image description

De Allrounder 40   Veel gouden flitsen (1)

De Allrounder 40 

Veel gouden flitsen (1) 

Door Bart Debaes 

Als we een paar dagen vakantie hebben, dan wil mijn vrouw er graag op uit. Meestal mag ik dan uitkijken in welke richting de trip gaat, en daar Nederland een prima visland is, gaat het wel vaker die richting uit. Dit keer trekken we naar Noord-holland; deels omdat ik er een goedkope aanbieding vond, en natuurlijk ook vanwege de visstekken.

Vele jaren terug waren hier prima winterse witvisstekken te vinden, en die wil ik aanvallen met het silverdropshot systeem. Als we ons tijdelijk verblijf naderen hou ik toch even halt voor een echt typisch Hollands beeld.


Hoeveel Hollandser moet het zijn?

Internet is een prima stek om het huiswerk op voorhand wat te maken, en naast visstekken zocht ik ook wat hengelsportzaken op. Hopelijk kan ik daar wat laatste vangstgegevens samen sprokkelen, zodat ik beslagen aan de waterkant kom.

Veel uren zoekend vissen in een gezinsvakantie is altijd moeilijk, en dan is het veel leuker als je aan een stek begint waar het normaal gezien wel goed zou moeten zijn.

De ervaring leerde me al dat niet elke Nederlandse hengelsportzaak ook echt weet waar goed vis te vangen valt. Vaak willen ze enkel verkopen, en de nodige kennis wordt verwacht van de visser zelf.

Eigenlijk een beetje logisch dat klanten dan evengoed op het internet hun heil zoeken. Een zeker jammerlijk iets is dat door dit laatste vaak ook goede hengelsportzaken opgedoekt worden. Ze kunnen de concurrentie niet aan met het vaak goedkopere internet.

Hetzelfde geval was het bij twee winkels die ik had opgezocht; ze bestonden nu niet meer, enkel nog hun digitale geraamte hingen nog rond op het net.

Bij een toevallig gepasseerde dierenspeciaalzaak had ik meer geluk. De verkoper droeg een trui van Nash, en dan heb je wel kans dat hij ook wat van vissen afweet. Het was een karpervisser, maar hij meende te weten dat in het parkje wel eens een snoek gevangen was.

In de nabijgelegen haven moest normaal ook wat baars te vangen zijn, maar witvisstekken in de buurt; die waren er niet meer. De beroepsvisserij had, zoals op vele plaatsen in de streek, zowat alles kapot gevist.

Die avond sta ik in de haven. Ik vis mijn toegestane anderhalf uur vol, eigenlijk tegen beter weten in. Het water is zwart, met een doorzicht van zowat 8 centimeter; dus ver van ideaal om te dropshotten op baars.

De uitbundige wind, en de overvloedige regen hadden stevig huis gehouden. Er zijn nochtans vele stekken die aanlokkelijk genoeg zijn om ze een kans te geven.


Zeker voldoende stekken.

Verkleumd trek ik naar het afgesproken restaurant, blij dat daar het haardvuur brandt. De volgende dag is wat zonniger, en we trekken westwaarts richting kust. Met een kleine omweg kunnen we een hengelsportzaak in Heiloo meepikken. Deze stond hoog in mijn verlanglijst.

Ik was er nog nooit, maar vele jaren terug had ik op de eerste Fly-Fair in Hattem een zeer aangename avond met mijn kameraden en de uitbater van die toen sterk opkomende hengelsportzaak: Handy-fish. Er was die avond prima ambiance, maar het was ook heel leerrijk.

Als ik nu die winkel binnenstap, voel ik onmiddellijk: dit is een echte ‘mannenzaak’. Als het geen 300km van mijn huis was gelegen, zou ik hier wel vaker terug te vinden zijn. Een losse ongedwongen sfeer, op een mannelijke manier wat rommelig, maar aan de andere kant is alles prima uitgestald, en eigenlijk heeft de winkel een echt ruim gamma.

