De aanhouder wint.

De aanhouder wint

In de volgende uitgave van Zeehengelsport is het weer zover: de recordlijsten van de  Nederlandse Commissie Record Zeevissen zijn weer up to date. Het zal de lezers van dit  magazine natuurlijk niet zijn ontgaan dat de laatste 10 jaar in april steevast de drie NCRZ-lijsten worden bijgewerkt en gepubliceerd.

Net als vele andere vissers, namen ook wij met ons groepje vismaten ieder jaar deze gegevens uiterst aandachtig door. Je kijkt naar succesvolle bestemmingen en bewondert de foto’s van trotse vissers met hun recordvangsten. In gedachten dwaal je af; “hoe zou het zijn om zelf zo’n vis te vangen…”

Maar vreemd genoeg: tijdens die ene week visvakantie naar het buitenland waarnaar zo lang is uitgekeken, denk je in de meeste gevallen niet meer terug aan die NCRZ-lijsten. Zo ook wij, tot we voorjaar 2007 Ton Nientied tot een van de medegasten mochten rekenen. Deze sportvisser met de nadruk op sportief heeft zich heel wat vis wetenswaardigheden eigen gemaakt en samen met zijn vrienden al op heel wat interessante plekjes gevist. En daarbij de nodige recordvissen mogen vangen. Nu bracht Ton samen met drie kornuiten samen met ons zijn visvakantie door aan het -Boknafjord in Noorwegen. 

Deze week begon met prachtig weer en de eerste drie avonden kon er uit de wind zelfs buiten in het zonnetje worden gegeten. Raar maar waar, we tekenden namelijk Koninginnedag, 30 april 2007. Het zeewater had een temperatuur van 10C en dat was zo’n 4 graden warmer dan normaal voor die tijd van het jaar. De anders in het voorjaar zo massaal aanwezige koolvis liet het dan ook afweten, maar desondanks werd er best leuk gevangen, al moest je daar wel hard voor werken.

Een van de dagen zit ik bij Ton aan boord, als hij een aanbeet krijgt. En aan de steunende geluiden achter me te horen is het raak. Het zal niet zijn eerste bijzondere vangst zijn en zeer beheerst dirigeert hij de dan nog onbekende vis van een meter of 40 diepte, naar boven. Op het moment dat visser en vis elkaar recht in de ogen kunnen kijken, ontschiet Ton een vreugdekreet die de adrenaline bij de overige vijf vissers aan boord door de aderen doet jagen… “Kijk, een Flandra!”,  hoor ik Ton brullen en van achter op het schip zie ik echt een plaat van een platte een meter onder zijn hengel hangen. Mij zegt die vreemde soortnaam echter niets op dat moment, maar Ton roept iets over “een NCRZ record”. “En wat voor één!”


Recordvanger Ton Nientied met een fraaie schol die hij wel in de boot kreeg.

Helaas blijkt hij dit keer wat te vroeg te hebben gejuicht en enige tijd en wat gestuntel later, zien we deze op het eerste zicht dik in de 50 cm lange Flandra elegant richting diepte verdwijnen. Die Flandra blijkt geen tong, geen schar, geen tongschar, maar een scharretong. Een vreemde snuiter, met een haast nog vreemdere Latijnse naam: -Lepidorhombus whiffiagonis.

Per 1 januari 2007 stond het NCRZ-record voor deze soort op 1,25 kilo en de nu door Ton verspeelde platte was beduidend groter en zwaarder. Maar goed; ook dat is sportvissen en vanzelfsprekend is dit moment nog vaak besproken die week onder het genot van een ritueel glaasje Jameson. Ton Nientied wist ons die avonden heel veel te vertellen over de Recordlijst Zeevissen voor Europese wateren, maar dat is niet heel raar want zijn naam prijkt maar liefst negen maal bij een notering op deze lijst en dat maakt hem op dit gebied ook al recordhouder.


Trots op twee fraaie platten van de Schollenplaat

Nog geen half jaar later gingen we opnieuw twee weken op pad en nu hadden we ons voorgenomen beslist meer aandacht te besteden aan mogelijke recordvangsten. Daartoe hadden we een mooie digitale SPRO weegschaal aangeschaft en (heel enthousiast eerst 10 x fout) de nodige claimformulieren uitgeprint. Ieder had zelfs een extra meetlint in de viskist gelegd voor het geval dat ...

