Cobh, Ierland: blauwe haai, conger en rog

Cobh, Ierland: blauwe haai, conger en rog 

Door Martijn Dekkers

Eind 2013 besluit ik met twee vrienden richting Ierland te trekken, daar zullen we ons geluk gaan beproeven op het zoute water. Aangezien Ierland omringd is door zout water heb je daar vele mogelijkheden in. Wij besluiten om richting een van ‘s werelds grootste natuurlijke havens af te reizen, Cobh.

Vanuit Cobh heb je vele mogelijkheden met betrekking tot het zeevissen. Bij niet te veel wind is er de mogelijkheid om ver de zee op te gaan, bij minder goed of slecht weer blijf je in de luwte van de haven. Weer of geen weer, altijd vissen dus!

Cobh ligt onder de rook van Cork, de op een na grootste stad van Ierland. Wanneer je met het vliegtuig reist land je hier en binnen 20 minuten arriveer je in Cobh. Cobh is een echt toeristisch plaatsje, niet alleen vanwege het typisch Ierse karakter, maar vooral vanwege de Titanic.


Alles herinnert aan de meedogenloosheid van de zee!

Vanuit Cobh vertrok het gros van de passagiers met kleine bootjes richting de Titanic, die lag te wachten in het diepere water verderop in de haven. De rest van het verhaal is geschiedenis….

Bijna alles in Cobh herinnert aan de meedogenloosheid van de zee, speciaal aan zij die het leven lieten tijdens de vele reddingsoperaties.

Bij het zoeken naar een hotel komen we al snel uit bij het Bella Vista hotel. Zij hebben eigen boten in de verhuur. Hier mag je zonder vaarbewijs op varen. De boten zijn voorzien van dieptemeter en plotter.

Over zowel het hotel als de boten ben ik erg te spreken. Bij het huren van een boot zit er direct een haal- en brengservice bij. De boten liggen namelijk op tien minuten rijden van het hotel.

Deze vakantie staan er drie vissoorten op het menu: blauwe haai, conger en rog. Voor het geval dat het weer niet wil meewerken hebben we ook ons zeebaarsmateriaal meegenomen.

Ook voor alle andere vissoorten hebben we eigen materiaal bij ons, je weet immers nooit in welke staat het huurmateriaal in het buitenland verkeert. Daar komt ook nog bij dat ik het liefst vis met eigen materiaal.

Het is niet alleen in prima staat, ik weet ook wat ik er van kan verwachten. Drie zeebaarshengels in verschillende gewichtsklassen, een uptidehengel en een dropshothengeltje gingen mee deze vakantie.


Makreel: flapper en filets.

De gehele visserij draait hier om makreel. Dat is je aas, daar begin je de dag mee. In de haven zit volop makreel, het duurt dan ook niet lang om voldoende aas voor de dag bij elkaar te vangen.

Met een simpel verenpaternoster en een klein loodje is het kinderwerk. Het enige waar je rekening mee dient te houden is dat je niet te veel makrelen verzamelt bij zonnig weer. Makreel bederft snel en met een bedorven makreel vang je alleen vliegen, of misschien een meeuw.


Genoeg aasvis voor een paar uurtjes.

Wanneer je aas op dreigt te raken heb je snel weer verse makrelen gevangen, niet te veel in een keer dus.

Met makreel als aas kun je erg veel variaties maken. Denk dan aan hele makrelen, flappers, filets of bundeltjes: iedere vissoort heeft zijn eigen voorkeur!

Wanneer je in de gelegenheid bent de zee op te kunnen, maak dan zeker een tripje op de blauwe haai, al dan niet met een gids. Blauwe haaien komen hier veel voor en in de warmere maanden maak je een goede kans deze te vangen.


Blauwe haai.

Net als andere haaien wordt hij gestimuleerd door de geur van bloed, bloed maakt ze hongerig! Het is dan ook noodzaak een flinke zak rubby dubby langs de zijkant van de boot te hangen.


Blauwe haai twee meter plus.

Rubby dubby is niet meer dan visafval aangelengd met visolie en vervolgens diepgevroren voor een langzame afgifte van geur en smaakstoffen.

Voor deze visserij heb ik gekozen voor mijn uptidehengel. Deze is soepel in de top, maar zeker ook stevig genoeg om het gevecht met een grote blauwe aan te gaan. Hoewel iedere boothengel zal volstaan, kies je beter niet te zwaar. Je wilt immers sport beleven aan je vangsten.

De keuze tussen een reel of molen moet je zelf maken. Ik geloof best dat je met een reel goed uit de voeten kunt, mits je een aardig snelle hebt. Ik heb die niet, maar wel stevige molens voor de strandvisserij. Op de juiste manier gebruikt zijn ze prima te gebruiken.

Nylon of dyneema lijnen is een eigen keuze. Wat mij betreft vist nylon vele malen prettiger dan dyneema.

Een dikke stalen onderlijn voorzien van een haak maat 10/0 wordt bevestigd aan een 100/100ste nylon leader. Aangezien de haaien een ruwe huid hebben waarmee ze de hoofdlijn zo doorschuren is de leader een must!


