image description

De haken en ogen van een Noorse vistrip:  Deel 47 Visnes

Tekst en fotografie: Geert Luinge

Hallo vismaat. 

" Het zijn niet de sterksten en de slimsten die het meeste succes hebben, maar degenen die zich het beste kunnen aanpassen aan de omstandigheden " . 

Met deze wijsheid wou ik vandaag eens beginnen, want er waren tijdens onze laatste vistrip naar Noorwegen (Middvik/Visnes bij Haugesund) nogal wat natuurkrachten (keiharde wind en regen) waar we last van hadden tijdens het vissen  en de slimsten waren zeker niet onze buurman-en-buurman 'vissers' (zie afl. 45), en de vangsten waren tot-nu-toe nog niet om over naar huis te schrijven. Dus we moesten ons konstant aanpassen aan de grillen van het weer, de richting van de wind, de hoogte van de golven, de sterkte van de stroming, het driften van de boot, het verloop van de diepte en natuurlijk de al-of-niet aanwezigheid van vis. Ofwel:  adapt, improvise and overcome. 

Aanpassingen zoals: - Zoeken naar een betere stek, een minder winderige stek, kiezen voor een andere diepte, proberen een andere vissoort te vangen, een andere hengel pakken, een andere onderlijn monteren enzovoort. Maar ook aanpassingen aan het soms gure weer (extra fleecevest, regenpak, laarzen) of juist aanpassingen aan het soms warme weer (zonnebril, pet, zonnebrand) en vooral ook het aanpassen en bijstellen van onze al-te-hoge verwachtingen, want... veel vis zat er niet.

Maar wij gingen natuurlijk alles uitproberen en improviseren, zoals: - pak een andere kleur kunstaas uit je trommel, probeer een ander gewicht, een andere vorm, een andere kleur, varieer met de inhaalsnelheid en laat af en toe het kunstaas stil hangen. En bij het vissen met natuurlijk aas: kies voor een langere of dunnere haaklijn, zet een paar opvallende kralen op de onderlijn, monteer een kleinere haak of presenteer een andere natuurlijke aassoort. Dus blijf steeds variëren, veranderen en verbeteren, net zolang totdat het lukt. Kortom: denk outside de visbox.

Want... al die aanpassingen en improvisaties leiden uiteindelijk tot overwinningen, zoals: Tóch maar effies een paar lipvissen gehaakt... ondanks dat voortdurende vastzitten aan de waterplanten. Tóch maar even een paar maatse gullen gevangen... ondanks de harde wind en de stromende regen en tóch maar even een paar knappe scharren gevangen... ondanks het snelle driften van de boot. 

Wat betreft de gul/kabeljauw was het mager. We vingen er wel een paar in de diepste geulen tussen de eilanden, maar het hield niet over. Die vis heet officiel dus Kabeljauw, maar een hele grote kabeljauw noemen wij een kabelU (omdat 'ie meer respekt verdient), een kleine Kabeljauw noem je een Gul, en een kleine Gul noemen ze een Torretje ( rare naam voor een vis). Waar de grens ligt tussen de ene en de andere?  Dat zal er dan ongeveer zo uitzien :  0 cm < Torretje < 30cm < Gul < 60cm < Kabeljauw < 100cm < KabelU < 160cm

Dus eerlijkgezegd stonden we vol weemoed terug te denken aan de meter-gullen die we tijdens onze vorige Noorse vistrips hadden gevangen... en de conclusie was dat we voortaan toch echt veel verder naar het noorden moeten, als we kabeljauwen van over-de-meter willen vangen. 

Maar hier in het relatieve zuiden maak je (zeker op ondieper water) veel meer kans op een knappe pollak en eigenlijk waren dat de redders van deze vistrip. Ik denk dat 80 procent van onze vangst bestond uit pollak, terwijl we een paar weken eerder in het zuiden van Noorwegen juist een vangst hadden van 80 procent koolvis. Koolvissen hangen meestal ergens op half water met z'n allen boven een bult, dus daarvoor zul je dieper moeten vertikalen met sneller-zakkend kunstaas, maar pollakken vind je meestal in de buurt van rotsen en eilanden, vrij ondiep, dus dan kun je lekker naar-de-kant-toe werpen met licht kunstaas. 

Wat ook deze keer weer ontzettend goed werkte... waren de vliegen, streamers en muppets die we boven ons kunstaas aan een afstaande zijlijn hadden gebonden. Zelfs de grootste pollak kun je vangen op zo'n piepklein aasje, want het gaat er niet om hoe groot de vis is, maar hoe klein het aas. Soms is het voedselaanbod (dus de aanwezige prooivisjes) dusdanig klein of slank, dat een kunstaasje dat een paar centimeter te lang of te dik is... totaal wordt geweigerd. Ja, zelfs als ze honger hebben kunnen vissen soms verdomd kieskeurig zijn.  

