image description

De haken en ogen van een vistrip: Ierland deel 6

Tekst en fotografie: Geert Luinge

Hallo vismaat.

Vandaag gaan we met een hengel in de hand struinen langs de zuidwestkust van ierland. We beginnen op een plek die eruit ziet zoals heel veel ierse zeevis 'stekken' , namelijk een plek waar je vanaf de kant absoluut niet bij kunt komen.

Overal zijn steile rotswanden, onbegaanbare paden, losliggende stenen, gladde berghellingen, ofwel: levensgevaarlijke stekken waar het wel kan barsten van de vis... maar dáár kun jij niet bij komen. Op de viskaart van ierland staan een aantal stekken aangegeven waar je kunt vissen zonder al teveel toeren uit te halen, maar daar sta je vaak weer schouder aan schouder.

Dan sta je met z'n allen op een rommelig rotsblok, dan wordt er wild gezwiept met pilkers en shads en verenpaternosters, dan ligt de hele rots soms vol met klapperende makrelen en dan is het hijsen, halen, hebben en houden. Maar meestal wordt er helemaal niks gevangen en dan gaan mensen vaak troep maken.

Lege bierblikjes, plastic zakken, stukken nylon, restanten van de barbecue, drollen tussen de rotsen  enzovoort. Nee, dat is niet de ambiance waar ik als natuurliefhebber gek op ben.

Wat me ook opviel toen ik de hengels van die mannen eens kritisch bekeek... is dat de meeste vissers veel te weinig lijn op hun molen hebben. Of anders gezegd: ze hebben niet genoeg 'backing' lijn onder hun hoofdlijn gespoeld ... waardoor de lijn te diep ligt en de spoel van de molen te smal is om ver te kunnen werpen.

Hoe breder en voller de spoel van je molen is, hoe minder omwentelingen per meter, dus hoe minder kinken (en hoe groter de inhaalsnelheid). Dus: altijd eerst een flink eind backing op je molen  en dan die spoel echt tot de rand toe vol spoelen met lijn. Scheelt enorm qua werpafstand en inhaalsnelheid.

Er stond ook een gozer die blijkbaar nog nóóit had gevist, want zijn inworpen waren serieus levensbedreigend. Hij zwiepte echt wel hard genoeg... daar lag het niet aan... maar de richting waarin hij zwiepte... gecombineerd met een bar slechte timing ... leverde een situatie op waarin ik konstant hèm in de gaten moest houden in plaats van mijn eigen hengel.

Zijn loodjes gingen soms loodrecht omhoog, met zes scherpe makreelhaken er achteraan... en waar gaat dat zaakje terechtkomen?... Dekking ! Dus dan hoop je dat die gast opdondert ... maar ja, dat heb je niet zelf in de hand.

Op deze apenrots zat ook een vrouwtje dat heel slim haar laarzen had aangetrokken en met een puzzelboekje en een balpen op haar eigen manier zat te genieten. Ze had niks met vissen, maar ze vermaakte zich prima en liet haar man lekker z'n ding doen. Gezellig.

Op het plaatselijke kerkhof was het minder gezellig. Een kille wind blies fluitend langs de oude grafstenen en door het raam van het ooit-zo-mooie kerkje op de heuvel hoorde je het huilen van de wind, ter nagedachtenis aan de vele slachtoffers die er in de loop der eeuwen zijn gevallen om dit ierse eiland te beschermen tegen de indringers.

Terwijl de zoute zeelucht al honderden jaren inwerkt op de brokkelige stenen... is er in mijn korte leven alweer een dag voorbij. Wat gaat de tijd toch snel. Morgen wordt het tijd om vis te vangen.

Dat had ik goed gedaan. Het bleek achteraf een slimme zet om heel vroeg op te staan. In de zomervakantie een wekker zetten omdat je 's morgens om 05 uur je bed uit wilt stappen... dat is niet voor iedereen weggelegd, maar aan zee loont het zeker !

Je moet niet vergeten dat een heleboel zeevissen jagen op zicht. Dat betekent dat ze overdag jagen, azen en eten ... en dat ze 's nachts wel blijven zwemmen (ook vanwege de stroming)... maar ondertussen weinig eten... dus... dan hebben ze 's morgens zodra het licht wordt waarschijnlijk flinke honger... Nou en of !

