De Lofoten - een droombestemming!

De Lofoten - een droombestemming!

Door Arnold van Deijck

Mijn vrouw en ik hadden een dilemma, ik wou wel weer een week vissen met mijn vismaat Silvester in mei, maar mijn vakantieperiode viel ook in deze maand. Na wat heen en weer geschuif met dagen hebben we het als volgt opgelost: wij gaan gewoon met de auto en caravan naar de lofoten en Silvester komt met het vliegtuig voor 10 dagen. 

De reis naar boven is best wel een eind, ca. 3000 km, maar via de 45 door zweden rijdt het erg rustig. Boven Ostersund kwamen we al gauw de eerste sneeuw tegen en nog hoger was het nog niet eens lente (13 mei).


De meren waren nog bevroren en we zagen nog mensen ijsvissen.

De meren waren nog bevroren en we zagen nog mensen ijsvissen. Op tijd in Bodo aangekomen besloten we de pont Skutvik-Svolvaer te nemen, een kleine 230 km rijden vanaf Bodo. We zaten dan gelijk in de buurt van waar we wilden vissen op de Lofoten. Voordeel van deze periode is dat het niet meer donker wordt, je krijgt een soort lichttherapie. Ons doel was de camping Sildpollnes Sjocamp tussen Svolvaer en Fiskebol in. Een schitterend gelegen camping met het meest gefotografeerde kerkje van de Lofoten.


Het voordeel van deze plek is dat het Fjord erg beschut is.

De campingbaas is een aardige Noor en hij heeft redelijk nette boten in de verhuur waaronder een Rana 17 met o.a. 20 pk Johnson 4-takt. Het voordeel van deze plek is dat het Fjord erg beschut is. Als het erg hard waait kun je altijd een plekje uit de wind vinden. In het midden van het Fjord ligt een plateau van 60 naar 10 meter en hierboven kun je vooral ’s avonds feest beleven met koolvis.

Als het rustig weer is zitten de meeuwen er al boven om het kleine visbroed op te pikken en hieronder zwemmen de enorme scholen met kleine koolvissen. De truc is om je aas (toby-lepeltjes zijn altijd goed) gewoon na het inwerpen te laten zakken.

Niet reageren op de talloze tikken die je krijgt van de kleine koolvissen en dan flink snel binnendraaien. De dreunen op onze lichte spinhengels logen er niet om, geweldig wat een snelle vissen zijn dat. Een koolvis van een centimeter of 60 gaat gierend door de slip heen en trekt de hengel helemaal krom tot in het handvat.


Supersport op licht materiaal.

Dit feest kwam vooral ‘s avonds op gang bij windstil weer. Overdag op dieptes tussen 20-40 meter goed kabeljauw te vangen. Voordeel van deze dieptes is dat we relatief licht konden vissen zodat de kabeljauwen tussen de 4 en 7 kilo flink sport gaven. Bovendien konden we ze allemaal onbeschadigd terugzetten op meestal twee flinke vissen na die meegingen.

Helaas hadden we de eerste avond geen bootje ter beschikking en zijn we uit balorigheid vanaf de steiger gaan vissen. We vingen met kleine (snoekbaars-) shads het één na het andere kabeljauwtje en koolvisje en om de ‘meeneem-polen’ te stressen, die vanaf de andere kant aan het vissen waren, zetten we de vis voor hun neus met veel lol allemaal terug.


De Noorse regering heeft de regel ingesteld dat er maximaal 15 kilo vis per persoon meegenomen mag worden.

Hopeloos wat die lui allemaal meenamen, de kleinste visjes gingen in de bak, kansloos! We spraken later Hollanders die op de Lofoten wonen en die vertelden dat er vorig jaar een sportvisbootje met Polen gezonken was omdat er teveel vis in lag.

De Noorse regering heeft de regel ingesteld dat er maximaal 15 kilo per persoon meegenomen mag worden over de grens. De eerste Polen zijn al bekeurd met meer dan 200kg. Deze waren de vis kwijt plús kregen een flinke boete. Onze volgende camping zou Brustranda worden, een kleine 60 kilometer verderop aan weg.

 
Een schitterend gelegen camping, een prima compromis tussen een viscamping en natuurschoon.

Je moet hier wel ca. 30 minuten (langzaam) varen voordat je tussen de eilandjes, baaien en ondiepe geulen bent. We hadden hier al vrij gauw weer een ondiepte ontdekt waar het van 40 naar 1 meter liep. Bij laag water vielen er net een paar puntjes droog wat een favoriet plekje was voor een otter, schitterend om te zien. Hier vingen we erg veel kabeljauw.


