15 vragen aan Wereldkampioen Eric Goossens


Joop Folkers maakte onderstaande openhartige interview met de kersverse Nederlands- en Wereldkampioen  bootvissen 2007; Eric Goossens

            15 vragen aan Nederlands- én Wereldkampioen bootvissen 2007


 Al jaren is Eric Goossens het boegbeeld van het Spro-Gamakatsu zoutwaterteam. Samen met o.a. zijn eveneens prominente maatjes Jan Hennekam en Remi
Lindhout heeft hij in de loop der jaren een zoutwater team weten neer te zetten dat veel respect afdwingt langs onze en andere zoutwaterkusten.

Het gaat denk ik in eerste instantie niet eens zo zeer om de unieke resultaten die deze mannen de afgelopen jaren hebben weten te behalen,  maar meer om het feit dat het stuk voor stuk allemaal gewone jongens zonder capsones zijn gebleven.

Zelf heb ik ruim 15 jaar met de naselectie kust meegedraaid en heel wat uurtjes met Eric en zijn maatjes aan het water vertoefd. Gewoon fijne kerels die nauwelijks geheimen hebben. Sterker nog als je een vraag hebt, dan kun je altijd bij de mannen terecht en wordt er niet om heen gedraaid, maar een klip en klaar antwoord gegeven. Mede daardaar is Eric een graag gezien persoon in het wedstrijdcircuit.
 
Eind jaren 80 begin jaren 90 werden zeeviswedstrijden steeds populairder. Er ontstond een ware revolutie qua hengels en molens.De eens zo populaire 4 meter
hengels verdwenen van het toneel en werden vervangen door 4,5 meter stokken die op hun beurt weer het onderspit moesten delven voor de 5 meter uitvoeringen.Eric had in deze ontwikkeling een hele dikke vinger in de pap en bracht o.a. onder zijn eigen naam een fantastische hengel op de markt.


Eric tijdens de huldiging na het behalen van zijn wereldtitel
 
 
Vraag -1-
Hoe ben je in de wedstrijdvisserij terecht gekomen?


Eric:
Het was echt geen toeval want ik viste al vanaf mijn 8e jaar samen met mijn opa,  toen ik op mijn 13e jaar kennis maakte met Wil Franken. Een
fantastische,fanatieke wedstrijdvisser die me vrijwel ieder weekend mee nam naar een wedstrijd.Andere hobby’s had ik niet dus kon ik ieder vrij uurtje besteden aan mijn grote passie,”het zeevissen”.
 
 
Vraag -2-
Je hebt eigenlijk alles al gewonnen wat er te winnen valt, desondanks vis je vrijwel iedere week weer wedstrijden. Wat is er nu zo boeiend aan die
wedstrijdvisserij?
 
Eric:
Ik ben behoorlijk fanatiek en hou gewoon van het wedstrijd element. Gewoon lekker vissen in competitie verband, zodat je jezelf kunt meten met andere vissers.
Zag ik andere vissers meer vangen,  dan was ik er ook destijds al als de kippen bij om te kijken wat voor onderlijnen zij gebruikten etc. Kijk als je alleen naar de waterkant trekt vervalt dat en heb je geen competitie en dat vind ik gewoon een beetje saai.
 

Vraag -3-
In het begin van je toch wel “onstuimige”carriére viste je vrijwel uitsluitend vanaf de kant terwijl je tegenwoordig meer gefocust bent op de bootvisserij. Wat is
hiervan de reden?
 
Eric:
Dat ik echt helemaal gefocust ben op de bootvisserij is niet helemaal waar. Oké, ik vind het prachtig,  zeker omdat je tegenwoordig vanaf een boot in de regel
véél meer vis kunt vangen dan vanaf de kant. Ik vind dat kantvissers met een berg ervaring een groot voordeel hebben als ze overschakelen op de bootvisserij.Tel daarbij op dat de vangsten tijdens kantwedstrijden steeds verder terug lopen dan betekent dat dat de geluksfactor om een wedstrijd te kunnen winnen beduidend groter is.


Vraag -4-
Ondanks het feit dat je een drukke baan hebt, weet ik dat je altijd uitsluitend zelf gestoken aas gebruikt. Steek je nog steeds zelf je pieren en slikken of koop je
deze gewoon in de winkel?
Geef eens een paar praktische tips voor de beginnende zeevissers.

 
Eric:
Ik steek inderdaad nog steeds zelf mijn aas. Wel moet ik zeggen dat ik het steken van slikzagers heb opgegeven omdat dit A:zeer arbeidsintensief is en B:je
tegenwoordig fantastische (verse)slikzagers in de winkel kunt kopen.Zeepieren en witjes steek ik nog wel zelf. Voordeel vind ik dat je kunt gaan voor het juiste aas. Zo heb je tijdens de ene wedstrijd kleine (zwarte) piertjes nodig terwijl je op een ander parcours juist weer de beste kans maakt met grote (rode) pieren. Wat ik niet nodig heb laat ik gewoon liggen voor de vogels.