Aan de voorbereiding kon het niet meer liggen.Het weer was die eerste week in Noorwegen wat wisselvallig, maar makreel was in overdaad aanwezig. Gelukkig, want daarmee konden we prima in de aasbehoefte voorzien. De normaal in groten getale aanwezige kabeljauw liet het afweten, maar naast de nodige lengen kwamen aan de verse makreelflappers met grote regelmaat ook doornhaaien omhoog.

Op een iets te onstuimige dag besloten we minder ver uit te gaan en voor anker te gaan vissen op wat bekend staat als ‘de schollenplaat’. We bevestigden een zak Super Burley aan het anker en op 15 meter diepte gingen we voor anker. We hadden de hengels opgetuigd voor de platvis. Na nog geen half uurtje begon het al te lopen en de kleine stripjes makreel werden belaagd door dikke schollen, scharren en botten. Luc Mom zat in de punt van de boot en kreeg een superaanbeet. De top van zijn hengel verdween na drie bonken onder water en… veerde weer terug. Vis weg! Ik zal u zijn commentaar besparen, maar daar werd je niet vrolijker van.

Hoewel: als goede vismaten stiekem toch altijd een beetje.De slip van zijn molen bleek helemaal dicht te staan; foutje bedankt.Intussen controleer ik of bij mij alles wel snor zit en beaas een van mijn twee hengels met een wat groter stukje makreel. Die run van zojuist kon naar mijn idee niet van een platvisje zijn.Na een minuut of 20 is het geluk aan mijn kant en na drie lichte tikjes, volgt er een fraaie run. Niet mega, maar wel even spannend. De eerste stekelrog die ik ooit mocht vangen ziet de oppervlakte en wordt keurig geland.

 In mijn euforie vergeet ik deze vis te meten en na een kort bewonderen van dit natuurschoon gun ik hem zijn vrijheid. Ervan overtuigd dat er op de Schollenplaat meer zwemt dan alleen redelijk tot grote platvis, beaas ik nu beide hengels met grote (8 x 3 cm) makreelfilets. Het lijkt wel spitsuur, want ondertussen is de derde man aan boord, Cees v/d Sande, aan een echte hijs begonnen. Zijn lichte spinhengel staat krom tot in het handvat maar bezwijkt niet onder de druk en de slip doet keurig zijn werk. Een heel flinke tarbot laat zich zien en duikt vervolgens weer onder. De eerste maal zien we hem terug, maar kunnen hem nog net niet scheppen op twee meter naast de boot. De tweede maal…. zwemt hij zich los. Nu dus twee mannen met pech, maar Cees blijft zichtbaar vrolijk ondanks zijn verspeelde vis.


Zorgvuldig van de strekdam gepeuterd…

Veel tijd om op hem te letten kreeg ik niet, want nu was het weer mijn beurt. Geen voorzichtige tikjes, maar een stevige bonk en bzzz, daar begon de slip te snorren. Ik kon mijn vreugde bijna niet bedwingen, toen er na enige tijd wederom een tarbot boven kwam zwemmen. Hoe ga ik dit nu aanpakken? Rustig blijven .. rustig blijven en met mijn duim op mijn Abu C3 controle zien te houden.

Uiteindelijk volgde de ontlading, toen na een minuut of 10 de vis veilig binnenboord kon worden gebracht. Met 55 cm en 3,25 kilo weliswaar geen vis van recordformaat, maar zeker wederom een onvergetelijk moment. Die middag op de Schollenplaat was echt super en of het nu door de Super Burley kwam of niet, er werden door ons drie‘n en de twee man in Reiers boot in totaal vier stekelroggen, drie tarbotten en een heilbotje gevangen, naast de nodige scharretjes en -schollen.

Een week kwam later alsnog een vangst voor een -recordformulier in aanmerking. We hadden de hengelsportclub Simpe Sampe te gast en dit zevental jolige Friezen kon zeker vissen. Het bleken echte roofvisspecialisten, allemaal uit de buurt van Sneek. Het bootvissen was hen niet vreemd en dat zou nog van pas komen die week, toen een van de buitenboord motoren wat tegen sputterde. Op een plek waar wij altijd veel leng weten te vangen, hadden de mannen aan een paar kringen op het water genoeg om direct te switchen van tactiek. De lengonderlijnen eraf en de shad’s er op.

Binnen drie minuten stond iedereen vanuit het bootje richting strekdam te gooien. Daarbij met de boot iedere keer de zelfde drift makend en bij het opvaren voorzichtig om de visstek heen manoeuvreren om de pollak niet te verjagen. Deze rovers waren op dat moment massaal op kleine koolvis en steenbolk aan het jagen. De pollakjackpot was gevallen, met een heel aantal supermooie exemplaren als resultaat. Op een ruim bemeten maaltje kibbeling voor de avond na, ging alle vis die kon overleven weer overboord.

