image description

De haken en ogen van een vistrip: Ierland deel 2

Tekst en fotografie:  Geert Luinge
 

Hallo vismaat.

We gaan weer op zoek naar vis aan de zuidwestkust van ierland. De vorige keer had ik je verteld over de prille visavonturen die ik samen met vismaat Mike beleefde... en daarmee wil ik nog even doorgaan, omdat het ervaringen waren waar we toen veel van hebben geleerd.

Het kost namelijk nogal wat moeite om met je drukke Amsterdamse Coentunnel-file-hoofd over te schakelen naar de tijdloze rust en natuurlijke eenvoud die het ierse landschap uitstraalt. Je zult meteen een paar versnellingen terug moeten schakelen en het rustige leven nemen zoals het hier is, want de tijd heeft stilgestaan in ierland.

Voor een Hollandse kaaskop uit de randstad is het een openbaring om de rust en schoonheid van de ierse natuur te ondergaan. Je krijgt meteen een heel andere kijk op je eigen leven en je eigen geluk.

Want er staan huizen langs de weg die in lang vervlogen tijden onderdak boden aan mensen zónder electriciteit, zónder vers stromend water uit de kraan, zonder hightech computer-phone-home installatie en zonder kachelthermostaat die automatisch aanslaat als je het koud hebt. In zo'n oeroud huis hebben de mensen veel kou, honger en armoe geleden. Het ierse klimaat is niet mals.

Het kan (zeker aan de kust) dagenlang ( watzeggik?...wekenlang! ) achter mekaar door regenen. En dan nog eens die striemend koude westenwind erbij, die door elk miniem kiertje van je zelfgestapelde stenen huisje heen blaast en het hout dat je zult moeten sprokkelen om het vuur gaande te houden... en... je zult nu toch ècht iets eetbaars moet gaan vangen, want jij en je familie barsten van de honger !

De vissers aan de kust hadden toen zeer beperkte middelen en kregen meestal een hoop wind en regen voor hun kiezen. Met een gammel houten bootje de ruige zee op om wat vis te vangen voor je dorpsgenoten... Je leven riskeren op zee om voedsel te vangen voor je hongerige kinderen... Vissen voor de lol ? Ben je gek !  Uitsluitend vis vangen om op te eten, natuurlijk. Hengel-sport ? Ammehoela ! Dat waren nog eens gure- en barre tijden.

Wij rijden er nu zoevend langs in ons superluxe verwarmde automobiel, maar we beseffen nog steeds niet genoeg wat een ontzettende mazzelpikken we zijn dat wij nu leven. Vroeger was het vaak doffe ellende. Zeker in ierland.

Maar laten we nu eindelijk eens een hengel uitgooien ! Kijken of we in dit stromende riviertje een paar wilde forellen kunnen vangen. Aan de vliegenhengel. Maar dat had ik toen nog nóóit gedaan. Dit werd de allereerste keer vliegvissen.

Mike had me vooraf wel een paar vlieglessen gegeven (langs een stilstaande Hollandse poldersloot) en toen had ik eerst wat staan klungelen, maar vanaf het moment dat hij samen met mij de hengel vasthield kon ik aanvoelen welke beweging hij precies maakte met zijn arm en de timing van de worp... en toen begon ik het te snappen, toen viel het kwartje. Vliegvissen... je moet het effe aanvoelen.

Maar wat heb ik daar in het begin staan klungelen. Sowiezo hing er om de haverklap een vlieg in de struiken of bleef ergens haken achter het gras. Maar vooral dat irritante gehannes met die geknoopte onderlijnen !

We bonden aan de punt van de vliegenlijn eerst 35 honderdste (dat was toen veel stugger dan de soepele nylonlijnen van tegenwoordig), daaraan 28 honderdste, dan 22 en dan 16 honderdste... dus dan heb je een onderlijn waar 4 dubbele knopen in zitten en .... dat ging bij mij dus altijd in de war !