Vaak relatief ondiep op 10 tot 12 meter, zodat we ook hier weer met relatief lichte shads konden vissen.

Grote shads in natuurlijke kleuren en blauw vingen hier geweldig. Omdat het water hier kraakhelder is kon je de vis op 10 meter diepte al gauw zien. Ook hier zagen we hele ‘wolken’ met kleine koolvisjes (20-30 cm) zwemmen.

Door met grote shads hier doorheen te laten zakken kwam je bij de kabeljauwen die eronder zwommen. Goed om je heen kijken was wel belangrijk, want opeens zagen we wat activiteit verderop zee en na een paar worpen daar naartoe kwamen de eerste knappe koolvissen (tijdelijk) in het bootje.

Knappe vissen van 50-70 cm op een licht (20-50grams) spinhengeltje, geweldige sport! Fantastische omgeving, geen andere bootjes in de buurt behalve de otter en een geduldige meeuw die (tevergeefs) bij ons bootje bleef dobberen, wachtend op een visje. Helaas na 3 dagen moesten we weer verder, we wilden nog een dag op de Saltstraumen vissen bij Bodo.

Dit is een sterke getijdestroming die met een snelheid van ca. 35 km per uur op zijn hoogtepunt door de 150 meter smalle zeestraat stroomt. Het spreekt voor zich dat je hier alleen met een goede boot met motor op kunt vissen en varen. Gelukkig kun je die huren bij TUV Saltstraumen Fiskecamp. Boten met een goede 50 pk 4-takt motor.


Doordat het zo hard stroomt, is het wel actief vissen.


Je moet vaak de motor laten lopen en erg goed opletten, want de sterke stroming duwt je alle kanten op.

Wij zijn op een gegeven moment gewoon een stuk naar buiten, de zee op gevaren. Hier had je minder last van de sterke stroming en vingen we toch nog goed vis, veel knappe kabeljauwen en pollaken. Voor grote koolvis was het nog te vroeg in het seizoen, deze schijn je hier ‘s zomers erg veel te vangen.

We hebben hier wel erg veel shads en pilkers verspeeld. Als je vastzit met de sterke stroming ben je kansloos en je moet hier toch vrij zwaar vissen, ook weer door die sterke stroming. Het vissen op de Lofoten verlegt wel je grenzen, vooral het naar bed gaan schoot er vaak bij in.


Het weer werd vaak ’s avonds iets beter en om 24.00 uur scheen vaak het zonnetje nog zodat je geen zin had om te stoppen.

We kwamen dan ook meestal zo rond 02.00-02.30 pas weer terug, ja en als dan je vrouw in de caravan ligt te slapen en jij komt dan vol enthousiasme binnen (beetje naar vis ruikend), dan krijg je wel eens wat naar je hoofd geslingerd. Helaas moest Silvester weer met het vliegtuig terug en zijn wij rustig teruggereden. We wilden nog een paar dagen op de camping Tiveden aan het Unden meer staan.

Een schitterende camping aan een schitterend meer. De camping is van een Nederlands echtpaar dat je allervriendelijkst het naar de zin willen maken. Het vissen op het Unden meer is moeilijk, het is een heel diep meer, diepste punt 108 meter. Er wordt veel getrold op Roding, zalmforel die vrij diep zit.

Met downriggers en een hele rij teasers aan de lijn gaat het naar 40-50 meter en varen maar. Ik heb er echter met een bootje relatief dicht onder de kant erg leuk op snoek gevist, dit kan alleen vroeg in het seizoen zoals in heel Zweden. Als het warmer wordt gaat ook hier de snoek naar dieper water en dat is er op het Unden meer genoeg!
Als het riet begint uit te lopen is het erg leuk vissen hier, het water is glashelder.


Je ziet de snoeken achter je aas aanzwemmen.

Je moet wel alles uit de kast halen om ze tot aanvallen te verleiden, stop & go en versnellen zijn ook hier de trucs. Doordat het zo vreselijk helder water is, gaat mijn voorkeur er ook hier naar uit om zo natuurlijk mogelijke shads en pluggen te gebruiken. De snoeken zien echt alles en ze zullen op rare dingen echt wel afkomen maar draaien dan vaak op het laatste moment weg. 


Tevens zijn er diverse bergmeertjes waar goed op forel gevist kan worden.

Op de camping zijn vergunningen te verkrijgen en kaarten waar de meertjes op staan. Helaas zat onze tijd erop en na nog een dagje rustig in Zweden rijden kwamen we weer in de drukte van Duitsland en Nederland terecht.

Arnold van Deijck