image description

De haken en ogen van een Deense vistrip, deel 13 Samsoe

Tekst en fotografie:  Geert Luinge

Hallo vismaat, we waren vorige week geeindigd op de meest noordelijke punt van het Deense eiland Samsoe, waar ik een poging zou doen om met kunstaas een paar makrelen en/of een zeeforel te vangen.

Dat was een nogal optimistisch plan, gezien de waardeloze vangsten van de afgelopen weken, maar ik ben een doordouwer, dus blijf het proberen en ga vandaag een allerlaatste poging wagen.

Hoewel er al twee andere gasten op die stek stonden besloot ik toch om mijn waadpak aan te trekken en met mijn spinhengel en een rugzak vol kunstaas daarheen te lopen. Het was een flinke tippel door de duinen en vandaag was het behoorlijk warm, dus al gauw stond het zweet aan de binnenkant van mijn niet-ademende neopreen waadpak. Het wordt toch echt hoog tijd dat ik eens ga sparen voor een wèl ademend Goretex waadpak. Hoewel je dan nóg moet oppassen voor de gemene struiken en doornen waar je langs loopt.

Ik had eigenlijk gehoopt op een paar ervaren zeeforelspecialisten, maar als ik bij die twee vissers aankom blijkt dat het best aardige jongens zijn maar toch ook een beetje klungelige zondagsvissers, want ze lopen langs de waterkant op hun witte sportschoenen, hebben een slappe telescoophengel en een krakende molen waar amper lijn op zit en doordat ze niet kunnen waden en ook een niet ver genoeg ingooien ligt hun aas nog geen 30 meter uit de kant op een ondiepte van amper 30 centimeter.

Een van die knapen vertelde me dat hij hoopte op een kabeljauw, want 10 jaar geleden had hij die hier ook gevangen... en dat wou hij nóg wel eens meemaken. Zijn vrouw was gek op kibbeling en die zat thuis al met de pan klaar.

Ik durfde het bijna niet te zeggen, maar... zouden die gasten hier überhaupt iets gaan vangen? Met garnalen als aas op de bodem? Midden op de dag in kraakhelder kniediep water ? Dat gaat vast niks worden. Ja, een krabbenfeest.

Er was nog iets wat me verbaasde. De volgorde waarin ze visten. Ik bedoel dit: eerst deden ze aas op de haak... daarna gooiden ze in... en dan gingen ze een bak koffie inschenken en/of een sjekkie draaien en/of ouwehoeren... en pas daarna gingen ze opletten op hun hengel.

Dat lijkt me niet zo slim. Precies op het moment dat hun nieuwe verse aas op de bodem lag (dus het moment waarop je de meeste kans maakt op een aanbeet)... liepen ze weg bij hun hengel om iets anders te gaan doen.

Dat kun je beter in een andere volgorde doen. Beginnen met de koffie en het geouwehoer... dan je onderlijn beazen... dan ingooien... en daarna opletten, opletten en nog eens opletten ! Tot je weer indraait (met of zonder vis) en pas dán is het weer tijd voor een pauze. Okee, je gaat vissen voor de lol en om lekker te relaxen, maar als je dat gerelax in een andere volgorde doet wordt de kans groter dat je wat vangt.

 

 

Zelf was ik van plan om met kunstaas aan de gang te gaan, maar... kun jij ook altijd zo moeilijk kiezen ? In mijn schuur hangen véél te veel lepels, pilkers en pluggen om mee te nemen, maar zelfs als ik slechts tien kunstaasjes bij me heb... kan ik nóg niet kiezen. Na veel getwijfel knoop ik een 30 honderdste fluorocarbon onderlijn met onderaan een 15grams Toby lepel en 50cm daarboven een afstaande zijlijn met een dropper-vlieg.

Vlak voor de kant staat het vol met waterplanten en het barst er van de stekelbaarsjes, maar een eind verderop is een rand waar de planten ophouden en daar waad ik voorzichtig naartoe.

 

 

Ik doe een eerste worp om de lijn nat te maken... en sta te kijken of de lijn goed op mijn molen spoelt... maar op dát moment voel ik een keiharde bonk. In een reflex sla ik aan en... er hangt meteen vis aan ! In halve paniek (en om de lijn strak te houden) doe ik een paar stappen achteruit, maar verlies bijna mijn evenwicht op de gladde bodemstenen. Wankelend en struikelend weet ik de vis toch binnen te draaien

en na een hoop onhandig gedoe met het schepnet (dat op m'n rug hing maar ergens achter bleef haken) komt er wonder boven wonder een zeeforel boven water ! Jaja. Geen grote, maar toch. Jippie ! Eindelijk een mooie vis die mijn dag goed maakt. Eindelijk een zeeforel als beloning voor àl die moeite in de afgelopen weken. Hèhè.

In mijn enthousiasme werd ik toen wat overmoedig, want ik besloot om nog een eind verder het water in te waden en toen gebeurde er iets waar ik niet op had gerekend.

Een paar kilometer verderop voeren op dat moment namelijk twee veerboten die elkaar toevallig passeerden  en de twee hekgolven van die boten versterkten elkaar (interferentie van golven geeft grotere amplitude), waardoor er een extra hoge golf dreigend op me af kwam rollen.

Ik zie die mega-hoge golf naderen en wil gauw naar de kant toe waden, maar dat gaat helaas niet zo snel... en als ik halverwege ben krijg ik van achteren een keihard spetterende klotsgolf over me heen, die via mijn oksels en via mijn kruis tot aan mijn tenen zeiknat doorsijpelt.