Als je van plan bent zelf je aas te gaan steken is het belangrijk dat je in je getijdetabel kijkt wanneer het water afgaat. De beste steekvakken komen normaliter vrij tijdens het lage water. Houd je wel goed aan de aangegeven steekvakken. Die vind je in je vergunning,de bekeuringen zijn bij overtreding niet mis!
 
 
Vraag -5-
Wat zijn je favoriete boothengels? Denk hierbij dan aan de lengte-werpgewicht –slap of juist een strakke stok. Is iedere hengel voor iedereen geschikt verschilt
dit per persoon?
 
Eric:
Mijn favoriete boothengel is een hengel met een gevoelige top.Voordeel hiervan is dat  ieder stootje direct wordt registreert, een héél belangrijk gegeven, zeker
als je op snelheid moet/wil vissen.Vanaf de kleine boot (6 vissers) kies een hengel met een maximale lengte van 3 meter.Vanaf een kotter varieert mijn favoriete lengte van 3.60 mtr. tot 4 mtr. Voor een bootvisser is eigenlijk iedere hengel bruikbaar. Je moet natuurlijk even weten hoe je moet werpen, maar na een aantal worpen gaat dat normaal gesproken goed. Voor de kantvisserij ligt dit toch wel even anders. Hier moet men bij aanschaf van een hengel wel degelijk rekening houden met het postuur (kracht) van de visser.Voor de één is een 5 meter hengel geschikt terwijl een kleiner persoon met een 4.50mtr hengel dezelfde afstand weet te bereiken.
 

Vraag -6-

Je had het kunnen verwachten.Wat zijn je favoriete kant hengels. Je hebt ooit nog zelf hengels ontworpen.  Vis je nog steeds met dit soort hengels of is alles
verandert qua lengte etc.
 
Eric:
Neen,dit is is in de loop der jaren eigenlijk nog steeds niet veranderd ,ik vis nog steeds met 5 meter hengels.Ik heb wat testen gedaan met 6 meter stokken
maar die zijn me niet echt bevallen.We zijn met ons team altijd weer op zoek naar nieuwe mogelijkheden en uitdagingen. Kwalitatief hebben we de top nog lang niet bereikt omdat er steeds weer nieuwe carbonsoorten worden geintroduceerd.
 

Vraag -7-
Welke molens adviseer je een beginnende wedstrijd visser? Snelle molens(hoge inhaal capaciteit) of kies je juist voor een molen met een lage inhaalsnelheid.
Ligt dit verschillend voor de boot- en/of kantvisserij en zoja, waarom?
 
Eric:
Dat molengebeuren is altijd weer een apart verhaal. Vissend vanaf de kant hebben we in de regel te maken met vele obstakels als stenen en kleiranden. Dit
vraagt om een molen met een hoge inhaalsnelheid, want het is zaak om je vis zo snel mogelijk over die obstakels te kunnen loodsen. Vanaf de boot ligt dit anders omdat je hier nauwelijks te maken hebt met obstakels. Daarbij komt dat de vis over het algemeen groter is dan vanaf de kant. Rustig binnen draaien is hier dan ook een pré, dus een molen met een trage inhaalcapaciteit is hier beter op zijn plaats.


 

Vraag -8-
Je hebt in je leven al heel wat onderlijnen geknoopt.Toch weet ik uit ervaring dat je slechts een aantal favoriete toponderlijnen hebt.Zou je dit geheim met onze
lezers willen delen en enkele onderlijnen kort willen beschrijven voor zowel de boot als de kantvisserij?
 
Eric:
Ja dat onderlijnen verhaal is en blijft altijd weer boeiend.Tijdens mijn laatste WK viste ik met 2 verschillende onderlijnen. Op die momenten dat er een flinke
getijdestroom liep gebruikte ik onderlijnen met stalen afhouders.Voordeel van deze stalen afhouders is dat ze zwaarder zijn dan de gebruikelijke bezemafhouders waardoor je ze goed “plat”tegen de bodem aan kunt bieden en dus je een optimale aasaanbieding creeërt.
Op het moment dat er een gematigde getijdestroom loopt maak ik gebruik van een onderlijn met bezemafhouders. Deze afhouders zijn middels een
roestvrijstalen (hoek-)veer zo geconstrueerd dat ze precies haaks op de lijn blijven staan en dus ook weer garant staan voor een perfecte aasaanbieding. Ik vis vrijwel nooit met zgn. dwarrellijnen omdat deze (zeker bij een felle getijdestroom)meestal om je hoofdlijn draaien waardoor het effect van je aasaanbieding wordt gereduceerd tot nul. 
 
