Beide voetjes terug op de Ierse grond! ( deel 4 )

Beide voetjes terug op de Ierse grond! ( deel 4 )

Door: Bart DeBaes

Vandaag zou het de koudste dag worden. Bij het ontbijt zien we op een weathersite dat de gevoelstemperatuur deze ochtend minus 6°C zal bedragen.

De huivering die over onze rug loopt als we buiten komen bevestigd de informatie. Wim had graag zijn peddelspieren wat rust gegund, dus wordt ons doel een makkelijk bewaadbaar water. Niemand staat dit keer te springen om zo snel mogelijk het water in te gaan. De snijdende wind doet me mijn Baleno waadvestje zo ver mogelijk dicht te ritsen. De warme fleece aan de binnenkant doet o zo een deugd.

Zeker 80cm dieptezicht in het water, dat stemt ons vrolijk. De temperatuur ervan, 5° al veel minder. Gisteren waren mijn sokken al weer wat nat, en van zweetvoeten heb ik bij dit weer toch geen last, dus ik begin te vrezen voor het ergste. Na 5 minuten schalt Kurts kreet over het water: “waar zitten die watjes?” Er volgt vanuit onze kelen voorlopig geen reactie. Wat verderop is het wederom zijn stem dat we horen.

Zijn hengel buigt nu echter wel heel diep door. Ik haal mijn camera boven, en begin te peddelen in zijn richting. Nog voor ik aankom is de vis echter los. Ontgoocheld doet hij nog een groot aantal worpen in de omgeving van de uit deinende kolken. De wind duwt zijn buikboot verder zodat zijn doodaas net boven de stek komt waar de vis van de haak ging. Met een plop verdwijnt de dobber. Bij de eerste glimpen van het vissenlijf denken we beide dat de metergrens niet ver kan af liggen.


Drie cm te kort, maar toch ook al een beste vis.

Ons vallen snel de 2 gaten op waarnet nog de dreggen van de eerste inhaking zich bevonden.Dan start een hele lange zoektocht naar wat ‘wel’ zou kunnen vangen. Dozen gaan open en toe, de verschillende diepten worden geprobeerd, maar niets lukt. In de windkant aan de overkant staat nog 4°C op de dieptemeter te lezen.

Het feit dat ik niets vang laat me mijn ijskoude voeten nog meer gevoelen. We zijn nu drie vierden van het meer rond gepeddeld en een 2 uur 30 verder. Kurt drijft achter me aan. Toch is hij het die nog een paar beten krijgt, slechts 1 blijft hangen. Nog wat verder heeft een koolskampenaartje medelijden met me. Ik ben steeds tevreden met eender welke vis, maar nu nog veel meer. Het zal helaas bij deze ene beet blijven.

Het enige lichtpunt is dat ik hier gevist heb aan 100% raak/beten. Als we weer bij Wim aan komen blijkt dat hij er twee ving op drie acties. Kurt raakte uiteindelijk aan drie vissen op vijf. Er is een klein beetje zon door de wolken te voelen en ik blijf wat in het lange gras liggen om uit de wind op te warmen.


Een koud gevoel kruipt langs mijn kuiten omhoog en doet me mijn vrees ivm mijn waadpakken nog toenemen.

Na de lunch rijden we naar een stek waar twee meren heel dicht bij elkaar liggen. Daar Kurt het liefst het linkse bevist, en wij het rechtse splitten we. Beide wateren zijn soms heel erg goed, of even vaak slecht. In onze plas zit veel grote zeelt en brasem, en als het water te warm wordt en deze vissen actief, dan wordt het water behoorlijk troebel. Nu hebben we er nog geen last van. Na een kwartier ben ik zeker dat ik geen drankrekening toegeschoven word vanavond.

Ik laat Wim nu voorgaan en als we bijna aan de eerste hoek zijn duikt zijn dobber onder, de eerste keer deze reis. Aan de dril te zien wordt het een beste vis. De eitjes die zij op de belly nalaat duiden dat ze nog niet is afgepaaid.


