image description

De winterpolder, op zoek naar adrenaline.

De winterpolder, op zoek naar adrenaline. Deel 1

Door Berthil Bos

De dagen worden kouder, waardoor de natuur zich gaat voorbereiden op voor wat er komen gaat. Op dit moment is het herfst met dat wisselvallig weer. De ene dag een prachtig zonnetje en de andere dag een noordwesterstorm.

De polders die bijgehouden worden door het waterschap zijn grotendeels schoongemaakt van groen, zowel het water als de kanten. Juist hierdoor begint voor velen weer de polderpret, aangezien je nu weer veel gemakkelijker bij de vis kan komen. De rietkragen zijn gemaaid en de waterplanten sterven af of worden samen met het riet tijdelijk op de oevers gelegd om opgehaald te worden.


De rietjes zijn gemaaid, het feest kan beginnen.

 De witvis is ineens zijn schuilplaats (lees veiligheid) kwijt en ook een groot gedeelte van zijn voedselbron ligt op de oever.  Vissen reageren hier direct op door zich te gaan samenscholen. Dit doen ze omdat dan de kans kleiner is dat zij als klein visje, alleen in dat onbeschutte water, ten prooi valt aan alle gevaren.

Natuurlijk moeten de witjes, ondanks dat hun bioritme op een laag pitje staat, zo af en toe aan tafel kunnen. Het liefst zoeken ze luwte plekken, waar de koude wind geen vat op het water heeft en waar het ondiepe water qua temperatuur enigszins constant blijft. Het zal duidelijk zijn dat onze geliefde snoek dondersgoed weet waar hij moet zijn, om aan zijn kostje te komen.

Als de snoek nog behoorlijk verspreidt ligt in het polderwater, kan het afvissen van lange stukken sloot behoorlijk effectief zijn. lange wandelingen langs de oever en ‘smijten’ maar. Op een gegeven moment kom je vanzelf wel een groenjas tegen. Dit komt omdat je veel water dekt en flink kan opschieten. Natuurlijk blijf je locaties die het monotone van een dergelijke sloot onderbreken wat langer bestoken, want dit zijn in elk jaargetij snoekmagneten.


Ik benop gefocust op kleine stukjes water met veel vis.

Toch zal je als de vis zich samenschoolt heeft, met als gevolg dat grote gedeelten van het water ‘’visarm’’ zullen zijn, tijden lang zonder actie komen te zitten. Als je hiervoor kiest is dit natuurlijk geen probleem en je blijft in ieder geval door de beweging lekker warm.

Toch zal je merken dat na verloop van tijd je concentratie en dus je scherpte gaan afnemen. Juist als het koud is gaat dit sneller dan als de temperaturen nog lekker zijn. Je heb er veel voor over als je in de kou toch naar de waterkant gaat en dan wil je wel die aanbeten die je krijgt verzilveren. Je hebt deze scherpte dus nodig om snel en direct te handelen.

Dit is de reden dat ik van tactiek verander en op zoek ga naar locaties die mij helpen om uiterst geconcentreerd met mijn kunstaas bezig te zijn. Ik volg dus net als mijn geliefde groenjas de aasvis, om mij daarna te richten op Esox Lucius zelf.  In deel twee gaan we verder met het zoeken van dit soort plekken, waar zowel de vis als jij zich goed thuisvoelen.


Dit soort plekjes, hoe klein dan ook, houden mij scherp.

ANDEREN LAZEN OOK