Beide voetjes terug op de Ierse grond ( 3 )

Beide voetjes terug op de Ierse grond! ( deel 3 )

Door: Bart DeBaes

Vier Oost-Vlaamse vismaten zitten een aantal dorpen verderop, en we hadden vooraf al afgesproken een dag samen te vissen. Hun vangsten liggen tot nu toe nog een stuk lager dan de onze, maar zij deden, op aanraden van de plaatselijke hengelsportwinkelier, wel andere soorten wateren aan.


 


De auto staat opnieuw stevig in het ijs als we vertrekken.


Een lang, smal, ondiep en als uitzondering toch iets begroeid water wordt aangepakt. Dit lijkt me opnieuw een prima plas voor de S-waver. Na een half uur versier ik als eerste een actie. Net uit de planten krijg ik een tikje, dan een kolk net achter de swimmbait, opnieuw een tik, nog een deining. Ik probeer zoveel mogelijk variatie te steken, vertragen, versnellen, een tik, uitwijken, enz, maar kan de snoek niet voldoende triggeren om echt te pakken.

Met 30cm lijn uit de top kan ik hem nog een toertje rond de belly laten zwemmen, maar dan draaien zijn ogen naar boven, en terwijl hij me blijft in de gaten houden laat hij zich voorzichtig zakken. Ik probeer nog met meerdere aassoorten een tweede kans te krijgen, maar helaas.

De koude Oostenwind en de 6° watertemperatuur zullen er voor dit snoekgedrag wel iets tussen zitten. Mijn gevoel laat me grijpen naar een kunstaas dat traag gaat, maar toch voldoende beweging laat zien om te verleiden. De gele “Ierse” lepel gaat er aan en het blijkt een prima keuze. Na vijf worpen is de top er af. (13) Van overal komt de vraag met wat ik ving, en vijf minuten roept Filip dat ook bij hem hiermee de nul weg is.

Twee van de vier Oost-Vlamingen zijn met de streamerhengel aan de hand, en ik moet ze bewonderen dat ze dit volhouden. De ganse dag ijskoud water door je vingers en daar die snijdende Oostenwind over, ook al dragen ze dan wel handschoenen, respect. (14) Ik had verwacht dat de koude snoeken van trage streamers wel pap zouden lusten, maar het tegendeel is voorlopig het geval.

Wim liet ik ondertussen voorgaan op ons traject, maar het blijkt dat ze vooral mijn hapje lusten. Vier keiharde knallen ben ik evenveel mooie en sterke vissen verder. Eén ervan is wel vreemd genoeg in zijn wang gehaakt. Wat verder krijg ik een tik, drie molendraaien verder nog één. Ik laat de lepel naar beneden dwarrelen en mijn hengeltop wordt daarop naar onder getrokken.


Ik sla en een vreemde dril volgt. Opnieuw een vreemde inhaking: de dreg zit nu in zijn rug.

De drie mannen aan de overkant zijn ondertussen aan het uiteinde van de plas aangekomen, en we horen van die kant nogal tumult. De tam-tam meldt ons dat Kurt een dikke negentiger op een shad ving. (16) Hans die met de streamer heel mooi, aan onze kant de bomenkanten afvist, geef ik de raad om verder uit de oever te vissen, want ik krijg de meeste beten vijftig meter uit de oever.


Op diezelfde afstand raakt hij met een kleine roze streamer aan twee koolskampenaartjes.

Ondertussen dobberen we met zijn vijven in de omgeving van het plantenbed waar Kurt zijn beer ving. Het nadeel van met veel man op het water te liggen is dat er vaak veel vistijd verloren raakt in gezever en andere parlé, maar dat zien wij zeker niet als onaangenaam tijdsverlies.

Ondertussen valt het me wel op dat niemand het ondiepe uiterste uiteinde van het meer heeft aangepakt. Oké ze zitten blijkbaar wel niet echt op de kant, maar daar is het maar 50cm diep, de zon zit er op, en de wind vertrekt van hieruit, dus het kan daar wel net iets warmer zijn. Ik besluit toch maar de gok te wagen, en wandel-belly over de bodem naar het uiteinde.

Na een tijd vrees ik dat ik verkeerd gokte, maar dan komt kort uit de kant een knaller van een aanbeet. Ik dril hem tot dichtbij in het ondiepe water, hij springt net voor mijn boot, en valt eraf. Toch geeft dit me de moed om verder te gaan. Wat later denk ik een voorzichtige tik te voelen, en dan nog één, en dan nog één, maar geen kolkje te zien.

