image description

De Allrounder 89

Peuteren op grote diepte ( deel 2 )

Daar blijkt naast wat mini-baars nog weinig te halen, en ik besluit evenwijdig met de oever op te schuiven, dus zonder dat mijn diepte veel veranderd. Even is er een zachte hapering, maar ik weet onmiddellijk dat dit toch vis is. De hengel schiet dus instinctief omhoog.

Daar beneden voelt het zwaar aan, toch in vergelijking met de vorige kleine visjes. Met mijn zeer lichte Sency-Touch hengeltje beleef ik ongelofelijk veel pret aan de dril van de mooie baars. Dit is lang geen echt “grote bak” zoals ik ze vang op de grote rivieren, maar dit is ook geen stijve verticaalstok waar tegen hij zich moet verweren.

Hengel en vis zijn hier heerlijk met elkaar in balans. Even bedenk ik dat de nieuw ontworpen 1.5grams Schreinerhengel van Jan Bassez, (waarmee ik onlangs mocht poldervissen) bij deze visserij ook perfect zou passen. De dril zou zeker ook heerlijk zijn ermee.


Een betere baars

Verderop worden de vangsten weer kleiner, toch in grootte van de individuele vis. In aantallen mindert het niet. Mijn tellertje bulkt nu al in zijn frame, want het duidt al tegen de 200 stuks aan. Dit wordt waarschijnlijk een nieuw PR-dagje!!

Even let ik te weinig op bij het onthaken van een diepe zwelger, zodat ik door de opgekomen wind tegen een andere boot wordt geblazen. Eventjes draaien aan de remote-knop, en ik heb de belly weer beter onder controle. Ik drijf ook wat dieper volgens mijn sonar. Er staat hier zo een 8 meter onder mijn kont. “Beng” gaat het hard op de top. Ik vermoed weer een voorn, en de dril geeft me voorlopig gelijk. Ja hoor, een mooie ruischer laat zich pakken.

 


Weer zo een roof-ruischer

Het litteken van een aalscholversnavel staat nu op de andere zijde. De foto-zijde is mooi zilverkleurig gaaf. Ik kan nog drie soortgenoten bij vangen, dan nemen de kleine baarsjes het weer over. Ik ga de boot voorbij, en zoek vissend weer de 6 meterlijn op.

Op één stek krijg ik zowat constant tikken op de top, maar vang bijna niets. Wat voor super-mini-visjes vallen allemaal mijn lepeltje aan? Even denk ik om over te schakelen op een heel kleine 1 grams lepeltje, maar ik heb nu al zoveel vis, dat ik toch liever de wat grotere exemplaren zal proberen te vangen. Ik doe het dus omgekeerd, en schakel over op een 5grams LRF Psycho Sprat van Savage gear. Dat ding leverde me dit jaar ook al goed vis op, zowel op zoet als op zout water. De hoop op grote vis wordt echter niet direct ingelost. De eerste vissen zijn erg klein, en al helemaal in vergelijking met het formaat van het aas. Soms is het pilkertje groter dan de vangst.

 


Klein baarsje met grote honger

Wat verderop vang ik toch wat grotere baars-exemplaren; dit zorgt opnieuw voor drilgenot ten top! De bodem loopt hier diep door, tot behoorlijk dicht tegen de kant aan. Ik lig hier achter de grote boten, en daardoor is het helemaal windstil. Dat is nog zo prettig. Het zorgt ervoor dat ik het gevoel heb, dat ik nog nauwkeuriger kan peuteren. Een snoekbaarsje van dik 45 cm ziet in de Psycho Sprat een lekkere hap. De dril is opnieuw heerlijk, ik krijg deze ‘reus’ eerst niet van de grond, en heb alle tijd om een drilfoto te maken van de diep gebogen hengel.


Ze trekken nogal daar beneden!

Een tweetal minuten later ligt hij uit gedrild in de oppervlakte. De haak zit diep weg, maar komt gemakkelijk los. Ik grijp naar mijn camera, maar daar moet mijn vangst niets van weten. Met een paar schuddende bewegingen verlost hij zich uit mijn greep. Een beetje jammer, maar ik hoop nog op een herkansing bij een soortgenoot van deze “vluchter”. Op het scherm van mijn Hook 4 zie ik dat vanaf hier het talud snel oploopt, en er ligt vis tegen.