Vooral ook op het gebied van de vliegvisserij is het aanbod ruim. Hier en daar pluk ik wat uit de rekken. Als Bert Schouten, de eigenaar erbij komt, volgt van beide kanten geen herkenning, maar zijn stijl van praten roept dan wel weer herinneringen op.


Een toffe zaak, ‘a real mans-world’.

Gelukkig is er een gewone markt in de buurt waar de vrouw met plezier haar tijd kan slijten, want het ‘viswinkelbezoek’ duurt weeral veeeeel langer dan vooropgesteld. Daar ik weet dat Bert een fervent vliegvisser is, pols ik naar goede stekken daarvoor.

Mijn nieuwe visserij die ik deze winter al veel beoefende, namelijk het ‘Silverspinning’, leent zich namelijk ook uitstekend voor vliegvisstekken, zoals polders, en stadssingels.

Helaas komt geen opbeurend antwoord. Ik moet aanhoren dat het ook hier helemaal niet meer is zoals vroeger. Er gaat telkens veel zoekwerk aan te pas, voor je wat kleine vis kan vinden. Als ik hoor van een bijschuivende klant dat hij vaak een volledige sessie met de vaste stok afsluit zonder vis, dan weet ik het wel.

In die richting hoef ik het niet te zoeken. Het witvissen krijgt het ook hier hard te verduren van de beroeps. Er worden herinneringen opgehaald van ongelofelijke winterse vangsten in de buurt en de nabijgelegen havens, maar blijkbaar is alles nu zo goed als kapot.

De kans dat ik Noord-Holland nog opzoek om er te komen witvissen neemt met de slag heel kleine proporties aan. Ik heb er nochtans mooie herinneringen aan.


Ruime tijd terug veel vis gevangen.

De volgende morgen staat de zon fel te schijnen, de wind is zacht. Kort na de middag gaan we naar huis, maar toch wil ik nog wat vissen. In het dorp liggen her en der sloten, en al is het kleur niet hoopgevend, er moet een drang bevredigd worden.

De huilende wind van gisterenavond zorgde, samen met de overvloedig gevallen neerslag, in de meeste sloten ook voor pikzwart water. In sommige zie ik geen twee centimeter diep mijn felgekleurd kunstaas. Ze blijken vaak ook heel erg ondiep te zijn.

Nu hoor je mij niet beweren dat er op 30 centimeter water geen snoek kan worden gevangen, maar er zijn betere stekken. Snoeken is zoeken zegt men, en dit gebeurt nu zowel met de wagen als te voet.

Eén sloot lijkt me vanuit de wagen toch wat helderder. De hoofdsloot waar hij uitmondt is nochtans pikzwart, maar bij nadere inspectie heeft deze kleinere daar geen last van. Waarschijnlijk voert deze kleine traag zijn water af in de hoofdsloot, en blijft dus min of meer helder.

Terwijl ik de hengels klaarmaak ontwikkel ik een logica. Stel dat de snoeken het zwarte water willen ontvluchten, dan hebben ze hier echt wel een prima uitweg.

Ik gooi een paar keren het aanlokkelijke brugje aan. Vanwege het waterkleur kies ik voor de felgele Seducto jerkbait. De laatste tijd hangt niet veel anders meer aan mijn speld, overpeins ik. Het is in de korte tijd dat ik er mee vis, echt wel een uitstekend vanger gebleken.

De andere reden waarom ik voor dit klein aas kies, is omdat ik aan de slag wil met mijn nieuwe uit te testen hengel en molen.

De Evoque-versie waar ik mee aan de slag wil, kan maximum 15 gram aan, dus zijn grote brokken uit den boze. Dat deze hengel echt mooi gevoelig is, heb ik al ondervonden tijdens een sessie Silverspinning. Eigenlijk is het werpgewicht van deze hengel er toch nog wat te hoog voor, maar qua gevoeligheid zat het zeker snor. Ik plukte er al knappe witvissen mee.