Gelukkig hebben we anno 2019 een ruim aanbod van knooploze getaperde vliegvis onderlijnen, maar wat heb ik daar (al was het landschap nóg zo prachtig) vreselijk staan balen. Omdat er wéér een onderlijn naar de kloten was... en ik wéér opnieuw moest beginnen met knopen. Zucht... Gelukkig ging het later een stuk beter.

Toen we de rivier volgden werd de stromingsgebied steeds breder en op een gegeven moment zagen we blaasjeswier op de stenen groeien en kwamen we in de brakke getijdenzone. Daar ontmoet het zoete water van de rivier het zoute water van de zee ... en daar barst het meestal van de harders ! Harders zwemmen vaak in scholen door ondiepe poelen en het zijn meestal de eerste vissen die je ziet als je ergens langs de kust in het water kijkt.

Harders kunnen heel groot en sterk worden... maar ze kunnen een wanhopige sportvisser voorbij zwemmen zonder ook maar enige interesse te hebben in zijn aas. Harders zijn (als je het vergelijkt met andere vissoorten) ontzettend moeilijk te vangen. Ze zijn super schrikachtig en altijd alert op onraad (dus meestal verdwenen zodra jij met een hengel komt aanlopen) en ze zijn super kieskeurig in wat ze eten. Het zijn vooral vegetariers, dus ze eten groene algen, die ze met hun ruwe lippen van de stenen af schrapen.

Dus dan kun jij wel met je vliegenhengel een hele middag wanhopig staan te werpen naar een spannende school kolkende harders, maar de kans dat je er eentje gaat vangen met een vlieg is ... nihil. Sportvissen kan soms heel frustrerend zijn.

Na urenlang volhouden en doordouwen gooiden we de handdoek in de ring en de hengels in de achterbak. Geen ene harder gevangen. Dat was een vette domper. We reden terug naar de camping waar we onze (nogal gammele) tent hadden neergezet, trokken een paar blikken soep open en werkten een brood naar binnen, want... 's avonds zouden we in het donker in een haven aan zee (Fenit Pier, county Kerry) gaan proberen om vanaf de kant een grote conger te vangen...

Oeps ! Dat is andere koek dan die forelletjes en hardertjes. Nu moeten de zware poken worden opgetuigd. Maar... een congeraal kan meer dan twee meter lang worden... en die is waarschijnlijk sterker dan mijn hengeltuig, dus.... gaat dat wel goed aflopen ?

We rijden de havenkade van de pier op en zoeken een stek uit waar we geen last hebben van scheepskabels en ankerlijnen. Daar laten we vlak voor onze voeten een makreel-flapper zakken  (een komplete makreel met kop en wapperende filets waar alleen de graat uit is gesneden), met daaraan een klein loodje en een hele grote haak. Als onderlijn gebruikten we toendertijd de bespanning van een tennisracket, dus dat was alles behalve subtiel, ofwel: grof geschut. We visten met 50 ponds gevlochten Dacron lijnen en een beul van een reel op een pook van een hengel. Om alle risico's uit te sluiten.

En wat denk je ? Precies op de plek waar een beetje stroming stond haakte Mike een plaat van een rog (in het Engels: Undulate ray) die ons vertrouwen gaf op een goede afloop. Jaja, we waren goed bezig. Nu alleen nog die eerste conger haken... In de Hollandse polder hadden we natuurlijk al vaak genoeg een dikke paling gevangen, en met het onthaken van een 'aaltje' hadden we weinig moeite, maar zo'n ierse conger kan véél groter en zwaarder worden... en eigenlijk waren we best een beetje bang.

De avond viel en in de verte hoorde je een school meeuwen krijsen. Langzaamaan werd het steeds donkerder.

We hadden al anderhalf uur geen beet gehad en begonnen te twijfelen. We hadden elk kwartier ons aas geïnspecteerd, maar dat hing er nog steeds prima aan, dus lieten we het weer zakken en gingen weer een kwartier zitten wachten. Het was inmiddels diep in de nacht. Er werd wat gegaapt, gedoezeld en geknikkebold en we begonnen te vrezen voor een roemloze afgang ... We besloten om nog één keertje ons aas te verversen.