Voor beetregistratie gebruik je een ballon.

Voor beetregistratie gebruik je een ballon. Waarom een ballon en geen dobber? Heel simpel: een dobber laat los of trek je gemakkelijk van de lijn tijdens de dril. Je hebt er snel geen last meer van.

Lood is overbodig. Het gewicht van onderlijn en aas is voldoende om het geheel op diepte te houden. Die diepte waarop men vist varieert van 5 tot 15 meter. Van de makreel die als aas dient, snijden we een flapper.

Een flapper is een makrelenkop met de filets er nog aan. In de kop blijft de haak goed zitten en de flappers 'wapperen' op de deining zodat het geheel erg aantrekkelijk wordt.
 
Vaak wordt er eerst even met het aas gespeeld, dan wat voorzichtig getrokken en pas als hij echt begint te zwemmen met het aas is het tijd om de haak te zetten. Sla meerdere malen hard aan, de haak moet stevig gezet worden.


Dubbele pret.

Wie bij een aanbeet direct de haak probeert te zetten, zal keer op keer een gat in de lucht slaan.

Wie van een stevig potje drillen houdt zal niet teleurgesteld worden, de blauwe haaien weten zich prima te verzetten!

Zorg er voor dat de andere hengels binnen gedraaid worden en de boot opgeruimd is. Er moet immers een haai van tegen de twee meter of groter en 100kg zwaar op het dek.

Wanneer de haai goed uitgedrild is, wordt het tijd voor de landing. Een handlanding is de enige manier deze vechtjassen te landen. Daar is wel een portie spierkracht voor nodig.

Om de tijd te doden vissen we op geep. Die weet de rubby dubby namelijk ook wel te waarderen. Met een 10 grams drijvende bombetta, een 18/00 lijntje met haakje 8 en een reepje makreel aan de dropshothengel beleef je veel plezier.


De gepen zijn hier immers van een flink formaat!

Voor congers gebruik ik hetzelfde setje dat ik gebruik op de blauwe haaien. We hebben nu geen stalen onderlijn nodig, maar wel een goede schuurvaste. Hiervoor kun je het beste een nylon van rond de 60-70lb pakken. Ook de haak mag iets kleiner zijn. Een 6/0 volstaat wel, mits je een oersterke kiest.


Voor deze oversized alen hoef je niet ver de zee op.

In de haven zijn al prima plekken waar je ze kunt vangen. Net als onze kleinere zoetwatervariant vind je de congers bij obstakels. Je vist dan ook op een rotsbodem.


Een dikke conger.

Congers liggen een groot deel van de dag in hun schuilplaats, vaak de spleten tussen de rotsen of stenen op de bodem. Pas als ze gaan azen komen ze hier uit, maar wanneer de mogelijkheid zich aandient verlaten ze bij het waarnemen van een lekkere hap ook wel eventjes hun veilige heenkomen.
 
Als aas is een flapper van een kleine makreel goed te gebruiken, maar het naar binnen werken blijkt toch wel een tijdje te duren. Met een filet gaat dat wat sneller. Helaas blijven die niet goed op de haak zitten.

De oplossing is simpel en erg effectief: twee filets tegen elkaar leggen en de bovenkant stevig opbinden met bindelastiek. Zo blijven de filets mooi bij elkaar en door het bindelastiek ben je in de mogelijkheid je haak goed te fixeren.
 
Het aas wordt enigszins stroomopwaarts ingeworpen. Zo komt lood en aas recht onder de boot te liggen. Wanneer het hele zooitje op de bodem ligt geef je 10 tot 15 meter lijn bij.

De reden hiervoor is dat de congers bij een aanbeet de lijn probleemloos moeten kunnen meepakken. Vis je met een strakke lijn of met een vast loodsysteem, dan laten ze gelijk los. Geloof me, ik heb het geprobeerd.

De aanbeten zijn erg voorzichtig. Vanaf de eerste aanbeet tot het zetten van de haak gaan er minuten voorbij. Het viel voor mij niet mee om zo lang te wachten, maar na een aantal missers leer je dat wel.

Alles wat hij met je aas doet is waarneembaar op de gevoelige top. Vandaar dat je gaat denken dat hij al hangt, maar helaas. Wacht tot de vis de lijn geleidelijk strak trekt en pas als de druk op de hengel aanzienlijk wordt verhoogt, sla je aan.
 
Als je raak slaat zorg er dan voor dat je direct wat meters lijn wint. Tijd om te twijfelen of een te licht afgestelde slip aandraaien is er niet. Het eerste wat ze doen is terug de stenen in duiken en zich vast leggen. Je krijgt er dan geen beweging meer in en vaak verspeel je de vis dan alsnog.

Het kan ook gebeuren dat ze zich al hebben vastgelegd voor je aanslaat. Ook dan krijg je er geen beweging meer in. De enige optie is dan om de lijn een aantal keer om je arm te draaien en vervolgens de druk langzaam opbouwen. Op deze manier is er voor de alen nog maar één optie: loslaten en naar boven komen. Vandaar dat we proberen recht onder de boot te vissen.