Tijdens een test sessie Silverspinning.

Ik verwacht hier geen bakken van snoeken, (eerlijk gezegd ook niet veel stuks) en wil ten volle van elke dril kunnen genieten. Die dril komt al in de vierde worp. Ik dacht een gele flits te hebben ontwaard, iets vaags achter mijn jolig dartelend hapje.

Blijkbaar miste het snoekje eerst, maar het kwam terug, en nu met meer bravoure. De dril is niet uitbundig, ondanks de lichte hengel. Als het zich overgeeft, valt me de streep op over zijn flank; een aalscholverbeet??


Aalscholverbeet?

Mijn gemoed klaart op na deze vangst. Het is altijd aangenaam dat de nul van het scorebord is. Twee worpen later, pal tegen de rieten aan de overkant, opnieuw een goudgele flits. Ik probeer mijn jerkbait wat te laten hangen, maar daar is hij net wat te zwaar voor, en het water te ondiep.

Als ik aantik op het gewicht dat bij het herstarten aan mijn hengel hangt, komt iets log naar binnen. Het is duidelijk dat dit helemaal geen vis is, maar wat wel? Het blijkt een muts te zijn. Veel warmte zal er op dit ogenblijk niet in te vinden zijn, dus laat ik ze liggen op de kant.


Een ooit wel eens warme muts geweest.

Zwarte wolken modder hangen op mijn stek. Toch waag ik nog een poging richting de gouden flits van daarnet. De snoek maakt het blijkbaar niet veel uit hoeveel modder er hangt, want na twee tikken van de hengel, volgt een tok van de aanvaller.

Het gevecht is ook nu niet memorabel, maar dan denk ik de reden ervoor te zien. Het is waarschijnlijk dezelfde vis! Ook deze heeft de aalscholverbeet over de flank, en hij leek al leeg gestreden van het eerste moment.

Als ik hem nameet blijkt hij echter vier centimeter groter te zijn, er zitten ook een tiental bloedzuigers op zijn kop.

Van de vorige vangst had ik die afgekuist, en zo snel komen er toch geen nieuwe op zitten, dus is dit een ander exemplaar.

Drie worpen later hangt er al weer een snoek aan de lijn! Wat heb-je-me-nou, zo snel alweer? Hij is opnieuw een stuk groter. Net als zijn voorgangers flitste hij er eerst een paar keren achter aan, voor hij pakte. De vele bloedzuigers op zijn kieuwdeksel duiden aan dat ook hij daarnet nog stil lag in de modder.


Hopen bloedzuigers.

Vijf worpen later opnieuw een flits achter mijn aasje. De volgende worp komt hij opnieuw, maar pakt ook nu niet. Ik probeer nu zo traag mogelijk te vissen. De vis komt opnieuw, schuift echter over, en langs mijn jerkbaitje, en ik voel een tik op de top.

Als ik niet had gezien dat de kop van de vis gewoon tegen mijn lijn sloeg, dan had ik nu aangeslagen, en natuurlijk gemist.

Zowat net hetzelfde gebeurt tijdens de volgende worp. Opnieuw wordt de draad aangetikt. Snel monteer ik een double body shad. Een paar tevergeefse worpen later besef ik dat ik deze vis waarschijnlijk nu niet zal vangen.

Toch worden nog wat andere aasjes gepresenteerd, maar de vis weigert alle verdere medewerking. Toch was het leuk en leerrijk om mee te maken.

Lang moet er weer niet gewacht worden op de volgende actie. Het start al weer met een flits achter mijn fel gele aasje. De volgende worp opnieuw, maar nu veel dichterbij. Bij de extra poging lijkt niets te gebeuren, tot ik mijn jerkbait uit het water hef.

Dan zie ik dat er toch een volger achteraan kwam. Het is bovendien de grootste groenjas die ik vandaag al zag. Sh…t, wat nu? Hij ligt hier pal voor mijn voeten, en ik zie/voel dat hij me ligt aan te kijken. Ik sta doodstil.