Ons huis aan de kade had weliswaar de luxe van een boot vlak-voor-de-deur  en genoeg ruimte voor al onze zooi (hengels in de huiskamer...ja gezellig !) en een grote vriezer, een ruime keuken, een open haard, een jacuzzi, zelfs een sauna en boven 4 slaapkamers, zodat we allevier een eigen kamer hadden en een uitzicht om van te kwijlen.

Maar...... er was toch een vervelend dingetje dat mij nogal wat nachtrust heeft gekost. We hadden namelijk last van krakende planken. Krakende planken...? Hoezo dat ? ... Zal ik je vertellen. Dat houten huis stond daar al vele jaren pal aan zee, in weer en wind, dus dan heeft het flink te lijden. De door het zeewater verroeste scharnieren van de deuren piepten en kraakten aan alle kanten, de ramen tochtten en kierden (waardoor er in de slaapkamers een frisse wind woei ) en de wanden van de slaapkamers waren gemaakt van dunne houten plankjes, zodat het gesnurk van ondergetekende een asociaal goede klankkast had en je elke scheet kon horen die aan de andere kant van het huis werd gelaten.

Maar het ergste waren de krakende planken op de overloop. Zodra er iemand zijn slaapkamer in- of uit wou (effe pisse) moest hij over die krakende planken lopen en dan waren de andere mannen meteen weer klaarwakker. Je deed geen oog dicht. Tussen het gekraak van de laatste die 's avonds naar bed ging en het gekraak van de eerste die 's morgens moest pissen zat hooguit een paar uur, dus van slapen is deze week weinig terechtgekomen. Maar goed, dat hoort erbij, bij zo'n vistrip. Je moet toch iets te zeiken hebben.

We gaan afscheid nemen van onze natuurlijke vrienden, zoals de meeuwen die konstant achter de boot aan vlogen en urenlang bleven ronddobberen in de hoop op een visje, of wat afval van een paar vissen die wij aan boord zouden schoonmaken. Dat waren we namelijk wel van plan. We hadden ons voorgenomen om de vis meteen zodra hij uit het water kwam te ontdoen van zijn ingewanden, want dat is echt de allerbeste manier om de filets vers en hiegiejeenies te bewaren. 

Maar goede voornemens botsen vaak met de praktijk. Want je staat daar heerlijk te genieten van de omgeving en lekker te vissen en te kicken van het drillen... dus dan heb je effe geen zin in vieze klauwen en scherpe fileermessen en bloederige ingewanden en smerige troep in de boot. We hadden aan boord wel een koelsysteem 2.0  want we hadden twee dezelfde bakken op elkaar gezet. In de onderste zat 5 cm keihard bevroren water (in de vriezer gezet) en daar legden we de vis op. Daarop de tweede bak die zorgde voor schaduw en een handige plek voor onthaaktangen, schepnetten, gaffs en dergelijke. Dus we stonden 's avonds in het fileerhok weer met een rechte rug aan een handig aanrecht met een goede snijplank en stromend water onze gekoelde vis te fileren ... en dat bevalt in de praktijk toch het best.

Je moet ook de groeten hebben van die Jan-van-Goedemiddag  die ons in de vorige aflevering zo hoopvol en hypnotiserend had aangekeken. Hij had na urenlang bespieden en stalken moeten konstateren dat deze mannen te-grote pollakken vingen en dat de paar schaarse makreeltjes die ze vingen helaas niet overboord werden gegooid, maar door hen zelf werden gebruikt als aas, of belandden in een Hollandse rookoven. 

Maar de meeste groeten krijg je van de talloze goudbruine kelp-pollakken die fanatiek op ons kunstaas knalden. Prachtvissen die na een heerlijk felle dril, een stevige knokpartij, een hoepelkromme hengel en een korte blik vol bewondering weer springlevend in zee werden teruggezet. Ze zwemmen daar nog steeds rond... en zijn ondertussen al flink wat groter gegroeid. 

We nemen afscheid van Noorwegen en hopen dat we er gauw weer mogen terugkomen. Het maakt niet uit waar we dan heengaan... maakt niet uit onder welke omstandigheden... Het maakt niet uit of we dan veel- of weinig vis vangen.  Er valt altijd wel een mooi avontuur te beleven. 

Vissersgroeten van Geert Luinge: email:  g.luinge2@upcmail.nl

In de vorige afleveringen van deze allround-praktijk-serie over het vissen in het buitenland lees je de avonturen die we beleefden in Noorwegen, Denemarken, Bretagne, Normandie, Ierland, Wales en de Middellandse zee ... via > deze link <

ANDEREN LAZEN OOK

image description
Zicht op zeebaars: Wat een drama voorjaar!
Willem Moorman -
image description
Witvisperikelen: Weerzien
Willem Moorman -