Een leven lang vissen

Een leven lang vissen

door Berend Masselink

Samen zijn ze 167 jaar oud. Marinus van Brummelen 85 en zijn vrouw Paulina 82. Niet ver van het Amsterdam-Rijnkanaal hebben ze op een warme middag een mooi watertje gevonden. Eén brasem heeft hij tot nu toe op de kant gekregen. Maar dat geeft niet, het is lekker weer en Marinus zit op zijn praatstoel .

                       


“Paulina kijkt toe hoe haar man zijn 2e brasem vangt”

Marinus: “Ik ben geen geweldige visser, maar ik weet ze wel altijd te vangen. Op deze plek moet je met een pluimpje vissen, want de bodem is zacht. En je lood 30 cm van de haak af. Ik heb net nog een praatje gemaakt bij die visser die daar verderop zit. Ik zei dat ie niet met maden moest vissen, want die kruipen de bodem in. Maar hij wilde niet luisteren. Een eigenwijze man.”

Waarom bijten ze niet?

Marinus: “Ja, als ik dat eens wist. Daar kom je nooit achter. Het kan de rijtijd zijn, dat het daar aan ligt. Of de hitte. Verandering van weer is altijd slecht, bestendig weer is het beste. Soms wil het met onweer ook heel goed.”

Hoe oud was je toen je met vissen begon?

Marinus: “Zeven jaar. Als ik je dat vertel! Ik had een bonenstaak met een stuk vliegertouw, een kurk en een kippenveer. Als lood een langwerpig steentje. Mijn moeder liet me maar gaan, ze zag wel wat het water voor me betekende. Ik heb toen een heel jaar gevist en slechts 1 baars gevangen. Maar van mijn vader kreeg ik op mijn donder, want ik vergat mijn karweitjes te doen. Dan gaf ie me slaag en moest ik zonder eten naar bed. Maar ja, ik moest nu eenmaal vissen… Later ging het vangen wat beter. Met ijzergaren en een plat stukje kurk met een lucifer er doorheen.”

In de oorlog ook gevist?
Marinus: “Nou en of. Het vissen is me in de oorlog geweldig te pas gekomen. Wat we vingen aten we op en wat we niet opkonden ging naar de buren. Een koelkast was er nog niet. Tegenwoordig gooit iedereen de vis terug. Alleen de brasems hou ik, die kook ik voor de kippen.”

Met wat voor materiaal vis je?
Marinus: “Ik heb hier vaste hengels van carbon. En nog een werphengeltje met een oude molen, maar wel een goede. Ik vis met 16/00 nylon. Sommigen vissen met 12/00 om de vis een kans te geven, maar ik wil de vis juist geen kans geven. Ik wil ze vangen!”

Gaat u ook altijd mee mevrouw?
Paulina: “Nou niet altijd, maar meestal wel hoor. We zijn verder maar alleen he? En zoals nu dan gaat hij wel vier keer per week, met het mooie weer. En soms als het koud is, dan leg ik een deken over mijn benen. Zelf vis ik eigenlijk niet. Ja, als hij een praatje gaat maken, dan let ik wel op de hengels. Maar ik durf ze er niet af te halen. Laatst lette ik ook op de hengels en toen hing er een brasem aan. Ik tilde hem maar boven het water en ik maar roepen naar Marinus. Maar die kon me niet horen. Ik heb er zeker 10 minuten zo gestaan. Sindsdien draag ik een scheidsrechtersfluitje, zodat hij me kan horen.”

Heb je veel materiaal om te vissen?
Marinus: “Ik heb nooit zo veel materiaal gehad. Maar wij hadden kennis aan een man die wel erg veel spullen had. Ik zei hem wel eens voor de grap dat ik me aanbevolen hield als hij het zat werd. Maar wat denk je: die man is invalide geworden en hij belde hij me tien jaar later op om maar eens langs te komen. Ik mocht alles van hem hebben! Ik wist niet wat ik zag. Zeven werphengels met molens erop, tuigen, dozen vol dobbers, een waadpak, voor duizenden guldens bij elkaar. Het enige wat ik aan hem kwijt kon was een paar flessen tafelwijn. Dat kwam weer mooi uit, want die lustte ik zelf niet.”

Hoe is het om met een visser getrouwd te zijn?
Paulina: “Als ik het allemaal geweten had, had ik me wel honderd keer bedacht!”
Marinus: “Dat meent ze niet hoor.”

Heb je ook oog voor de natuur?
Marinus: “Jazeker! Ik geniet van alles om me heen, alles is zo mooi gemaakt. Dan zie je bijvoorbeeld zo’n fuut met drie jongen op zijn rug. Daar vangen ze dan hele kleine visjes voor. En hoe groter de jongen worden, hoe groter de visjes die ze brengen. Ja, ik geniet echt. Ik heb drie keer een ijsvogel op mijn hengel gehad, prachtig. En ik geniet ook van het kleine. Zo’n bloemetje, dat bekijk ik dan door mijn vergrootglas.
Maar ik erger me ook wel eens. Aan die meerkoeten bijvoorbeeld. Vroeger zag je ze nergens, maar ik zou nu willen dat er duizenden afgeschoten werden. Ze verjagen alle waterkippen. Over tien jaar zijn alle waterkippen verdwenen. Zelfde met die aalscholvers, daar zijn er ook te veel van. Maar afschieten mag niet door die dierenbeschermers. Die lui slaan echt door.”

Hoe belangrijk is het voor kinderen om te vissen?
Marinus: “Zo ontzettend belangrijk.”
Pauline: “Jongens die vissen zijn de beroerdste niet. Dat zijn echt fijne jongens.”
Marinus: “Ik help ze altijd. Dan geef ik ze een beetje les. Ze vissen heel vaak verkeerd, het is nog niet eenvoudig om direct goed te vissen. Maar als je ze weet te helpen zijn ze in de wolken!”

Met vissen kun je oud worden
Marinus: “Jazeker. Dat zie je maar aan ons. Het is een gezonde bezigheid. Met de buitenlucht en die rust in de natuur. Zeker weten”

Je mooiste vangsten?
Marinus: “Grootste snoek 96 cm, grootste brasem 63 cm, baars 43 cm, karper 76 cm, zeelt 47 cm. Geen uitzonderlijke vangsten maar dat hoeft ook niet. Oh ja, ook eens een tong van een kilo, bij Zoutelande.”

Overdrijven kunnen ze ook, vissers

Marinus: “Oh ja, vaak genoeg meegemaakt. Dan hebben ze niks gevangen, maar ze willen het niet toegeven. En dan verzinnen ze de verhalen waar je bij staat  Dan krijg je rekbare brasems en uitschuifbare snoeken. En alleen de stokvis laat zich niet rekken, zeg ik altijd.”

Dan schuift de dobber weg en komt er de tweede mooie brasem naar de kant. Nummer twee voor de kippen. “Weet je trouwens hoe ik karper vang?” Zijn ogen glinsteren. Ik schud van nee. “Je moet zorgen dat je de eerste run opvangt met je vaste hengel. Lukt dat niet, dan gooi ik mijn hengel in het water en laat hem rondjes zwemmen totdat ie moe wordt. Dan pak ik mijn werphengel, gooi de lijn er overheen en trek hem naar me toe.”