De algenplaag in het voorjaar van 2011 in Denemarken

.
De algenplaag in het voorjaar
van 2011 in Denemarken

Tekst: Ron Smits, fotografie: Jelle Westerhuis

De  sportvissers die dit voorjaar naar Fünen en Langeland vertrokken om daar de zeeforel te belagen, zagen vol afschuw dat er een enorme massa aan algen waren. Het vissen werd niet alleen onmogelijk, maar ook de zeeforel was verdwenen. Langzaam maar zeker werd het water helder, maar nog steeds was er geen teken van leven van de zeeforel. Wat was er aan de hand?


In dit geval een foto van een lokale, zeer geconcentreerde algenwolk in een fjord. De bijna altijd kraakheldere water wordt door de algen compleet vertroebeld.

Ik probeer voor alles een natuurkundige verklaring te vinden, zo ook voor deze vervelende algenplaag. De algen voeden zich met anorganisch (chemische verbindingen, die geen koolstofatomen bevatten, zoals mineralen, zouten, water en metalen) stikstof en anorganisch fosfaat. Kooldioxide is een uitzondering. Wanneer er veel van deze voedingsstoffen aanwezig zijn en er bovendien voldoende licht is, zal de productie van deze algen enorm stijgen. De voedingsstoffen zijn ook in de winter aanwezig, maar dan is er te weinig licht.

Vandaar de explosie in het voorjaar: door de toename van het aantal uren zon is er nu wel voldoende licht. De oorzaak van de toename van voedingsstoffen, die deze algenplaag heeft veroorzaakt, is niet echt bekend. Er wordt volop gespeculeerd dat het bemesten van het land een oorzaak kan zijn. Maar waarom dan alleen dit jaar zo’n gigantische explosie van algengroei?

Een andere oorzaak kan zijn dat er lozingen zijn van schepen: ballasttanks spoelen en hierdoor kunnen er bacteriën in het zeewater terechtkomen, die weer dienen als voeding voor de algen. Het transport over water vanuit het verre oosten is weer toegenomen na de crisis, maar dan nog moet het ballastwater verontreinigd zijn. De Deense overheid heeft hier nog wel wat huiswerk te doen. Ik hoop dat zij de oorzaak bekend zullen maken.

De algensoort waar we het over hebben is Chattonella Marina, die giftige stoffen kunnen produceren en direct gevolgen hebben voor de vispopulatie. Er zijn onder andere in de baai bij Århus dode zeeforellen gevonden. De algen halen de anorganische voeding uit het zeewater en dit betekent dan ook op termijn het einde van de algenplaag. De voedingsstoffen raken namelijk op.

Maar opnieuw kondigt zich een groot gevaar aan. Voor de afbraak van de dode algen (eencellige plantjes) is heel veel zuurstof nodig. De dode algen zakken naar de bodem en het rottingsproces onttrekt de zuurstof aan het water. Hierdoor ontstaat een zeer ernstig zuurstoftekort. Tevens veroorzaakt het zuurstoftekort dat er een giftige stof uit de bodem stijgt, H2S (de stinkbommetjes van vroeger), wat naar rotte eieren stinkt.

De algen trekken wel garnalen aan, want deze eten die algen. Vandaar dat er nu veel meer garnalen waren dan vorig jaar om dezelfde tijd. Waarom de zeeforellen er niet waren en wel volop garnalen (want hier jaagt de zeeforel op), is ook heel logisch: de garnalen hebben geen zuurstof nodig, maar zijn wel gevoelig voor nitrieten.


Voor de garnaal zijn algen een voedselbron.

Door de toename van giftige stoffen, de fysieke aanwezigheid van heel veel algen en het afnemen van het zuurstofgehalte, zijn de zeeforellen naar veilige oorden getrokken. De zeeforellen die vanuit de rivieren (na het voortplantingsproces) weer de zee optrokken, hadden geen last meer van deze giftige stoffen en het tekort aan zuurstof.

Deze waren dus in de tweede helft van april wel te vangen, maar de overspringers (de zeeforellen die niet deelnemen aan het voortplantingsproces en dus op zee blijven) waren nog steeds niet aanwezig. Deze zullen ongetwijfeld wel weer terugkeren.

Ook veel zeeforellen die zich voortgeplant hebben, zullen volgend jaar als overspringer te vangen zijn. Bij een zeer koude winter kunnen deze overspringers echter ook de rivieren optrekken, zonder dat zij deelnemen aan het voortplantingsproces.

Dit heeft alles te maken met de temperatuur van het zeewater en het zoutgehalte. Afgelopen winter was heel extreem en dus zijn er ook zeeforellen, die normaal op zee zouden blijven (overspringers), ook de rivieren opgetrokken. Deze zeeforellen trekken in het voorjaar weer terug naar zee en vaak met de zeeforellen die zich voortgeplant hebben. Dit kunnen ‘Groenlanders’ zijn, maar ook de grotere zeeforellen.


Het is te hopen dat de natuur zich in Denemarken weer snel herstelt.

Ik denk dat de natuur zich weer snel zal herstellen, dus volgend jaar gaan we weer naar Denemarken om de zeeforel te belagen. De geep was dit jaar alweer volop aanwezig, met andere woorden: de trekkende vissoorten hebben geen last van de algen ondervonden.


Geep, die in het voorjaar vaak opeens massaal aanwezig is, blijkt geen last te hebben van de algenplaag.

Ron Smits


ANDEREN LAZEN OOK