Als je zo veel mogelijk kans wilt maken op een school jagende makrelen, gepen, pollakken en/of  koolvissen... dan moet je vroeg je nest uit.

Op deze foto uit de oude doos van Jan Schreiner (zie afl 1) zie je een van de vele gepen die we in ierland vingen... ik weet het nog goed... ook dat was 's morgens vroeg bij het krieken van de dag.

Maar ja, ik ben eerlijkgezegd meer een avondmens. Ik blijf liever 's avonds lekker lang doorvissen dan dat ik 's morgens vroeg de wekker zet. Bij het ochtendvissen glipt de tijd altijd uit je handen en worden je vangkansen steeds kleiner, terwijl het 's avonds meestal alleen maar beter wordt.

Maar soms kunnen hondshaaien en kathaaien een ware plaag zijn, ook overdag, waardoor je vrijwel geen andere soorten meer vangt en dan wordt het tijd om uitsluitend kunstaas te gaan gebruiken.

Het reukvermogen van een haai is vele malen beter dan dat van andere vissoorten, dus een haai zal een stuk natuurlijk aas meestal als eerste in de gaten hebben. Dat betekent omgekeerd: als je géén hondshaai wilt vangen op een stek waar het ervan krioelt... dan moet je zorgen dat er niks te ruiken valt. Puur vissen op zicht.

Met een fel gekleurd en/of glimmend pilkertje, met een geurloze twister of een kunstworm achter een Caronila-rig. Dan vang je eindelijk eens géén opdringerige haaitjes, maar bijvoorbeeld wel een mooie schol of een dikke vette pollak.

Weet je wat ik niet begrijp ? Dat de andere vissers die ik aan de waterkant tegenkom zulke zware materialen gebruiken. Dat er vissers zijn die bijvoorbeeld zúlke groffe speldwartels gebruiken, dat de wartel bijna nog groter is dan het kunstaasje dat eraan hangt. Jongens, kijk even naar de foto hieronder... en zeg nou zelf... dat slaat toch nèrgens op.

Doe dan even wat moeite en knoop die lijn rechtstreeks aan het kunstaas, zonder zo'n belachelijk grote speldwartel. Wees even een beetje secuur en pak het subtieler aan. Enne... dat slordig uitstekende stuk lijn bij de knoop kun je er dan ook meteen netjes afknippen.

Maar weet je wat nou zo droevig is ? ... dat zulk slordig gepruts vaak tóch nog beloond wordt. Dat zo'n gozer met zijn peppie-en-kokkie tuigje dan tóch nog een knappe vis haakt en me apetrots aankijkt... en vindt dat hij het prima gedaan heeft. Terwijl ik op dat moment de tranen in m'n ogen heb vanwege zijn bedroevend slechte uitrusting.

Zijn waardeloze kringloophengel, zijn krakende molen met te dikke lijn op een te dunne spoel, een werptechniek om van te janken en een kunstaas dat voor de helft bestaat uit wartel. Laat me niet lachen. Maar ja, die ene koolvis trapte er tóch in... dus hij had gelijk... en ik moest niet zeuren.

Het was de afgelopen dagen wel redelijk mooi weer geweest en ik had lekker staan vissen, maar... een vistrip naar de zuidwestkust van dit prachtig groene eiland heeft een groot nadeel, een zwaar minpunt, een knap vervelende eigenschap: Het regent hier zo ontzettend vaak.

Volgens de statistieken regent het in het zuidwesten van ierland gemiddeld op 225 dagen per jaar, dus dan kun jij wel nagaan hoe vaak je hier een regenpak moet aantrekken.

Af en toe zijn er periodes waarin je even de zon te zien krijgt, maar het normale west-ierse klimaat is bewolkt, somber, mistig, druilerig, soms erg winderig, maar zelden koud (door de warme golfstroom) en door de opstijgende lucht vanaf de oceaan is het er altijd èrg vochtig, klam en nat. Soms zelfs wekenlang kletsnat.

Ik kan erover meepraten. We hadden destijds nogal wat lekkage in de tent (ducktape werkt toch ook niet altijd) en het water liep in straaltjes langs de binnenkant. We hadden potten en pannen op de grond neergezet om het lekkende water op te vangen ( die je dus weer omschopt als je 's nachts even moet zeiken) ( wat zeer waarschijnlijk is als je ligt te slapen in een druipsteengrot), het was een modderpoel rondom de tent en we hadden een zwembad voor de deur.

