De ene jerkbait is de andere niet… (2/2)

Onlangs verschenen in Dé Roofvis

De ene jerkbait is de andere niet… (2/2)

Door Berthil Bos

Zoals ik al zei gaan dit soort jerkbaits nogal kort om hun as en wil je dus wat langzamer vissen, zorg er dan voor dat de lijn zoveel mogelijk strak blijft zodat de dreggen niet om je lijn slaan. Zijn de omstandigheden van dien aard dat je lekker met de boot kunt driften en je worpen kunt afmaken voordat de boot de glider heeft ingehaald, dan is een allround jerkbait als de BusterJerk van Strike Pro en de Booner van André Koehoorn een goede keus.

Deze jerkbaits zijn met iets langere tikken eenvoudig binnen te vissen, al kan een combinatie van kort en lang voor de snoek ook  zeer interessant zijn. Onthoud wel dat jerkbaits van hout onderling kunnen verschillen in actie, aangezien de uitloding nooit precies het gelijk is.


De Rapper van Spro heeft met zijn luide kogels een streepje voor.

Een nieuw lid van de Strike Pro familie is de Bandit Tail die dezelfde fantastische resultaten geeft als zijn broer de Buster-Jerk. Buiten de luide kogels bezit deze nieuweling ook nog een twisterstaart die als trigger fungeert. Op het einde van de zijwaartse vlucht zal het twisterstaartje nog lekker even doorzwabberen en dat vindt de snoek geweldig.

Het triggert de vis vaak net iets meer en het doorbreekt eventuele dressuur wat sneller, waardoor je meer kunt scoren met deze noviteit. Kunnen we de boot op één plaats houden door middel van een anker, de i-Pilot of gewoon een windstilte, dan kunnen we een stek of de gelokaliseerde vis rustig bevissen. Hierbij is er ruimte voor wijd uitslaande jerkbaits.

De Big Bandit van Strike Pro, de Tukker van Erik de Lange en de XL van Aad Dam hebben de juiste uitloding voor hun lengte en kunnen met lange, niet te harde tikken, rustig worden binnengevist. Op die manier verblijven ze lange tijd in de gevarenzone. Geef dit soort kunstaas lekker de tijd en tel desnoods hardop of binnensmonds ‘21, 22, 23’ voor je de volgende tik geeft.

Jerkbaits met een wiebel hebben eveneens tijd nodig voor hun actie en zijn zodoende niet geschikt voor al te snelle driften. Het zijn kunstaasjes die je met gevoel moet behandelen. Bij iedere ‘luizige’, niet te harde tik, zal hij meestal op het eind van zijn linkse of rechtse uitslag gaan flanken en door de druk op de lijn even te laten vieren, krijgt hij hier ook de kans toe.


Wiebelende gliders hebben het zwaar in deze tandenmassa. 

Om deze wiebelaars niet te harde tikken te geven, gebruik ik graag een hengel met een iets zachtere inborst. De Halve Liter van Arjan Willems, de Striker van Rob Kraaijeveld en de Bössel van Erik de Lange hebben deze wiebel als geen ander. Veel van deze schommelaars hebben een rond laag profiel, waardoor de lengte niet alles zegt over de lengte van de glijvlucht. De Bössel en Halve Liter leveren ondanks hun geringe lengte een behoorlijke glijvlucht.

Hybriden
Als je het woord ‘hybride’ opzoekt in woordenboek krijg je als omschrijving; ‘bastaard, kruising en halfslachtig’. Een beetje een allegaartje. En dat klopt wel zo’n beetje, want eigenlijk doet dit soort jerkbaits van alles wat: flanken, tollen en zigzaggen. Dit onvoorspelbare is zeker het geheim van dit kunstaas, maar vereist dan meteen ook wel wat meer techniek van de visser.


In een beschutte omgeving zijn jerkbaits die slack nodig hebben op hun plaats.

De hybride (ook wel ‘flanker’ genoemd) is een jerkbait die je niet mag vergeten, vooral als er snel gevist moet worden door de drift. Toch kan je de meeste van deze hybriden op diverse manieren vissen en variëren in technieken is dan ook het beste. De Hammer van Arjan Willems en de Torob van Rob Kraaijenveld zijn hybriden die je zowel snel met korte kleine tikjes kunt binnenvissen als langzaam, waarbij je het kunstaasje de tijd moet geven om zijn weg te kiezen.

