Barbelen in de achtertuin

Barbelen in de achtertuin

Door Han van den Ertwegh

In het najaar van 2000 heb ik in mijn tuin een nieuwe vijver aangelegd. Inhoud 10 kuub, ongeveer 5 meter lang, 2 meter breed en in het diepe stuk zo’n anderhalve meter diep. De bedoeling was, om in deze vijver een gevarieerd vissenbestand op te bouwen, om zo de verschillende vissoorten te kunnen bestuderen wat betreft aasgedrag en dergelijke.

Inmiddels zwemmen er een aantal kopvoorns, windes, ruisvoorns, een zeelt en wat grondels rond, en ze hebben het er prima naar hun zin. Aangevuld met een paar zonnebaarzen en wat gekleurde windes en koi’s is mijn veestapel vrijwel compleet. Zelfs de ijsvogel stelt mijn waterpartijtje op prijs en waagt regelmatig een duik in het kraakheldere water. De grondeltjes die hij dan meepikt, gun ik hem van harte. Eén wens is echter nog onvervuld: aangezien ik veel en vaak op barbeel vis, zou het geweldig zijn om zo’n vis te kunnen observeren bij zijn fourageergedrag in mijn eigen achtertuin. Echter ik vind mijn vijver daar niet voldoende voor uitgerust.

                       


“Han zit zelf graag de barbelen op de Maas achter de schubben”

Een tijdje geleden kwam ik in contact met Jos Jacobs, een man die helemaal wild is van alles wat met vijvers en vissen te maken heeft en wel in het bezit is van een ruime en eventueel geschikte vijver voor barbeel. Een prachtige slok water van bijna 20m3, die bijna zijn gehele tuin in beslag neemt en een schat aan mooie vissen herbergt. Hij was direct enthousiast wat betreft voerexperimenten met barbelen, maar aangezien hij er nog nooit een gevangen had, heb ik hem eerst eens uitgenodigd om een dagje te gaan Grensmazen. Hierover later meer. Laten we eerst zijn vijver onder de loep nemen als mogelijk barbelen-biotoop.

Vijver als barbelen-biotoop.
De vijver van Jos heeft een inhoud van 18 kuub, en is overal zo’n 1,70m diep. 2 flinke pompen zorgen er voor, dat de gehele vijverinhoud in een uur tijd door de zelfgebouwde filter wordt getransporteerd. Hierin wordt het water door speciale filterrocks en ontelbare bacterien gezuiverd, en via een waterval valt een gedeelte ervan weer terug in de vijver. De rest gaat via een speciaal geconstrueerde buis, wordt hier vermengd met zuurstof en komt uiteindelijk in een krachtige straal vol bubbels onder de waterspiegel weer in de vijver terecht. Deze straal zorgt voor een lichte stroming, net genoeg om het water in de vijver constant in beweging te houden. De zijwanden zijn bedekt met maaskeien, de bodem met speciaal vijversubstraat: poreuze stenen die een goed onderkomen bieden aan de bacteriën die voor een perfecte watersamenstelling en -kwaliteit moeten zorgen. In de oeverzone groeien allerlei planten, die zich in ondiep water thuisvoelen. In het diepe stuk staan enkele waterlelies, waarvan de bladeren de vijver voor een belangrijk deel bedekken en zo zorgen voor een gedoseerde lichtinval. Zuurstofplanten uit een bergbeek in Luxemburg completeren het geheel. Na de vele voors en de weinige tegens uitgebreid besproken te hebben, waren we het er over eens dat barbelen zich in deze vijver prima thuis zullen voelen.

Stukje geschiedenis…
In 1993 en 1995 heeft de Maas grote delen van het Limburgse land onder water gezet. Iedereen kan zich nog de beelden op TV herinneren van woningen die helemaal blank stonden en die omringd werden door het maaswater, dat de straten veranderde in kleine riviertjes. Inmiddels zijn er maatregelen aangekondigd en gedeeltelijk reeds gerealiseerd tegen zulke overstromingen. Het Zandmaas- en Grensmaasproject zijn in gang gezet, en er wordt hard gewerkt aan het aanleggen van dijken. Ook het uitdiepen van uiterwaarden staat op het programma voor de komende jaren.

Tijdens de overstroming in 1993 zijn veel siervissen, waaronder flink uit de kluiten gewassen koi’s, in de vrije natuur terecht gekomen, doordat diverse grote en kleine privé-vijvers in zijn geheel onder water kwamen te staan. Hierdoor ontsnapten de dure, gekleurde vissen en kwamen in de Maas terecht, waar ze aansluiting zochten bij hun wilde soortgenoten. Enkele maanden na de overstroming was Jos aan het fietsen met zijn zoontje, en kwam zoals gewoonlijk langs de stuw van Belfeld in de Maas. Effe bootjes kijken. Toen hij echter achter het riet in het water keek, sloeg zijn sportvissershart een keer over: een stuk of 20 schubkarpers èn bont gekleurde koi-karpers lagen te zonnen in het rustige, stilstaande water vlak onder de kant. Hij bedacht zich geen moment, fietste als een razende terug naar huis, en was enkele minuten later met de auto weer terug met hengel, een half witbrood en een grote specie-kuip. Om een lang verhaal kort te maken: binnen een uur had hij enkele van deze tamme siervissen in zijn kuip zitten, in lengte varierend van 40 tot 50 cm. Ondanks het feit dat hij in de weken erna bijna elke dag weer bij de stuw ging kijken en vissen, heeft hij de rest van de vissen nooit meer gezien. Het ging hier natuurlijk om de karpers, die tijdens de overstromingen enkele maanden eerder in de Maas terecht waren gekomen. Deze vissen zijn stroomopwaarts gezwommen tot aan de stuw, en zijn hier uiteindelijk gestrand, omdat ze de vistrap niet hebben kunnen vinden. Naast deze koi karpers uit de Maas, belandden ook enkele overtallige koi’s uit vijvers van kennissen in het bassin.