 Nog steeds geen recordvissen, maar wel weer vele bijzonder mooie momenten. Een dag later had iedereen de zenuwen en wilde de pollakkermis van de dag voordien herbeleven. Op de stek aangekomen liet de stevig aangewakkerde wind dat niet toe. De golven waren niet zozeer het probleem, maar de te snelle stroming gooide roet in het eten. We besloten te verkassen naar ‘de silo’, een van de andere duidelijk herkenbare stekken. Een plek waar we eigenlijk alle soorten wel met regelmaat vangen, maar waar je ook voor verrassingen kan komen te staan. De hengels werden wederom beaasd met makreelfilets en het duurde niet lang voordat de eerste vissen werden onthaakt. Inmiddels gold al de regel: alle vis die kans heeft te overleven gaat terug, tenzij heel bijzonder.

 Van het gisteren bewaarde maaltje kibbeling konden we met 11 man drie dagen eten en wat moet je dan met steeds maar meer! Met een bootje of drie vlak bij elkaar, hoor ik ineens een bijna niet verstaanbare Sneeks klinkend kreet. “Heey heale soal, Sjoch no ris wat ik oan myn heak hingjen ha?” Vrij vertaald vast iets dat in de buurt komt van: Hé halve zool, kijk nu eens wat ik aan mijn haak heb hangen!”

Als ik om kijk, denk ik in een flits terug aan het voorjaar toen (per ongeluk?) op exact dezelfde plek Ton Nientied zijn Flandra verspeelde. Ik brul dus meteen “Neee, dat is een recordvis!” De vanger, Douwe Luurs, blijft nog wat onzeker over de juistheid van deze bevinding mijnerzijds, maar terug op de kant wordt de vis gewogen. En inderdaad: 2,4 kilo Lepidorhombus whiffiagonis…

Het valt op dat de wijze waarop deze platvis zijn muil opent voor wat lekkers zeer sterk overeenkomt met dat van de tarbot. Direct is ook duidelijk waarom deze vis niet zo heel gemakkelijk te vangen is. Het scharnierende kaakgedeelte bestaat bijna geheel uit een zeer dun, doorzichtig en fragiel weefsel. Sta je dus te poken met een boothengel van 15 pond of meer en een dikke gevlochten lijn, dan  is de kans wel heel erg groot dat je bij het aanslaan de haak niet zet maar dwars door dit weefsel heen trekt. Deze vis werd overigens, net als de grootste pollak, gevangen aan een lichte Ron Thompson boothengel, 10/00 Whiplash Pro en een voorslag van vier meter 45/00 nylon.


Scharretong van 4 kg; een nieuw NCRZ-record.

‘s Avond is daar de euforie: eindelijk een recordvis! We vieren het ditmaal met een glaasje Jagermeister en een toost van de clubvoorzitter Johan Kok. “SKOLL” galmt het door het appartement! Vervolgens wordt het meegebrachte claimformulier zorgvuldig ingevuld om dat eenmaal weer thuis aan de NCRZ-commissie te kunnen sturen. Eigenlijk maar een hele kleine moeite, met heel veel plezier tot gevolg. Met een aantal referentiewegingen moeten we later nog even de precisie van de SPRO weegschaal toetsen en dat blijkt geen probleem. Een kilo suiker weegt… een kilo! Voor Douwe was het vervolgens nog even spannend of er in 2007 niet alsnog een grotere scharretong zou worden gevangen.

Voor mij was de vangst van Douwe naast alle andere mooie momenten een zeer memorabel moment. Deze vangst heeft ons aan den lijve laten beleven dat de NCRZ-recordlijsten meer behelzen dan een A4-tje met namen en getallen. Achter elke recordvangst schuilt een belevenis waarvan velen soms jaren, de meesten hun hele leven zullen blijven dromen. En gelukkig zijn er de commissieleden  die deze belevenissen voor ons vissers bijhouden, archiveren en publiceren. Zonder hen zouden die bijzondere belevenissen nooit ‘Recordmomenten’ kunnen worden en graag dank ik daarvoor de Nederlandse Commissie Record Zeevissen.

Sjoerd Schrassen



Bovenstaande artikel is slechts één van de vele enthousiaste,  informatieve en meestal ook uitermate leerzame artikelen in  de binnenkort verschijnende uitgave 2/2008 van  Zeehengelsport, het enige zilte magazine in de Lage Landen.
 



Klik hier voor meer informatie!