, witte karper, pijlstaartrog, de altijd verwoed kwakende ‘frogfish’en enige wrakbaarsjes.
 
“Superstek vlak bij onze bedden”
 
Gambia vorm een waar deltagebied, met op de grens van zoet en zout een wirwar van kreken en ook die hebben we verkend. Heel apart, om daar in een pirogue –de lokale, slanke houten boot- tussen de mangrovewortels te dobberen…
 
Ten slotte zijn we ook twee keer op de oceaan geweest, dicht onder de kust weliswaar, maar toch! De eerste dag gingen we voor anker boven de rotsen, waar we opnieuw meerval, botervis en tandbaars vingen. De grootste vis, een tandbaars van zo’n 3 kilogram, viel opnieuw voor de handlijn van onze gids. Vraag me niet hoe ze dat doen, maar er zitten toch écht wel supervissers bij. De tweede dag wilden we trollen in een poging om een grote vis te vangen.

Er stond zeker 5 Bft, maar wij gingen -desondanks met onze ‘kano’ op zee.
De gidsen bezwoeren ons dat er, mits een beetje teamwork (niet allemaal -tegelijk naar links overhellen bijvoorbeeld) niet het minste gevaar was, maar wij -vertrouwden het zaakje niet al te best. We zaten zo wat te kniezen in onze knaloranje reddingsvestjes, toen plots één van mijn 50 lb hengels dubbelplooide. De 18 cm Nils Master Invincible was duidelijk gepakt door groter wild!
 
 “Duidelijk gepakt door groter wild”

De dril was ronduit spectaculair: niet alleen door de ruige omstandigheden, maar ook door de enorme kracht van de vis. Na zo’n kwartier kregen we de vis langszij, en Mohammed boog voorover om hem te landen . Pas naderhand begreep ik waarom Mohammed aarzelde om de vis te grijpen: hij wist namelijk niet welke soort het hier betrof (en dus niet of die al dan niet giftig was). Intussen weet ik dat het hier vermoedelijk om een ‘shortfin pompano’ ging, en met zijn 8 kg goed voor een Belgisch record… Een kwartier later verspeelde mijn vismaat door materiaalpech een aanbeet, en omdat de golven uiteindelijk toch te bar werden, keerden we terug.
 
Pionieren
Even ten overvloede: mocht je willen gaan, pas dan goed op voor de meervallen, want die hebben drie giftige stekels. En voor de pijlstaartroggen, want die hebben er een op de staart. Een gewaarschuwd man, nietwaar…
En misschien ontmoeten wij elkaar dan op het eindeloze oceaan strand. Want ik ga zeker terug! Meer reisformatie over Gambia: www.stala-adventures.nl
 
Dit enthousiaste artikel over een weekje pionieren op een betaalbare “ver weg visbestemming” is slechts één van de weer zeer aantrekkelijke onderwerpen die aan bod komen in het zomernummer van Zeehengelsport, het enige zilte magazine voor Nederland en Vlaanderen. Dit nummer 7/8 is vanaf 26 juli 2006 voor € 3,50 te koop in de beter gesorteerde boekhandels en hengelsportspeciaalzaken. Klik hier voor meer informatie!

 

ANDEREN LAZEN OOK