Fijn ! Nu heb ik als bonus een waadpak vol water. Zucht. Waarom moet dat nou weer de pret bederven? Kreun. Ja joh... je nam ietsje te veel risico en dan kan het fout aflopen. Je hebt nog mazzel gehad. Niet mopperen en klagen, maar gewoon in je klotsende waadpak dat hele teringeind teruglopen. Vandaag in ieder geval wèl een zeeforel gevangen!

Op de terugweg schrik ik me te pletter als ik langs een hek loop, want precies op het moment dat ik de hoek om kom... begint er een schaap keihard te blèren.

Ik had ook beloofd dat ik in het dorp wat boodschappen zou doen, maar liep daar dus met een zeiknatte broek door de supermarkt en er was een mevrouw die me heel raar aankeek. Nee, ik heb ècht niet in m'n broek gezeken !

Bij de caravan werd ik verwelkomd door een jonge koolmees die gek was op het vogelzaad dat ik rond de tent had gegooid en langs de rand van het bos zat een vlinder te genieten van de zon.

De volgende morgen rijd ik naar de allerlaatste stek die ik hier op het eiland Samsoe aandoe. Bij het haventje van Langoer ligt een smalle vaargeul die wordt gemarkeerd door boeien, dus daar tuig ik nog één keer mijn hengel op (dacht ik) en ik beaas de onderlijn met een heerlijke wormen-kebab (het aas niet in de lengterichting over de haak schuiven, maar eerst in stukken knippen en dan die stukjes overdwars op de haak rijgen, zodat er veel meer sappen en smaakstoffen uit vrijkomen).

Terwijl ik zit te wachten op een aanbeet zie ik vlak langs de kant een kolk. Dat moet vis zijn! Maar welke soort? Even later zie ik weer een kolk vlak bij de kant, dus tuig ik snel mijn (tweede) spinhengel op, in de hoop dat dit een jagende zeeforel is. Maar 10 minuten later zie ik opeens een vis uit het water springen... Aha... het is geen zeeforel, maar geep.

Weet je wat... ik tuig bliksemsnel mijn (derde) lange penhengel op en monteer een geepdobber, zodat ik deze trip misschien kan afsluiten met een paar van die zilveren pijlen...

Omdat geep meestal erg gevoelig is voor weerstand monteer een schuivende dobber met een lange dunne wapperlijn, alleen... wat kan ik nu nog gebruiken als aas?

De voorraad zeeaas is onderhand op, maar gelukkig heb ik vooraf m'n huiswerk goed gedaan, want onderin de koelbox ligt nog een knijpzakje met zout (en een scheutje pilchardolie) en daarin heb ik (misschien wel een jaar geleden) ooit de lange taaie zij-vinnetjes bewaard  die ik afsneed van een paar scharren die ik toen had gevangen. Dat kwam nu goed van pas.

Die slanke scharrenvinnetjes zijn ontzettend taai en soepel en ze wapperen prachtig in de stroming... en even later werd ik inderdaad beloond met zo'n zilveren snavelbek.

Dat was wel een aardige afsluiter van deze Deense visvakantie. Gelukkig toch nog iets gevangen. Ik was nu eigenlijk van plan om lekker relaxed de spulletjes te gaan opruimen en mijn 3 opgetuigde hengels te ontmantelen, maar... toen ik naar de horizon keek... kwam er een onheilspellende regenbui mijn kant op ... en weet je hoe snel zoiets kan gaan?!

Ik was nog niet eens klaar met het opruimen van stoel en steun toen de eerste dikke druppels vielen en binnen no-time stond ik in de stromende regen. Ik flikkerde die hele hengelbende overhaast in de achterbak (dat zoeken we later wel weer uit) en met de ruitenwissers op maximaal reed ik terug naar de camping.

Dat was dus het niet-zo-prettige einde van een niet-zo-succesvolle vistrip naar een niet-zo-visrijk gebied. Ik zeg het eerlijk. Het is niet anders. Soms doe je héél erg je best... en dan lukt het nóg niet. Dan ligt het waarschijnlijk aan andere faktoren. Dingen waar jij niks aan kunt veranderen.

Het nadeel is altijd dat je aan jezelf gaat twijfelen en dat is nooit leuk, maar het voordeel is dat je nog steeds kunt blijven hopen op- en dromen over- die ene vis die je zó graag had willen vangen. Je houdt iets te wensen over. En... als vissen makkelijk was... dan was er niks an.

Dus... heb ik er tóch van genoten ?  Best wel.

Had ik het anders moeten aanpakken ? Misschien wel.

Heb ik mijn uiterste best gedaan ?  Echt wel.

Zou iemand anders het veel beter kunnen ?  Vast wel.

Was het toch een beetje een flop ? Eigenlijk wel.

Maar ook best een spannend avontuur ? Heus wel.

Blijft er nog iets te wensen over ?  Zeker wel.

Dan gaan we deze Deense vistrip nu afsluiten. Vaarwel.

Je kunt de vorige afleveringen over vistrips naar Noorwegen, Denemarken, de Middellandse Zee, Normandië, Ierland en Bretagne nog eens bekijken via deze link 

Vissersgroeten van  Geert Luinge

g.luinge2@upcmail.nl

ANDEREN LAZEN OOK