image description

De haken en ogen van een Noorse vistrip: deel 25

Tekst en fotografie:  Geert Luinge

In dit derde deel van ons visavontuur bij Saltstraumen wil ik een paar kritische noten kraken over de commercie in de hengelsport, maar we zullen beginnen met wat onschuldige sfeerplaatjes van de zeer succesvolle visserij en de prachtige vissen die we daar hebben gevangen.

Ik had je verteld over de gigantisch sterke getijdenstroming die hier door een smalle opening wordt geperst, waardoor er levensgevaarlijke draaikolken ontstaan waar je als visser respekt voor moet hebben. Je weet inmiddels ook dat je hier altijd rekening moet houden met het zogenaamde spook-tij, een twee uur durende periode waarin je met een visboot absoluut niet door de gierende stroming mag/kunt varen.

Je had ook al begrepen dat het deze week barstte van de koolvis, en ik zal je niet gaan vervelen met aantallen en afmetingen, maar je kunt aan de kiekjes wel zien dat het beste bakken waren waar we mooie sport aan beleefden.

Koolvissen vang je meestal op half water (dus niet bij de bodem). Vooral als je een slanke (snel zinkende) pilker of shad naar beneden laat zakken tot de diepte waarop de school hangt (dat zie je duidelijk op de fishfinder) en daarna ga je vrij snel binnendraaien... In vliegende vaart komen ze dan van onderen en ketsen keihard op je kunstaas. Heerlijk.

Het wordt helemaal spannend als er een school jagende koolvissen aan het oppervlak verschijnt. Dat is echt een hyperaktieve chaos en een zenuwslopende hit-and-run visserij. Je krijgt ongeveer 10 tellen de tijd om hier je pilker tussen de jagende koolvissen te gooien, maar daarna is de school alweer honderd meter verder gezwommen, dus je moet er achteraan. Dat betekent: motor starten, 100 meter varen, ingooien, drillen, vangen... motor starten, 100 meter varen, ingooien... bonk! ... volgende koolvis... enzovoort. Heerlijk lopende band werk.

Maar ik had je helaas ook al verteld over onze 'collega vissers' die met kruiwagens vol koolvis-filets uit het fileerhok tevoorschijn kwamen... en daar houden wij dus niet van. Alle (honderden) koolvissen die bij ons aan boord kwamen zijn weer springlevend vrijgelaten en ook de heilbotten die deze week ons pad kruisten kunnen het nog steeds navertellen.

Kortom, wij vissen voor de sport, niet voor de pan, en al helemaal niet voor de poen. We nemen wel wat kabeljauwfilet mee naar huis, maar in eerlijke porties. Sinds 1 januari 2018 mag je per persoon 20 kilo vis meenemen uit Noorwegen (na een vistrip van een week) en daar houden we ons natuurlijk aan.

Hoe anders was dat bij de rest van de 'sportvissers' in het semi-professionele visvang-kamp Saltstraumen Brygge. Je kunt hier gerust de hele nacht in het fileerhok gaan staan en dan zul je je geen minuut vervelen.

Doorlopend worden er kisten vol vis binnen gebracht, die verwerkt worden tot meeneembare diepvries-pakketjes. Het is er een komen en gaan van kisten vol vuile vis en kruiwagens vol schone filets. Iets verderop onder een groot afdak staan maar liefst twintig enorme vrieskisten op een rij, waar de vangst meteen keihard wordt ingevroren. Je krijgt hier echt het gevoel dat je in een vis-verwerkende-fabriek staat.

Helaas is deze Noorse vismijn ook ontdekt door hebzuchtige Zweden, Finnen en Russen die lachen om de voorschriften. Ze hebben schijt aan de regels en proberen er op allerlei slinkse manieren onderuit te komen.

Dus wat doen de heren? Ze nemen zoveel mogelijk familie mee (want ook een baby mag 20 kilo vis meenemen!) en als het zo uitkomt rijden ze tussendoor even met een volgestampte stationcar naar de grens en weer terug. Die 20 kilo lijkt in hun geval meer op 200 kilo per persoon. Belachelijk. Schandalig.

Gelukkig zijn de boetes voor zulke illegale smokkel-akties (want dat zijn het) de laatste jaren flink omhoog gegaan, maar helaas is er nog héél veel vis die meteen de kop wordt ingeslagen zodra hij aan boord komt. Vanwege de poen. Want je weet: Geld regeert de wereld. Of volgens een oud gezegde: Geld dat stom is, maakt recht wat krom is. Toch jammer.

Dan is er nog iets wat me in het verkeerde keelgat is geschoten: het benzine-beleid bij de boten-verhuurderij. Normaal gesproken betaal je alle benzine die je tijdens een vistrip verstookt en aan het einde van de week lever je de boot gewoon weer in met een volle tank. Maar hier hebben ze een vuil slimmigheidje aan de regels toegevoegd: Ze beginnen met de tank helemaal vol te gooien en al die benzine moet je meteen afrekenen maar... de benzinetank moet weer leeg ingeleverd worden!