(in de vele vistrips die ik daarna maakte bleek telkens weer hoeveel verschil het maakt of je vèrs aas laat zakken (waaruit allerlei sappen en smaakstoffen sijpelen) of dat je een 'al gebruikt' aas voor de tweede keer laat zakken. Telkens weer je aas verversen werkt altijd beter dan ouwe zooi hergebruiken. Het ziet er misschien op het oog nog goed uit, maar het ruikt inmiddels honderd keer minder. Alle smaak is eruit gespoeld. Dus doe die moeite en ververs je aas telkens weer opnieuw. Het loont. Zeker als je een conger wilt vangen.

Toen was het opeens alsof er iemand de geluidsband afspeelde van de film Jaws, op het moment waarop die enorme haai voor het eerst aanbijt. Dat geluid ...van een ratelende reel... die eerst slechts een paar subtiele tikjes geeft... en dan een hele tijd niks... en dan weer een paar minieme tikjes... en dan weer een dreigende stilte... en dan... TR ...TR......TRRRRRRRRR !!!

Mike grijpt de hengel, slaat stevig aan en gaat uit alle macht in zijn pook hangen. Dit is héél zwaar !  roept 'ie... en het zweet breekt ons uit... Spannend !

Dit moét een conger zijn...

We weten zeker dat die hengel niet kan breken, want ook deze hengel-reel-combinatie hadden we vooraf thuis uitgetest, door hem aan de bagagedrager van een brommer vast te binden en dan volgas weg te rijden.

Maar... de grote vraag die door ons hoofd spookte was natuurlijk: is een conger misschien tòch sterker dan een brommer ?  Of slimmer ? Lagen er op de bodem van de haven misschien kabels of obstakels

waaraan een vechtende conger zich kon vastklampen ? Waren onze wartels en knopen wel sterk genoeg om zo'n zwaargewicht op de kade te krijgen ? ... en wat zagen we in het licht van onze koplampen tevoorschijn komen ?

Ik zal een lang verhaal kort maken: deze conger was ongeveer een-meter-zeventig lang, maar je kunt je voorstellen hoeveel moeite we hebben moeten doen om die kronkelende krachtpatser omhoog te hijsen.

De kade was hier 3 meter hoger dan het water dus ik moest een roestig ijzeren trappetje afgeklimmen om dat monster in zijn kin te kunnen gaffen. Maar congers kunnen keihard rondtollen en om hun as draaien... dus het kostte me gruwelijk veel moeite en inspanning om die kronkelaar in bedwang te houden..

Het zweet gutste over m'n rug terwijl ik wanhopig in gevecht was met die kanjerpaling.

Bijna was ik met conger en al in zee geflikkerd, zó moe was ik (en Mike niet minder) toen we eindelijk die kronkelende knoepert op de kade hadden.

We hebben eerst op de grond liggen uithijgen voordat we onze monsterlijke vangst konden bekijken.

Wat een bak. Een zeepaling van een-meter-zeventig... nog nooit gezien.

En ga dan maar eens proberen om zo'n kronkelende conger op de kade langs een recht meetlint te leggen. Dat gaat je niet lukken. No way pal ! Vandaar: ongevéér 170 cm. En dan te bedenken dat er congers zijn gevangen van ' 20 feet long'  ofwel: meer dan 6 meter lang...!

Na dit eerste maagdelijke ierse visavontuur hadden we de smaak goed te pakken. Er werden meteen plannen gemaakt om het de volgende keer nóg beter aan te pakken: We gaan met een boot de zee op ! Dat avontuur vertel ik je volgende week.

Maar voordat het zover was stonden we urenlang te turen naar de toppen van onze hengels, in de hoop op een volgende byzondere vissoort die langs zou komen. Een tarbot ? een vleet ? een leng ? een haai ?... erg benieuwd wat er komen gaat. Maar ook als we helemaal niks vangen... was het toch een mooi avontuur.

Je kunt de vorige afleveringen over vistrips naar Noorwegen, Denemarken, de Middellandse Zee, Normandië en Bretagne nog eens bekijken via deze link

Vissersgroeten van   Geert Luinge                            

g.luinge2@upcmail.nl

ANDEREN LAZEN OOK