image description

De Allrounder 92: Deel twee

Baarswedstrijdje...

Daarna lijken de wat grotere vissen wakker. We vangen nu regelmatig een twintiger, de vloek is bezworen. Iets in me wil opnieuw wat groter kunstaas monteren, om nog grotere vissen te vangen, maar het andere, grootste deel wil gewoon lekker verder veel visjes vangen.

Het kleine kunstaas blijft dus hangen. Het gaat lekker. Beetje bij beetje schuiven we op. Bij een lange sloot verwacht ik dat een spinnertje het nog wat beter zou kunnen doen. Dries gaat door met het lepeltje. Een paar vissen later gaat zijn Urban Pirate mooi rond. Oei, die vis wordt misschien en concurrent voor mijn grootste baars. Hij blijft echter een paar cm onder de "big one" van me, dus voorlopig is mijn eer gered. 


Wel een mooie vis!

Ik kan een tijdje niet mee in de aantallen van zoonlief, meer zelfs, ik krijg bijna geen aanbeten meer. In een uitloop vang hij een paar hoge twintigers. Na een tijdje zijn ze op, en schuift hij door. Niet ver van zijn stek krijg ik een keiharde aanslag. Ik verwacht een mooie baars, maar het is een ruisvoorn die zich eens goed liet gaan. Niet echt groot, maar wat is hij mooi van kleur, typisch voor in deze goed begroeide, heldere sloten.


Roof-ruischer

Ik blijf echter achterop hinken in aantallen en dat zint me niet. De kleine lepel gaat er weer aan, en direct komt mijn teller terug op dreef. Na een aantal mooie vissen buigt de hengel weer wat dieper in zijn dansbewegingen. Dries zit te ver om hem te roepen voor de foto, maar het meetlint duidt aan dat het bijna een verbetering van het PR van de dag werd.


Nog een knappert

Ik kom aan het soort stek dat het normaal goed zou moeten doen. Een open gat pal naast een brugje en verderop een dicht tapijt van eendenkroos. Grotere vissen verkiezen vaak dit soort van donkere stekjes uit om te vertoeven. Eens kijken als ik mijn theorie ook kan omzetten in de praktijk. Er blijkt inderdaad redelijk wat vis te zitten, maar grotere dan 18cm geraak ik niet. De teller nadert ondertussen wel de beoogde 100 stuks.


Dit zou een topstek kunnen zijn

De motregen die nu en dan al viel, schakelt een versnelling hoger, en we zijn blij dat Wim ons met de wagen komt ophalen. Wim loopt al de ganse tijd voor ons uit, op zoek naar snoek. Voorlopig liep het nog niet zo best, maar hij had wel al een paar knappe baarzen. Hij heeft ze echter niet gemeten, want hij vist buiten wedstrijd.

Terwijl we in de auto zitten “pingt” mijn telefoon. Het is Kurt die meldt dat hij wel aan een grote baars geraakt is. Hij had hem op een snoekshad, en bracht 43cm op het meetlint, dus ik ben er waarschijnlijk aan voor de moeite. Als ik hem vraag om de foto, krijg ik onderstaand beeld terug:


Drie en veertig cm

Goed geprobeerd Kurt ...  Er is dus nog hoop, maar eerlijk gezegd verwacht ik het niet echt. Na de regen peuter ik een smalle beek af. Pal tegen een bedje plompbladen pluk ik vis na vis. Het lijkt wel alsof ze daar een baars-feestje houden, en ze in een rijtje liggen te wachten voor een luchtdoop. Vooral tegen de drie op elkaar liggende bladeren gaat het ongelofelijk los.


Baars-feestje van onder de plomp

De 100 is al ruim overschreden als ik doorstap naar de volgende stek. Daar liggen nogal wat voorns in de oppervlakte te happen. Dries probeert ze te vangen. Na zijn eerste snelle vangst, lukt het hem verder niet meer. Ik heb speciaal voor dit soort stek mijn kleinste lepeltje voorzien van een extra klein goudkleurig haakje. Dit in de hoop dat ze nog vlotter naar dit blinkende slingerende haakje zouden happen. Een klein beetje roze nagellak op de haakbocht vormt de extra versiering. Eens kijken als dit lukt. Patat, de eerste worp al gelijk een kleine ruisvoorn.


De eerste

Daarna wordt het een tijdje stil. Vreemd dat we zo snel de eerste hebben en dan niets meer??? Ik probeer verschillende manieren van binnenvissen uit. Dan kom ik op de juiste wijze. Na een heffing van de hengel, moet ik het lepeltje ietwat laten vallen. De voorns zijn vandaag helemaal tuk op deze aanbieding, zolang  mijn fladderding niet te diep duikt.

Het is nu ruisvoorn na ruisvoorn die er op slaat. Nu en dan ‘klappen’ ze er ook echt hard op, harder dan wat de baarzen doen. Ik krijg er niet gauw genoeg van. Als het lepeltje eens toch wat dieper valt, volgt een heel harde tik. De dril mag er ook best zijn, en ik kijk reikhalzend uit wat de vangst dit keer wordt. Een “roof-blankvoorn”, was de tikker van dienst. Hij heeft de typische polder-blankvoorn-kleur.


Typische polder-blankvoorn-kleur.

Natuurlijk probeer ik meer van die grotere voorns te vangen, maar het blijft bij die ene. Bij de ruisvoorns is het zotte uurtje ook voorbij, dus is het niet zo erg dat Wim ons komt ophalen om weer van stek te veranderen. We rijden naar een sloot die ons vorig jaar nog behoorlijk mooie snoeken opbracht. Het water staat er echter erg laag, dus rijden we nog wat door. Bij een brugje gaan we aan de slag. Het loopt eerst vlotst bij mij, maar dan neemt Dries het voortouw. Na wat baars vangt hij nog een specialleke. Een bleitje droomde ervan om ook eens “roofblei” te zijn, en dus moest hij toegrijpen op een opgetikt kunstaasje.


I had a bream, euch dream

Daarna zijn het allemaal kleine baarsje die de vangst uitmaken. De regen komt weer opzetten. Dries zijn niet-regenjas kan nog wat vocht bij absorberen. Mijn verstrooide professor vergat namelijk zijn regenjas in te laden, en gelukkig had Wim nog een reserve zomerjas in de auto.


Iets droger door een geleende jas

De regenval trekt echter nog meer aan, het begint ook onaangenaam af te koelen. Morgen wordt het een echt koude dag, en dat is nu al voelbaar. Meer dan 160 vissen staan op mijn teller, en nog ben ik het spelletje niet echt beu. Toch is het ook zo dat er geen te grote vangstdrift meer aan het stuwen is.

Het is dan ook niet zo erg als Wim komt aanzetten met het bericht dat hij de stopknop wil induwen. In de verte komen zwarte wolken opzetten, en het is al zo slim dat we nu ons niet meer zeiknat laten worden. De koeien in de wei hebben zich ook al opgesteld met hun kont naar de wind toe. Ze zijn ook best wat water verwachtend, en proberen zich op die manier wat uit de regen te houden.


In “regen-verdedigings-positie”

We zijn nog niet ver weg gereden als de regen met bakken naar beneden komt. Dat is al zo prettig als je dan binnen zit... Dagen later komt het bericht binnen dat ik de baars-wedstrijd heb gewonnen. Best wel een leuk berichtje dus, maar zo zie je dat ik toch gelijk had met mijn eerste stelling: het werd eerder een “gelukje” dan een vaardigheid.

Bart Debaes