We zijn niet bedrogen, zij gaat heel vlot boven de 90cm.


Dit geld ook voor de kleine tachtiger die een kwartier later op dezelfde manier wordt gevangen.

De ganse lengteoever van het meer blijft visloos. We komen aan een dubbele ondiepe lebbe. Als het water warmer is kan je je hier omsingeld voelen door hapgrage snoeken, maar dat verwachten we nu niet echt. We vissen alles toch zeer goed uit met diverse aassoorten. Het verste en ondiepste stuk wil ik nog eens tussen de rieten afvissen, maar Wim wil daar liever geen energie aan verspillen.

Hij zal aan de ingang van dit kommetje blijven liggen wachten, zodat we samen nog eens de stek van de grote van daarnet kunnen overdoen. Mijn gepriegel levert niets op.


Mijn vismaat heeft tijdens het wachten een zilverkleurige Mepss Syclops gemonteerd.

Kort daarna krijgt hij zijn eerste beet. Twee worpen daarna opnieuw, die gaat af. Hij overgooit diezelfde stek opnieuw, maar het is veel verderop dat een andere snoek al het aas pakt. Als ik net naast Wim kom liggen, met mijn snel gemonteerde gele Ierse lepel, en dezelfde stekken aangooi, krijg ik geen tik. Na een tijd doet mijn nog steeds vangende kompaan me het voorstel om van hem een goudkleurige, smallere Syclops te lenen, hij moet niet lang aandringen.

Op mijn eerste worp knalt er een snoek op. Halfweg de dril gaat hij eraf. De volgende worp dichtbij de boot opnieuw één, en die komt binnen. Dan duurt het weer een tijdje, maar mijn vismaat blijft volop in de actie. Snel wissel ik naar een kleinere zilverkleurige Orcla lepel. Bij de eerste worp beet. De derde worp opnieuw en dan weer over.


Uit de mond van mijn broeder in Petrus klinkt echter nog even vaak: “ja, nog één, och mis, ja opnieuw, aha, nu hangen, enz…”

Mijn wissel naar de ondertussen zilverkleurig gebeten bandit-lepel levert opnieuw een paar vissen, en dan beginnen ze een beetje op te raken. Ik raakte ondertussen aan zeven stuks , maar verloor er zeker nog tien. Wim heeft er ondertussen 13, maar had ook nog twintig missers of lossers. Als we de terugweg aanvatten naar de overkant komt Kurt aangepeddeld.

Hij plukte op vorig meer drie “koolskampenaartjes” op vier beten. Hij heeft er echter ook al twee gevangen net nadat hij ons water opkwam. De hoek van de grote vissen levert niets meer op, en we willen op tijd zijn om te gaan eten.
 


Net voor we er uit gaan mist de man met de berenmuts er één.

Hij doet alsof zijn neus bloed om te voorkomen dat er wij de vis aangooien, en draait versnelt binnen voor de herkansing. Ik meende echter een kolkje te hebben gezien en zijn gedrag verraad zijn bedoeling. Mijn kunstaas vliegt sneller door de lucht dan het zijn, en ik doe hem na wat hij zelf o zo graag doet: een vis afsnoepen van een ander.

Twee bellyboters hebben grote lol, de derde lacht net iets groener. Thuisgekomen blijkt inderdaad door beide waadpakken water te sijpelen, logisch dat ik ijskoude voeten heb.


Een warme hap...


....en vooral de hot whiskey zal nodig zijn om ze hun normaal gevoel weer terug te geven.

Kijk hier voor deel 1 , deel 2 en deel 3

ANDEREN LAZEN OOK

image description
Peter dobbert door… naar 2023…
Willem Moorman -
image description
De haken en ogen van een Noorse vistrip (17)
Marc Borst -