Dus alle benzine die nog in de tank zit op het moment dat jij de boot inlevert... is voor de baas. Maar dat is niet eerlijk ( jij hebt die benzine al betaald) en bovendien zeer gevaarlijk. Op deze manier vragen ze erom

dat hun gasten op het einde van de vistrip zo zuinig mogelijk hun tank gaan leegvaren. Maar... op de terugweg moet je weer langs die gevaarlijke draaikolken... en als je dan zonder benzine komt te zitten... wordt het een angstig verhaal. Dit is een zeer klant-onvriendelijke manier van 'aftanken' die stinkt naar geldklopperij en ordinaire afzetterij. Ze moesten zich schamen.

Gelukkig wordt er bij de meeste accomodaties in Noorwegen wèl op een eerlijke en veilige manier met hun  klanten omgesprongen, maar blijkbaar heeft hier de commercie genadeloos toegeslagen en wil men aan de (overigens fantastische) visserij vooral een heeeleboel geld verdienen. Erg jammer.

Maar goed, ik wil de sfeer niet bederven, dus we gaan lekker verder met een paar plaatjes van de omgeving.

Het ontzettend grote- en vreselijk diepe Skjerstadfjord dat elke dag twee keer volloopt en leegloopt via de smalle doorgang bij Saltstraumen is een hele moeilijke stek. Aan het oppervlak kun je vaak wel scholen jagende vis zien (als er tenminste niet te veel golven zijn) maar in het midden is het fjord meer dan 500 meter diep... en zoveel lijn heb ik niet op mijn spoel zitten. We blijven dus vlak bij de kant. Als je nog plannen had om ergens aan land te gaan om effies de benen te strekken, een bakkie te doen of een sanitaire stop te houden, dan kun je het shaken. Overal steile rotsen.

Op de foto zie je hoe dicht we langs de rotswand driften en de boot ligt nu ongeveer 5 meter uit de kant. Maar de fishfinder op de voorgrond geeft aan dat het hier 36 meter diep is ! Je komt hier ook gauw vast te zitten aan de begroeide rotsen, maar je hebt wel weer kans op een zeewolf ...

Toch kun je dan beter ergens op het wijd een 'losse bult' opzoeken. Dat vist prettiger. Ik bedoel een onderwater-berg die omringd wordt door dieper water. Die zijn vooral te vinden aan de andere kant van de brug, dus daarvoor moeten we eerst weer langs de gierende stroming varen. Blijft spannend.

Aan de buitenkant gaan we op zoek naar een duidelijk afgetekende onderwaterberg. Liefst eentje die grenst aan- of omringd wordt door dieper water. Na een beetje inzoomen op de waterkaart hebben we al gauw een veelbelovende stek gevonden.

Dit was echt een toppertje. De perfekte bult. Onze boot ligt er nu exact boven. Aan de dikte van de bodemlijn kun je zien dat het een harde schone bodem is (als het ondieper zou zijn stond het waarschijnlijk vol met waterplanten) en op half water hangt een school vis. Helemaal volgens het boekje.

Dus dan lig je eindelijk op een perfekte stek en kan het feest beginnen... en dan begint het verdikkie te regenen. Zucht. Er is altijd wel weer iets dat de pret kan bederven. Maar gelukkig niet bij onze ploeg. We hebben al heel wat bakken zeiknat regenwater over ons heen gehad, maar dat mag de pret niet drukken.

In de afgelopen week hebben we meermalen meegemaakt dat er een hele beste kabeljauw werd gehaakt, waarbij iedereen aan boord vrolijk stond te juichen... maar zodra die vis langs het meetlint werd gelegd ... hoorde je gezucht en gejammer en stonden we toch weer een beetje te balen ... omdat hij nèt geen meter was. Het slaat eigenlijk nergens op, maar een vis van 99 cm is altijd te klein.  Hier heb je er twee naast elkaar, links een minner, rechts een plusser.

Terwijl de klok onverbiddellijk doortikte begon het einde van de trip in zicht te komen en hoewel de gullen bleven bijten en de koolvissen bleven knallen werd het tijd om naar huis te gaan.

... of kunnen we misschien toch nog éven doorvissen ?  Nou vooruit, ... nog ééntje dan.
... en dan nu de laatste ... en nu nog de allerlaatste... en dan nu de aller-aller...

De herinneringen die we aan deze vistrip hebben overgehouden zijn een vreemd mengsel van positieve gedachten zoals ' geweldig veel vis gevangen' en 'nog nooit zoveel koolvis bij elkaar gezien' en ' heerlijk gevist in een prachtige omgeving' , maar ook negatieve gedachten zoals ' waarom zetten die gasten zo'n grote heilbot niet levend terug?' en ' waarom moeten we betalen voor benzine die we niet hebben verbruikt?' en ' toch zonde dat er zo vreselijk veel vis wordt meegenomen'.

Maar het sterkste beeld dat voor altijd op mijn netvlies blijft staan is die gouden zonsondergang waarbij we ons helemaal klem vingen en mijn spinhengel overuren maakte. Die avond waarop alles perfekt was.

Je kunt alle belevenissen en vangsten en de technische tips van onze jarenlange vistrips naar Noorwegennog eens nalezen in deze Special  Ik hoop natuurlijk dat je er wat van hebt opgestoken, voor het geval dat je binnenkort zelf naar Noorwegen gaat, maar vooral dat je hebt genoten van dit mooie avontuur.

Binnenkort gaan we in deze rubriek verder met de haken en ogen van vistrips... naar andere landen in Europa.

Tot volgende week.

Vissersgroeten van Geert Luinge

g.luinge2@upcmail.nl

ANDEREN LAZEN OOK