Dat kan geen slechte stek zijn. De “zotte sprot” mag zijn werk gaan doen in de diepte. Na een paar optikken voel ik een weerstand. Hard sla ik aan, want mijn zenuwen stonden onder spanning. Weer gaat de hengel hoepeltje rond. Yiehaaaa, daar is er nog zo ééntje! Het hoerageroep in mijn hoofd verstomd al snel. De hengel staat niet te dansen op het kopschudden van een vis. Ik heb geen grote snoekbaars vast, maar een nog veel groter talud.      

Op diverse manieren probeer ik het zaakje los te krijgen, maar 4/100 dyneema heeft natuurlijk niet genoeg power om de bodem op te heffen. De droge ‘spok’ die zich laat horen bij het knakken van de lijn, is dubbel zielig. Jammer dat ik mijn “zotte sprot” kwijt ben, maar het is nog erger omdat het mijn laatste was. Ze zijn nog wel te krijgen waarschijnlijk, maar ik zal die vandaag niet meer kunnen gebruiken.

Dus gaat de 2.4 grams versie van het tungsten fladderaas weer aan de speld. Bij het eerste zakken komt al direct weer een tikje. Een heel kleine zwartbekgrondel komt log naar boven. Wijd uitdraaiend zie ik hem vanuit de diepte opdoemen. De enkele haak zit in de aanzet van zijn buikvin, en daardoor kwam hij bijna dwars naar boven. Net als ik hem wil grijpen, spartelt hij zich los. Mijn petieterige aasje is voor dit soort van visjes nog te hoog gegrepen.

Ook voor een notoire “kleine-visjes-liefhebber” als ik, worden deze vandaag te klein bevonden, dus ik schuif een aantal meters door. Het lepeltje gaat terug de dieperik in, en eenmaal daar aangekomen wordt hij bij het eerste heffen alweer brutaal gestopt. Ik vermoed nu een voorn, maar de dril laat me al gauw weer aan baars denken. Het is een hoge, gespierde baars, en een paar keren moet de molenslip wat lijn toegeven. Geen wonder dat ik zit te glunderen in mijn buikbootje.

 


Gespierde tegenstander

Ik bid voor nog zo een exemplaar als ik de R2Sea - T.T. spoon weer laat zakken. De “BENG” waarmee hij op de bodem wordt verwelkomd, laat me danken dat mijn gebed werd verhoord. Het is echter geen baars, maar een knoert van een ‘roof-voorn’. De dril verloopt anders, maar zeker niet minder heftig. De diepe buiging van de hengel doet de lach op mijn gezicht enkel nog groter worden. My God, what a day! Ik weet dat mijn handen 22cm groot zijn, maar deze vis is echt wel een stuk langer. Pracht van een vis!

 


Pracht van een vis!

Een klein beetje verderop komt een kleine blankvoorn het rijtje van gevangen vissoorten langer maken. Dat dit visje van 12cm toch hapt naar mijn stukje metaal, slaat me met verwondering. Het springt uit mijn handen net als ik het wil vereeuwigen, jammer.

Tegen een houten schoeiing aan, liggen veel kleine baarsjes, de teller tikt vlotjes omhoog. Dan kromt mijn hengel opnieuw op een mooie roof-ruischer. Als ik hem wil fotograferen terwijl hij nog in het water ligt, blijft hij spetteren in de oppervlakte. Dat hij hierbij een spat op mijn lens achterlaat zie ik maar een ganse tijd en veel foto’s later.


Een spetter van een voorn, letterlijk en figuurlijk

Nog is de lijst van gevangen vissoorten niet ten einde. Een nieuwe vissoort meldt zich. Het is dit keer een kleine winde. Dat dit kleintje rondscharrelt op 7,6 meter water, vind ik ook weeral vreemd. Te vaak gaan we er blijkbaar van uit dat kleine vis zich aan de oevers en ondiep bevind. Dit al helemaal, als ze normaal ook voedsel uit de oppervlakte plegen te halen, zoals windes vaak wel te doen. Hij ligt zo diep niet helemaal alleen. In het volgende half uur weet ik tussen de baarsjes door nog 2 jaargenoten te vangen.

 


Winde als zevende vissoort van de dag

Als mijn tellertje 260stuks aanduidt, deint er uit het niets een golf van voldoening over lijf en leden. Het is genoeg; en laat me u vertellen dat dit mij zeker niet vaak gebeurt. De haak gaat in het verkasoog, en ik laat me wegzakken in mijn buikbootje. Waaw, what a day! Minuten lang lig ik rond te dobberen, genietend van het zicht rondom me. Rust zie ik rond me, rust is in mijn hoofd. Ik heb nog tijd, moet niet direct thuis zijn, en de rit van dik 2 uur naar huis kan ik dus nog wat uitstellen.

