image description

De winterpolder, op zoek naar adrenaline: Deel 3

Door Berthil Bos

 

In theorie weten we nu waar we het in de polder moeten zoeken, bij het vissen op snoek in de winter. Door mijn jarenlange ervaring in dit oer Hollandse polderlandschap, is deze theorie vele malen getoetst aan de praktijk. 

Ik kan dus met een gerust hart zeggen dat als je deze ‘’adrealineplekken’’ zorgvuldig uitvist, je vanzelf tegen een mooie groene vechtersbaas aanloopt. We gaan eens kijken wat er nodig is om met succes een dagje ons kunstaas aan te bieden.


Werk rustig naar een versmalling met brug toe en vis de omgeving hiervan ook goed uit.

Wat je wel moet weten is dat je de door mij opgenoemde winterstekken niet strikt moet aanhouden. Ik wil hiermee zeggen dat je een goede plek waar aasvis aanwezig is niet direct als een gekke moet bestoken, maar vergeet ook de directe omgeving niet.

In de winter bestaan de zogenaamde bijttijden. Dit zijn bepaalde momenten in een dag dat de snoek het op zijn heupen of liever gezegd vinnen krijgt. Dit kan per locatie verschillen, waarbij o.a. het weer een invloed kan hebben. Het grootste deel van de dag is de snoek passief en licht stijf tegen de bodem. Dit doet hij niet onder of naast de aasvis, maar hij zoekt vaak een rustig plekje, weg van die kleine druktemakers. Gaat de wekker voor het eten af, dan gaan ze richting etenstafel.


Hoe dichter je bij de duiker komt hoe meer je adrenaline gaat werken.

Dit wil zeggen dat je voordat je daadwerkelijk die brug, duiker of andere locatie gaat bevissen, je een aanloop moet nemen. Ga eerst de omgeving van deze stekken afvissen, waar Esox van zijn rust geniet. Ze zijn op dat moment niet actief, maar jij als roofvisser kan hier verandering in brengen. Welk kunstaas je hiervoor gebruikt ligt aan de situatie en kan per dag of zelf uur verschillen. Hiervoor heb ik een leuk praktijkvoorbeeld.


De streamer is in de winter vaak een prima aasje, maar deze keer niet.

Samen met Peter Nan waren we een sloot aan het afvissen die mooi in de luwte lag. Peter kon mij vertellen dat er in de koude periode veel aasvis aanwezig was en dat klonk als muziek in mijn oren. Omdat dit water volledig uit de wind lag, leek het mij een goed idee om het maar eens te proberen met de vliegenlat.

Lekker die gluiperige streamer met veel gevoel langs de snoekenbekken trekken zou het toch moeten doen. Peter heeft het niet zo met vliegeniers en liet aan mij de eer om dit stuk water uit te pluizen. Alle positieve omstandigheden waren aanwezig en zo af en toe voelde ik zelfs de aasvis waar mijn streamer tegenaan stootte. Ik heb zeer zorgvuldig het veel belovende stukje water afgevist, met als resultaat één voorzichtige aanbeet die ik ook nog eens niet kon verzilveren. Peter die een andere sloot had bevist had het beter gedaan.


Peter maakte ze wakker en moest verschillende keren door de knieën.

Drie snoeken hadden zijn driedelige plug te grazen genomen. Peter was zeer verguld met dit resultaat, vooral om mij te stangen met mijn liefde voor de vliegenhengel. Om mij te laten zien dat de actie van zijn plug vele malen mooier was dan mijn streamer, ging het kunstaasje naar het door mij zeer secuur afgeviste water. Nou het bekijken duurde maar even, want een kolk en een ruk aan de hengel verstoorde het uitzicht. Nu was Peter helemaal in zijn nopjes en stelde voor om ‘’mijn’’ stukje water toch nog eens met een herriemaker aftevissen.

Het resultaat laat zich raden, nog aantal andere groenjassen hadden een wake up call gekregen door de niet al te subtiele plug en de dag van Peter kon niet meer stuk. Dat deze situatie niet éénmalig was bleek bij een ander stuk water. Ook hier begon ik met de streamer en Peter 30 meter achter mij met ‘’zijn’’ plug. Terwijl ik alleen mijn worpen aan het oefenen was, zag ik mijn vismaat regelmatig door zijn knieën gaan om een vis te landen. Gelukkig had ik wel een baitcasterhengel bij mij, dus ik op een drafje richting auto.


Kunstaas, in dit geval de shad, dat wat meer kabaal commotie veroorzaakt, kan de snoeken soms activeren.

Terug bij het water ging er een mooie shad aan de spelt met een behoorlijke schoepstaart. Hiermee kon ik ook veel rumoer onder water maken, met als resultaat dat Peter niet vaak meer door zijn knieën hoefde, wat voor zijn gezondheid veel beter is.

We hebben dit tafereel na de visdag nog eens goed doorgesproken en Peter kwam met de wijze woorden ‘’ je moet elke visdag het juiste kunstaas weer opnieuw uitvinden’’.

Volgende week behandel ik nog wat ditjes en datjes op het gebied van poldervissen in de winter.

ANDEREN LAZEN OOK