Visstand in de vijver
Door de vele insecten en ander kruipend spul, die van het dak van de enorme kas in het bassin spoelden, groeiden de vissen in het bassin als kool. Enkele jaren later verhuisde Jos met zijn gezin naar een nieuwbouwwijk, en hier werd een nieuwe tuin aangelegd . Eindelijk kon hij zijn droom verwezenlijken, en realiseerde de vijver met filter zoals eerder omschreven. Door de grootte van deze vijver en de enorme capaciteit van de filter, was het mogelijk om de grote koi’s vanuit het bassin te verhuizen naar zijn achtertuin. Hier zijn ze inmiddels uitgegroeid tot vissen van gemiddeld 50-60 cm lang. Aanvoerder van het stel is een grote, witte mannetjes koi van bijna 80 cm. Enkele goudwindes (grootste 49 cm!), een zeelt, wat kleinere koi’s en een paar rietvoorns maken de rest uit van het visbestand. Dit is vorig jaar nog aangevuld met twee kopvoorns van een centimeter of 35.

                       


”De nieuwe prachtige vijver van Jos”

Barbelen
Terug naar onze barbelen. Zoals we weten is de barbeel een sterke vis, die zich vooral thuis voelt in (snel)stromend, zuurstofrijk water met een grindbodem. Een van de plaatsen waar deze omgevingseisen voorhanden zijn, is de Grensmaas. Hier is de barbeel een graag geziene en tegenwoordig weer veel voorkomende gast. Samen met Jos ben ik er in het voorjaar een keer op uit getrokken om een koppeltje te vangen met als doel: verhuizing naar zijn vijver. De goden waren met ons, en schonken ons twee van deze snorredragers. Jos was direct verkocht bij het aanschouwen van zoveel schoonheid, en sinds deze zaterdag in mei zwemmen er twee prachtige barbelen vrolijk rond tussen de koi’s.

Voerexperimenten
Vlak na hun verhuizing wilden de vissen eerst geen enkel voedsel tot zich nemen. Na enige tijd hebben we ze toch zover gekregen om hun dieet op te geven en weer te gaan eten. Eerste hapjes die ze tot zich namen, waren op de bodem van de vijver aangeboden blokjes lunchworst. Ook maiskorrels vonden na wat voorzichtig gesnuffel uiteindelijk gretig aftrek. Regenwormen lieten ze helemaal links liggen, wat overeenkomt met onze ervaringen tijdens het vissen in de Grensmaas: nooit een aanbeet op gehad. Omdat de vissen continu tussen handtamme koi’s zwemmen, kunnen ze natuurlijk allerlei kunstjes van hun neefjes afkijken. Steeds kwamen ze tijdens het voeren van de koi’s mee naar het oppervlak, maar bleven onder de drijvende voerkorrels rondcirkelen zonder er een aan te raken. Door ze omhoog te lokken met maden, en tegelijkertijd te voeren met de korrels, gingen ze uiteindelijk overstag, en nu eten ze met de koi’s mee.

               

Gedrag
Verder zijn er nog enkele zaken die opvallen tijdens het observeren van de vissen. Overdag eten ze nauwelijks, maar blijven onder de etende koi’s rondjes zwemmen. Als het begint te schemeren, komen ze los en verliezen hun laatste stukje schuwheid. Door er veel mee bezig te zijn (vooral Jos en zijn zoontjes) zijn de vissen ondertussen erg tam geworden. Afgelopen zomer was ik bij Jos om te zien hoe het met onze vrienden ging. Liggend op mijn buik, met mijn handen in het water, kwamen de barbelen uiteindelijk zo dicht bij me, dat ik ze aan kon raken. Ze lieten zelfs toe, dat ik ze over hun flank aaide! Dat ze van zuurstof in het water houden is ons ook overduidelijk geworden; op hete dagen deze zomer hielden ze zich de hele dag op in de stroom met bubbels die vanuit de filter in de vijver uitkomt.

Conclusie
Door daarvoor geschikte “wilde” vissen zoals barbeel in eveneens geschikte tuinvijver te zetten, kun je veel leren over hun gedrag. Afhankelijk van de rest van de vissen in je vijver, worden ze echter steeds minder wild en uiteindelijk hou je vissen over, die zich helemaal aan de nieuwe situatie hebben aangepast. Dit is ook weer een leermoment: in de natuur zullen vissen dit ook doen. Dit verklaart het verschil in gedrag van exemplaren van eenzelfde soort in verschillende soorten wateren (diep-ondiep, stromend-stilstaand). Jos is in elk geval blij met zijn ‘barbies’, en zal waarschijnlijk een van de enigen in Nederland zijn met barbelen van inmiddels bijna 60 cm in zijn achtertuin!