Deze hybriden hebben vaak het bevestigingsoogje boven op de neus zitten en dan weet je dus op voorhand dat deze jerkbait bij iedere tik mooi gaat kantelen (flanken). De Warrior van Salmo is een flanker die alleen om zijn as rolt, maar dan wel op een manier die menig snoek tot een aanval verleidt. Hoe ze deze wiebel erin hebben gekregen weet ik niet, maar met alleen binnenhalen is hij al net zo levensgevaarlijk als zijn grote broer de Fatso, laat staan met kleine tikjes.

Het is niet makkelijk om in een winkel aan de hand van de vorm te bepalen hoe een hybride jerkbait zich gedraagt in het water. Het bevestigingsoogje en de lengte geven wel een indicatie, maar je zult hem in de praktijk moeten uitproberen op effectiviteit en actie.


Vol eroverheen gegleden…

Pullbaits
Ook bij de ‘pullbaits’, waarbij de Salmo Jack mijn favoriet is, valt een zinkende versie te prefereren boven een drijvende. Met lange, naar beneden gerichte halen, wordt de Jack binnengevist waardoor je een zagende beweging krijgt - hoe miniem ook. Ikzelf geef op het einde van de duikbeweging nog een klein tikje na, dat geeft me meer vertrouwen.

De actie die een pullbait vertoont stelt misschien voor ons niet veel voor, maar de roofvis denkt daar heel anders over. De Salmo Jack heeft verder een geheimpje: hij is door de staartdreg te verplaatsen naar het kopoog, in één klap omgetoverd tot een type glider. En het werkt ook nog.


De Salmo Jack pullbait is door de dreggen om te wisselen omgetoverd tot een glider.

Andere uitstekende pullbaits zijn de Suick en de Bobby Bait die een metalen schoepje als staart hebben, waarmee je het duikgedrag kunt beïnvloeden. Het enige nadeel is dat deze jerkbaits na een ruig gevecht met Esox van de leg kunnen zijn omdat de schoep verbogen is, en dat vergt altijd wat herstelwerk.

Swimbaits
De laatste tijd zijn vooral de ‘meerdelige’ jerkbaits -bekend onder de naam ‘swimbait’- erg populair. Deze swimbaits, de naam zegt het al, hebben al een mooie zwemactie bij het normaal binnenvissen. De slangachtige actie verleidt op deze manier al veel roofvis. Die actie verandert bij het jerken in die van een paniekerige aasvis en wel zodanig dat vriend Esox er wel in moet trappen.

Met swimbaits moet je experimenteren en dat is meteen het leuke ervan. Doordat de geschakelde lichaamsdelen als het ware dubbelklappen, zendt de swimbait duidelijk waarneembare drukgolven uit, zodat de roofvis het aasje al van verre ‘hoort’ aankomen. Door de weerstand in het water kun je het beste een snelzinkende versie aanschaffen omdat deze al heel gemakkelijk ondiep te vissen is.

Je hebt tweedelige, driedelige en zelfs vierdelige swimbaits die je echt eerst moet uitproberen om te zien welke actie ze vertonen. Door de geweldige flexibele actie komt het wel regelmatig voor dat de dreggen in de war raken met de onderlijn of dat de staartdreg over de staartwortel slaat. Vooral als je hem na een paar jerken even laat stilvallen kan dit gebeuren.

Je kunt dit proberen te voorkomen door rond de beide splitringen waaraan de dreggen zitten, een stukje ventielslang te plaatsen. Hierdoor maak je de constructie een beetje star waardoor zowel de dreg als de speld de staartwortel moeilijker kunnen bereiken.


Wiebelaars, hybriden, pullbaits en swimbaits hebben elk een andere actie.

Blijf variëren
Bovenstaande beknopte overzicht is bedoeld als leidraad voor kunstaasvissers die moeite hebben met het kiezen van een geschikte jerkbait, maar ook een stimulans om te gaan nadenken bij de dingen die je doet. De soorten en merken die ik heb genoemd hebben zich in de praktijk bewezen, maar dat wil natuurlijk niet zeggen dat dit het enige goede is wat de markt te bieden heeft. Er zijn nog vele andere die prima voldoen.

Schaf in het begin niet te veel jerkbaits aan. Probeer eerst de actie die erbij hoort te leren kennen. Zorg bij latere aankopen voor variatie in acties, omdat de verschillende acties elkaar mooi aanvullen in de wisselende situaties die je tegenkomt. Dus als je binnenkort weer eens een hengelsportwinkel binnenkomt, dan weet je dat de één de ander niet is en kan de winkelier misschien nog wat van jou leren!


Swimbaits zijn voor vele snoeken onweerstanbaar!

Berthil Bos

Eerder verschenen: Deel 1.

ANDEREN LAZEN OOK