Een kantvisser komt voorbij. Hij is niet zo tevreden over zijn dag. Een grote roofblei gemist, en een kleine snoek gevangen. Als hij me vraagt naar mijn vangsten, durf ik het getal echt niet te zeggen. Dit zal teveel klinken als stoef. Ik haal aan dat ik me amuseerde met vele kleintjes, en dat is goed. Hij gaat het wat verderop nog eens proberen.

Het praatje haalde me blijkbaar terug naar de werkelijkheid. Die innerlijke rust is zowat verdwenen. Als ik dan voorbij een stuk kom waar ik vroeger nog aardige baarzen ving, komt de vangstdrang weer op; als ik hij niet meer zo hevig.

De teller hoeft niet veel meer te stijgen, maar moest ik hier nog een paar mooie formaten kunnen vangen……….

Ik geloof hiervoor sterk in de Seducto Ribbed paddle tail , want naast baars is ook de snoekbaars er behoorlijk verzot op. Een groen exemplaar moet de klus gaan klaren. Aan de kleine tikjes her en der, probeer ik niet te veel aandacht te besteden, dat zijn toch maar kleintjes. Daar is toch een betere tik, mijn hengel gaat na de aanslag weer lekker aan het dansen. Mijn danspartner is een baars die het kleintjes stadium is ontgroeid; toch in vergelijking van de gemiddelde vis van de dag.


Dans-partners in green

Nog een paar leeftijdsgenoten komen mijn dag-einde opvrolijken. Dan eist de bodem ook deze vanger op. Nog zowat 40 meter te varen, vis ik nog of niet, is de hamvraag. Ik moet nog voorbij een houten paal, grote kans dat daar nog wat vis rond ligt; ik kan het dus niet laten. Even is er twijfel met wat ik ga vissen, en ik ga voor zekerheid. De supervanger van de dag mag er weer aan. De TT-spoon is nu wel voldoende uitgerust om nog wat te gaan zwemmen.

De beet komt niet zo snel als verwacht. Och ja, eigenlijk ben ik gewoon veel te verwend, want echt lang duurt het toch niet. Zacht wordt de hengeltop naar onder getrokken, helemaal geen harde tik. Toch weet ik gewoon dat dit vis is. De kromming van de hengel duidt aan dat het ook geen kleintje is. Het is weer kermis in mijn belly. Met snelle spurten wil de vis telkens weer naar de diepte, ondertussen test hij hoe soepel mijn molen lijn wil afgeven. Alles blijft heel, en ook dit straatvechtertje moet het uiteindelijk opgeven. Het avond licht streelt de flanken van de vis.


In de zakkende avondzon

Na het terugzetten, is daar het overweldigende rustgevoel opnieuw, volledig voldaan; heerlijk gevoel. Vissen zal ik niet meer, maar ik heb ook nog geen zin om van het water te gaan. Aan de lange terugrit wil ik nog niet denken. Rustig ronddobberen met een leeg hoofd, dat wil ik. De regelknop aan de remote control gaat op 35%, en zachtjes snor ik in het rond. Gewoonweg genieten van bootje-varen, euch bellyboat-varen.

Daar in de kant een grote kolk, kleine vis schiet uit het water. Ik vermoed roofblei, maar het zegt me niets. Normaal zou ik snel, of nog sneller grijpen naar gepast kunstaas om mijn kans te wagen, maar niet nu. Het zegt me niets. De tweede kolk ligt dichter bij me aan, de vis schuift in zijn jachtritueel naar me op, maar het zegt me niets. Toch wel; het zicht op deze actieve jager maakt het plaatje hier en nu wel mooier.

Het aantal van vandaag is een nieuw PR, maar toch is het vasthouden van het gevoel dat ik nu heb, veel bijzonderder.

Misschien kom ik hier beter niet meer terug; want zo goed als nu wordt het niet meer. Dan wordt elk nieuw bezoek hier een beetje een ontgoocheling. Alhoewel, ook de helft zou geen ontgoocheling zijn, dus: “on se revoit”, en dan mag die roofblei op zijn tellen passen

Bart Debaes