Eleuthera - een droombestemming voor het ganse gezin (1)

Eleuthera - een droombestemming voor het ganse gezin (deel 1)

Door Bart Mylle

Vissen op bonefish was nog één van onze wensen en na wat onderzoek kwamen wij terecht bij het eiland Eleuthera dat tot de Bahama’s behoort. Ons verblijf en auto werden via het internet geregeld en de vluchten werden door een reisagentschap geboekt. We hadden gekozen voor één verblijfplaats zonder veel van plek naar plek te hoeven verhuizen daar het eiland vrij klein is. Het enige waar wij bezorgd over waren, in feite vrees voor hadden, was dat het eiland vol toeristen zou zitten en veel te druk zou zijn. Maar dit zouden we vlug ter plekke ondervinden.

De reis op zich verliep vrij vlot. Na een tussenlanding in Newark kwamen we aan in Fort Lauderdale waar onze bagage met de nodige hengelkokers keurig werd afgeleverd. In Fort Lauderdale hadden we twee overnachtingen geboekt om zodoende de befaamde jetlag te overwinnen en ondertussen van die tijd gebruik te maken om het IGFA-museum en een Bass Pro Shop te bezoeken

Veel affiniteit hadden we niet met deze grote stad, na enkele uren verlangden we al naar de rust en stilte die we op Eleuthera konden verwachten. Twee dagen later vertrokken we dan met een klein vliegtuigje naar de Bahamas, deze vlucht was al een avontuur op zich. De vlucht was niet volgeboekt, er waren maar 9 van de 19 plaatsen bezet. Zo kon iedereen zitten waar hij wou en van het mooie uitzicht genieten. Tijdens de trip naar Eleuthera, die maar een uurtje duurde, kon men de vele eilanden, riffen en het smaragd groene water bewonderen.


Vele eilanden, riffen en het smaragd groene water bewonderen.

Het huisje en de huurauto waren geregeld vanuit België en bij aankomst op de Bahamas zou alles klaarstaan. Na het landen en de grenscontrole stond Stanton ons op te wachten aan de uitgang van het vliegveld met de huurauto. Tot voor de aankomst op Eleuthera wisten we nog niet welk type auto we hadden gehuurd, maar tot onze grote verbazing was het een ruime oude Cherokee Jeep. Dus dit viel al mee, met dit voertuig konden we alle stekken op het eiland bereiken zonder probleem.

Na een korte uitleg van Stanton reden we richting de Duck Inn, ons vakantieverblijf, dat op een tiental minuten van het vliegveld lag. Op de weg naar het vakantiehuisje zagen we direct dat het een zeer rustig eiland was met weinig toerisme en kregen hierdoor het gevoel dat we het volledige eiland voor onszelf hadden. De Duck Inn is een zeer klein domein met twee vakantiehuisjes die uitgebaat worden door John en Kathy in Governors Harbour. Dit dorpje ligt centraal op het eiland dat ongeveer 115 km lang is en daarom ideaal is om van hieruit het eiland te verkennen.


Baai rond Governors Harbour en uitzicht vanuit het vakantiehuisje.

Bij aankomst werden we door John verwelkomt en naar ons tijdelijk onderkomen geleid. De bagage werd uitgepakt en alle hengels werden direct opgetuigd zodat we zo vlug mogelijk de omgeving konden verkennen. De eerste dag was in feite wat teleurstellend, er werden enkele bonefish en wat kleine barracuda’s gespot in de omgeving van het huisje en de tweede dag was dit al niet veel beter.

Daarom besloten we de volgende dag bij het opkomen van de zon de baai van Governors Harbour opnieuw te verkennen, niet geheel zonder succes. Kleine scholen met bonefish en meerdere kleine pijlstaartroggen werden gezien, maar nog niet gevangen. Onze ogen hadden toch enkele dagen nodig om een bonefish op enige afstand te kunnen zien, eigenlijk zie je de vis niet, maar meer de schaduw van de vis op het zand.

Open hemel en niet te veel wind maken deze zoektocht gemakkelijker. Daarom besloten we meer beschermde baaien of plaatsen op te zoeken die meer uit de wind lagen en waar de zonnestralen niet direct in ons gezicht vielen. De bedoeling was om naar het noorden van het eiland te trekken naar Current.

Volgens de kaart ligt dit dorpje op het uiteinde van het eiland en heeft alles te bieden: flats, diepe geulen en zeer diep water naast de flats. En zoals de naam van het dorpje doet vermoeden, veel stroming. Maar op de weg naar Current zagen we nog enkele potentiële stekken zoals Gregory Town met een kleine, natuurlijke haven. Van op de kademuren die 1,5 m boven de waterspiegel uitstaken, konden we gemakkelijker de vis spotten en al vlug zagen we enkele bonefish, echter achter de eerste zandbank zagen we een school van meer dan 30 bonefish.

Al vlug werd de eerste bonefish aangeworpen en na een half uurtje was de vangst van de eerste een feit. Voor mij was de kop eraf en mijn zelfvertrouwen kreeg een boost. Tegen een uur of negen werd de stek verstoord door de lokale bedrijvigheid in de haven. Tijd om te verkassen.


Eerste bonefish gevangen in haventje van Gregory Town.

Current was een ongelofelijke, idyllische plek en al vlug bleek er een grote verscheidenheid aan vis te zitten. De flats leverden het eerste uur geen vis op, maar de geulen die tussen de flats liepen zaten vol vis; bonefish, jacks, pompano’s, haaien en pijlstaartroggen van onbeschrijfelijke afmetingen. Die dag wist ik nog 5 bonefish en een jack bij te vangen. Zelfs mijn zonen wisten een bonefish te vangen.


Eerste jack aan de vlieg.


Timur met de eerste bonefish. Die betrekkelijk kleine vissen zijn sterker dan je denkt.


Eén van de mooiere bones, gevangen uit de geul.

Voor ons kon die dag niet meer stuk! Ook voor mijn  vrouw was dit super. Lege, verlaten, parelwitte of roze stranden, stoeltje, parasol en een zelf meegenomen drankje, meer moet je niet hebben. Een terrasje op het strand vind je daar eenmaal niet, maar dit werd ‘s avonds op het terras van het huisje ruimschoots goedgemaakt.

De volgende dagen werden er nog vele andere stekken bezocht en werd er hoofdzakelijk gevist met de vlieg op bonefish en de vele andere soorten die in deze kustwateren terug te vinden waren. Gedurende de eerste week waren de weersomstandigheden ook vrij goed om met de vlieg te vissen en wij waren er ons van bewust dat dit vlug kon omslaan. Verlaten stranden die alleen bereikbaar waren met de jeep en kleine haventjes waren de uitvalshoeken voor de onze visserij.


Soorten snapper of rockfisch waren vrij eenvoudig te vangen met garnaalimitaties.

De verlaten stranden zijn zeer goed aangegeven vanaf de hoofdweg, die van noord naar zuid loopt over het eiland. Verdwalen zit er niet echt in, er is maar één hoofdweg en de gemiddelde breedte van het eiland is 2 km.


Alle soorten snappers en pompano’s werden op alle plaatsen gevangen.


Maar ook een prachtige en sterke angel fish.

De eerste week was het weer meestal ideaal om op jacht naar bonefish te gaan, deze vis moet immers op zicht gevangen worden. Als je deze vis niet kunt zien heeft het ook geen enkele zin om in het wilde weg te beginnen met werpen. De tweede week was het een volledig ander scenario, veel wind, omgewoeld zand en slecht waterdoorzicht waardoor de vis moeilijk te spotten was…….

Volgende week deel 2!

ANDEREN LAZEN OOK