Alles was doorweekt en zeiknat, na zoveel dagen konstante motregen. Gelukkig bleef ons luchtbed wel drijven op de plas water die binnen in de tent stond.

Daardoor kan het gebeuren dat je eigenlijk wel wilt gaan vissen... en ook al je spullen kant en klaar hebt liggen... maar dat je tòch weinig zin hebt om in de stromende regen aan de waterkant te gaan staan.

Als het al regent terwijl je nog moet beginnen... dat is zelfs voor de meest fanatieke visser een afknapper. Een paar fikse regenbuien... daar kunnen we heus wel tegen, maar in ierland duurt een bui soms de hele dag,  of een week...  en dan is het aan zee geen pretje.

Maar wacht... er is meer :  de wind ! Die kan ook dagenlang vervelend hard waaien. Dat is een veel grotere spelbreker voor onze visplannen. Als je een straffe wind van vijf Beaufort recht in je smoel krijgt wordt het wel èrg ruig, dus dat betekent meestal: wachten tot de wind gaat liggen of zoeken naar een stek waar het rustiger is.

Er waren tijdens mijn vistrips door ierland nog een paar beestjes die de aandacht trokken. In de categorie ' vliegend wild' moet ik helaas bekennen dat ik vreselijk heb liggen vloeken en schelden tegen een paar kraaien. Na een vermoeiende visdag kun je een beetje nachtrust goed gebruiken, maar dan heb je geen rekening gehouden met die k-kraaien die boven je tent in de boom zitten.

Precies op het moment dat jij in je diepste rem-slaap ligt uit te rusten... zetten die akelige kraaiekoppen het op een krijsen en zit jij rechtop wakker in bed.  Zucht. Gaap. Vloek. De natuur kan soms ook heel vervelend zijn.

Net zoals de koeien in de wei, die geen koeien maar stieren bleken te zijn. Die hadden nogal last van hun hormonen. Als ze genoeg hadden van het urenlange herkauwen begonnen ze zichzelf op te naaien.

Dan keken ze elkaar heel gemeen aan, stampten met hun voorpoten, liepen keihard frontaal op elkaar af en ... Beng !... Hersenschudding, zou je denken. Maar ze doen het gerust tien keer achter mekaar en hebben dan nóg geen hoofdpijn. Wonderlijk, wat hormonen kunnen doen. Bij mensen is dat nog veel erger.

Er was ook nog een mooie, maar verdomd irritante kever... die me een molen kostte. Ja, je hoort het goed, die kever kostte me ruim 70 euro, door een kapotte molen. Dat zat zo: ik sta ergens te vissen waar het in de struiken barst van de kevers... en op een onverwacht moment vliegt er zo'n beest recht in mijn gezicht, waardoor ik natuurlijk schrik.

In een reflex probeer ik dat beest met mijn hand weg te slaan... maar daardoor sla ik perongeluk de hengel uit mijn hand... die klettert op de stenen... de molenvoet breekt af... en ik ben meteen uitgevist. Door één enkele kutkever.  Het moet toch niet veel gekker worden.

Tenslotte zou ik je nog kunnen vertellen over het zand dat overal tussen mijn kleren zat, de brutale scholekters die mijn zeepieren hadden opgegeten, het spekgladde blaasjeswier waarop ik uitgleed, de nieuwe onderlijn die ik bij de eerste worp meteen verspeelde, de scheur in mijn waadpak door dat losliggende prikkeldraad en de meeuwen die mijn hele auto hadden ondergescheten... maar dat zal ik niet doen. Allemaal haken en ogen. Teveel om op te noemen.

We gaan deze speurtocht langs de ierse kust afsluiten met een laatste blik op het onstuimige landschap waar we volop hebben genoten, maar tegelijk ook behoorlijk hebben moeten afzien vanwege de barre omstandigheden. Tja, dat hoort er nou eenmaal bij in ierland. De volgende keer gaan we weer met een boot de zee op. Op zoek naar haaien, lengen, congers enzovoort. Tot dan.

Je kunt de vorige afleveringen over vistrips naar Noorwegen, Denemarken, de Middellandse Zee, Normandië en Bretagne nog eens bekijken via deze link 

Vissersgroeten van  Geert Luinge

g.luinge2@upcmail.nl