Na een paar seconden draait de vis naar terug naar dieper water. Zacht zet ik mijn aasje een stuk over hem weg, en tik het binnen. De rover komt omhoog en volgt opnieuw. Het gaat allemaal erg loom. Opnieuw komen beiden aan, pal voor mijn voeten.

Ik speel met mijn gele hap wat in het rond. Traag en loom wordt het achtervolgt. Dan laat ik de Seducto stil hangen, kort onder het wateroppervlak. Ik zie dat de snoek enkel oog heeft voor zijn vermeende prooi. Ik sta er anderhalve meter vandaan, maar lijk voor hem niet interessant.

Na vijf seconden, geef ik een zeer klein tikje. Dit blijkt de benodigde trigger te zijn. Het schot doet het water kolken. De bek sluit volledig over het aas, daarbij klappen beide bekuiteinden een hoop water weg.

De bij mij opgehoopte spanning sla ik weg tijdens de aanslag. Whoehowwww, wat een pracht van een actie kreeg ik hier, gewoonweg machtig om te aanschouwen!!

Een man houdt in met de fiets, en bewonderende woorden komen in mijn richting. Hij vraagt als hij een foto mag nemen. Ik leef nu op een wolkje, en geef natuurlijk gemakkelijk toe, en al helemaal als hij ook mijn camera eens wil hanteren.


De voorlopig grootste.

Een kort praatje later wil ik weer verder, ik wil dit ‘top-bijt-moment’ zo goed mogelijk benutten. Net over het volgende brugje opnieuw de ondertussen kenmerkende gouden flits. Deze vis keert echter niet meer terug.

Het duurt nu een tijdje voor er een volgende actie komt. Allee, je moet begrijpen, ik ben eigenlijk veel te verwend ondertussen, want er zit geen kwartier tussen.

Bij een versmalling voer ik mijn “geeltje” pal langs de oever. Keihard vliegt er een kleine op. Klievend door de waterspiegel wil hij aantonen dat hij ook een echt ‘grote rover’ is. Hij vecht ook veel verbetener dan zijn grotere familieleden.

De slip van mijn nieuwe molentje moet een paar keren bijspringen. Dit nieuwe vlaggenschip van Arca bevalt me tot nu toe volledig. Het loopt heel erg soepel, voelt erg stabiel en krachtig aan, en de slip is perfect. Straks in Ierland zal het steviger aan de tand worden gevoeld, maar tot nu toe nog niets dan lof.

De kleine snoek kiest kortbij nog een paar keren het luchtruim, maar moet zich dan gewonnen geven.


Net voor de luchtsprong.

Na die slootversmalling volgt een grote verbreding. Ik zal dit heel erg snel moeten uitvissen, want ik wordt eigenlijk verwacht om te gaan ‘maaltijden’. Het eten lonkt me nu logischerwijs echter veel minder aan, dan die plenty action die ik mag beleven. Misschien kan ik straks na het eten toch nog even een hengeltje gooien?

Het zou prachtig zijn dat mijn jongste zoon dan mee kan, hopelijk blijft het ‘snoeken-bijt-gedrag’ dan nog evengoed. In de verbreding is dit zeker nog geen probleem. Het lijkt alsof de snoeken hier liggen opgestapeld.

Wel komen bijna elke keer eerst gouden flitsen achter de jerbait aan, vooraleer de werkelijke beet volgt. Sommige flitsen vier vijf keren, maar pakken dan toch niet. Zij vormen voor mij zo wel telkens de grootste uitdaging. Uiteindelijk vang ik negen snoeken in deze twee losse visuurtjes.


Mambo number nine!

Dat is ferm boven de norm, en ik ben een gelukkig man als ik richting restaurant flits. Hopelijk kan ik deze namiddag toch nog even……..

Bart Debaes