Ik begin eraan te twijfelen als dit nu wel vis is. Vijf meter voor de boot laat ik de lepel naar beneden dwarrelen, waarop ik onmiddellijk een verzwaring voel. Het is maar een kleintje maar ik ben blij dat ik hem toch kon verleiden.
Iedereen zit ondertussen wel ver van me af en ik zal me moeten spoeden om ze nog bij te benen.

De meeste zijn al van het water als ik bij de startplek aankom. Het is logisch dat bij vissers de vangsten worden vergeleken, en er blijkt een groot verschil. Gio kreeg zelfs geen kans tot aanslaan.


Beide vliegvissers: Kezelken , Hansiboy en ook Fluppe wisten er twee op twee beten te versieren.

Wim twee op drie, Kurt drie op vier en ik raakte aan zeven stuks op 10 acties. Het gezamenlijk middagmaal loopt natuurlijk langer uit dan anders, en leuke en zware visverhalen komen gekscherend naar boven. Er moet echter ook nog wat gevist worden. Gezamenlijk beslissen we een middelgrote plas aan te pakken waar nogal wat halfdiepe plateaus liggen.

Ik vrees er voor dat we voor dit water wat te vroeg in het seizoen zijn, en helaas komt dit zo uit. Het duurt heel lang voor de eerste beet komt en dan hebben velen al een doos kunstaas of twee uitgeprobeerd. Opnieuw valt op dat shads en pluggen het helemaal niet goed doen dit jaar. Bijna op het uiteinde van de plas probeert Kurt met een aruku een diepte uit te vissen.

Hij krijgt 3 beten in een korte periode. Ik imiteer hem en raak hierdoor ook mijn nul kwijt. Kurt blijft regelmatig vis haken, maar ik krijg enkel nog beet op mijn deadbaithengel. Eéntje bijt er mijn niet zo verse vis helemaal tot gort. Ondertussen is het opvallend dat ik bijna op zowat ieder meer één of meerdere beten op mijn doodaas krijg en de anderen helemaal niets.

Ik gebruik wel een heel special soort tik-tak-dobber. Iets Amerikaans, en eigenlijk ontworpen om op zee te vissen. Een dikke nylonlijn loopt door de dobber en die is ontworpen om als klankkast te dienen. Deze wordt aan beide kanten gestopt door een glazen kraal. Telkens ik vooruit peddel wordt de dobber tegen de onderste kraal getikt en direct daarna takt hij terug tegen de bovenste kraal.


Maar vanwege het voorlopige succes ermee is het gelach er rond stilgevallen.

Het idee is dat de snoek door het geluid wordt aangetrokken, net als bij rammelpluggen. In het begin van de reis werd wel al wat meewarig naar dit gekke ding gekeken, en smalend over gedaan, maar vanwege het voorlopige succes ermee is het gelach er rond stilgevallen.


We vangen de terugtocht aan, stevig peddelend tegen de wind,(20) en Kurt blijft de meeste beten versieren.

Wim zag het vanwege zijn spierziekte niet zo zitten om het ganse stuk te doen. Hij bleef in de omtrek van de startplaats zoveel mogelijk uit de wind. Hij is de enige die van tegen het riet naar het midden gooit. Het legt hem geen windeieren. Hij vangt 12 snoeken op 14 beten. Het vreemde is dat hij de meeste van de aanvallen krijgt op een meer of 5 voor zijn belly.

Dit zijn de plaatsen die ook wij bevissen, maar dan in omgekeerde richting. Zelfs als we voor hem gepasseerd zijn, blijft hij achter ons op dezelfde stekken vangen. Hoogstwaarschijnlijk liggen ze verderop en volgen zijn kunstaas tot het naar boven gaat voor hun aanval in te zetten. Kurt raakte uiteindelijk aan 7 stuks op 14 beten, ik aan vier op 8.

Bij de Oost-Vlamingen ligt de buit stukken lager: Gio 2/2, (21)  Filip 2/3, Hans 3/6 en Kezelken was hier nog steeds in blijde verwachting van de eerste rammel. Natuurlijk was het deze dag niet echt een wedstrijd, maar bepaalde boze tongen in ons kamp durven het toch aan om te spreken van een 35 tegen 13 overwinning; FOEI.


Toch smaakt ook bij mij “the hot whiskey” ‘s avonds in de pub naar de zoete roes van victorie.

Kijk hier voor deel 1 en deel 2

ANDEREN LAZEN OOK

image description
Peter dobbert door… naar 2023…
Willem Moorman -
image description
De haken en ogen van een Noorse vistrip (17)
Marc Borst -