Wil je de conger scheppen, zorg dan dat de staart eerst in het net komt en daarna lijf en kop. Dit doe je door gebruik te maken van de stroming. Het net achter de aal houden en langzaam er in laten glijden.

De derde vissoort die we bevissen, is de stekelrog. Deze rog heeft gele, vaak zwart omrande stippen. Zijn maximale lengte ligt rond de metergrens, maar boven de 80 centimeter heb je al een hele beste te pakken.


Geert met rog.

De stekelroggen zijn, in tegenstelling tot de pijlstaartrog, ongevaarlijk en hebben geen stekel in de staart. Net als bij de andere soorten is een handschoen echter geen overbodige luxe.

Deze vis voedt zich op zandbodems. Daar begraaft hij zich en wacht op een prooi. Uit het niets slaat hij toe. Met zijn staart bezorgt hij zijn prooi een K.O. waarna hij alle tijd heeft hem te verorberen.

Ook voor deze visserij begin ik met hetzelfde setje: uptide-hengel met molen. Ook nu weer een loodje van 60-80 gram, maar wel een aanzienlijke dunnere onderlijn, fluorcarbon van 40/00 met een haak maat 2/0.

Als aas ook weer de makreel natuurlijk. We maken nu aantrekkelijke bundeltjes: een hele filet in repen gesneden en vervolgens aan elkaar gebonden met bindelastiek.


Op deze manier creëer je een hapje dat zeer aantrekkelijk beweegt in de stroming.
 
De roggen vinden we rond de 12 á 15 meter diepte. Vaak zijn deze stekken niet ver uit de kant en is er altijd wel een hoekje te vinden dat ook bij harde wind in de luwte ligt.

Het eerste stekje dat we aandoen, blijkt vergeven van de wijting van een formaat waar we in Nederland jaloers op zijn. Het is niet wat we zoeken, verkassen dus. Op stek twee moeten we even wachten op een aanbeet. Hier krijgen de roggen dus wel de kans om het aas te vinden.


Thornback ray.

De aanbeten beginnen steevast met wat tikken op de top. Dan blijft het even stil en begin het opnieuw. Wanneer je moet slaan is al snel duidelijk. Vaak zwemt de rog weg met het aas en dat is het juiste moment.


Roggebrood.

De roggen geven een aardige sport. Zeker op het begin vechten ze goed, daarna is het meer een kwestie van ze tegen de stroom binnen draaien. De roggen zijn gemakkelijk te landen met een schepnet.

Na de haaien en congers heb ik halverwege de derde dag ook mijn derde doel behaald. Ondanks dat ik erg heb genoten van de andere vissoorten is het nu tijd voor iets anders: tijd voor de lichte visserij!


Actie op licht materiaal.

De boothengel wordt opgeborgen en een zeebaarshengel komt in de plaats. Hierop een 4000 molentje met 12/00 dyneema. Een fluorcarbon onderlijn van 40/00 voorzien van een haak maat 1 volstaat prima. Aan de haak weer een bundeltje makreel, maar wel van wat kleinere filetjes.


Makreel op de dropshot.

Wat er dan gebeurt is onbeschrijfelijk: de ene na de andere aanbeet, de ene na de andere vis is de klos, de ene nog mooier dan de andere….


Rode poon.

Het is niet alleen een genot om met een tot in het handvat gekromde hengel in je handen te staan, ook veel meer verschillende soorten passeren de revue.


Doggy.

Waar ik vóór de middag nog alleen rog weet te vangen, vang ik nu ook grote rode ponen, dikke wijtingen, mega makrelen, dikke doggy’s (hondshaai), pollak en als klap op de vuurpijl een hele mooie tarbot!


Geert met doggy.

Ook die stond nog niet bij mijn gevangen vissoorten!


Tarbot.

Ook tijdens de dag congervissen, zet ik dit setje in. Mijn hoop een niet al te grote conger aan de haak te slaan, wordt op mijn wenken bediend. Congers van om en nabij de metergrens gaven sport van jewelste aan dit materiaal.


Mooi formaat voor de spinhengels.

Achteruit zwemmend geven deze rakkers je een hele kluif om ze naar de boot te krijgen. Ook makreel en wijting aan een dropshothengel geeft erg leuke sport.

Hoewel je na tientallen wijtingen en zeker zoveel makrelen het wel een beetje beu begint te raken. Hoezo luxeprobleem….? Het is in ieder geval een echte aanrader om ook licht materiaal mee naar Cobh te nemen.


Pollak.

Ondanks dat we het materiaal hebben meegenomen, hebben we geen minuut aan de zeebaars gedacht. Die belagen we wel weer in eigen land.

Niet alleen de geweldige visserijen en het aantal mooie vissen, maar ook het prachtige september weer maakte deze vakantie meer dan geslaagd. Reken maar dat we terug komen!
 

ANDEREN LAZEN OOK

image description
Peter dobbert door… naar 2023…
Willem Moorman -
image description
De haken en ogen van een Noorse vistrip (17)
Marc Borst -