 
Vraag -9-
De bootvisserij vraagt uiteraard weer om een andere aanpak dan de kantvisserij. Zo ook de te gebruiken haaksoorten.Welke haken kunnen we het beste
gebruiken vanaf de kant en welke vanaf de boot?

Eric:
Vanaf de kant gebruik ik de Gamakatsu LS 5013F serie in de nummers 10 t/m 2. Een chemisch geslepen haak waarmee je ook hele zware vissen kunt landen.
Het is een vrij “zachte”haak die voldoet aan alle eisen.
Vanaf de boot ga ik voor een zwaardere haak.Uiteraard kies ik ook nu weer een haak uit de uitgebreide Gamakatsu serie, maar dan in de nummers 4 t/m 2/0.

De kleinste haken gebruik op die dagen dat er véél schar en wijting aanwezig is. Op die dagen dat we ook gul kunnen verwachten kies ik in principe voor de 1/0 en 2/0 uitvoering. Net even een iets bredere bocht en gemaakt van een dikkere dus sterkere staaldikte.

 
Vraag -10-
Dyneema lijnen zijn tegenwoordig zeker voor de bootvisserij vrijwel niet meer weg te denken.Wat adviseer jij onze beginnende wedstrijd vissers. Dyneema of
juist gewone nylon hoofdlijnen? En waarom.
 
Eric:
Ja,dat klopt.Dyneema is een echte super uitvinding. Toch heeft het zowel zijn voor- als nadelen.Voordelen zijn dat je er verder mee kunt werpen omdat het altijd
en dunnere diameter(minder weerstand) heeft dan een nylon lijn. Mede hierdoor vangt een dyneema lijn minder stroom dus kun je relatief lichter vissen. Maar toch adviseer ik zeker voor beginnende zeevissers om te starten met een gewone mono(nylon) hoofdlijn. Ik geef toe dat je een mindere beetregistratie hebt maar dat kan je op bepaalde dagen ook zondermeer véél vis schelen. Logisch want die rekloze dyneema lijnen zorgen voor een directe beetregistratie.Gevaar hiervan is dat je geneigd bent te snel te gaan draaien waardoor de kans op het verspelen van je vis groter is.
 

Vraag -11-
Verre worpen zijn zowel voor de boot- als kantvisserij vaak van doorslaggevend belang.Geef eens een tip hoe je ver kunt werpen.En waarom moet je vanaf de
boot ook ver werpen want je ligt uiteindelijk al verder op zee?
 
Eric:
Ook hier geldt dat praktijk de beste leermeester is. Ver werpen leer je door veel oefening.Alles valt of staat al bij de aanschaf van een hengel.Ga voor een hengel
die echt bij je past. Koop geen hengel van 5 meter als hem niet kunt mannen. Neem een hengel mee naar buiten en maak eens wat “droge worpen”. Op die manier weet je wat je met een hengel kan of juist niet! Ook het gewicht van de molen is van belang. Heb je de juiste combinatie gevonden dan is het dus een kwestie van oefenen. Er zijn vele manieren om te werpen. Zelf zweer ik bij de zgn. overhead worp. Ja ik vind het van groot belang,dat je je aas zover mogelijk van de boot aan kunt bieden. Dit heeft mede te maken met het geluid van de agregaten die de hele dag staan te bulderen wat (althans volgens mijn visie) een negatief effect op het gedrag van de vis kan hebben. 


 
 
Vraag -12-
De bootvisserij vraagt om een andere aanpak omdat je zo ver op zee vaak te maken hebt met sterke stromingen. Moet je je loodgewicht & onderlijnen daar aan
aanpassen of maakt dat niets uit?
 
Eric:
Het is van groot belang dat je het te gebruiken loodgewicht afstemt op de getijdestroming. Deze stroming verschilt dagelijks. Op die dagen dat je naar een
springtij toe vist, hebben we te maken met een veel fellere getijdestroom dan wanneer we naar een doodtij periode toevissen. Je maakt de beste vangkansen als je je onderlijn goed plat tegen de bodem aan kunt bieden. Gebruik je een te licht loodgewicht,dan is de kans groot dat het hele spul aan de “wandel” gaat waardoor je vangkansen sterk afnemen.

Ik heb bij vraag 8 al even aangegeven welke onderlijnen ik graag gebruik. Staal op die dagen dat er een felle getijdestroom loopt en bezemafhouders als het minder hard stroomt. De loodgewichten die ik gebruik pas ik uiteraard ook aan aan de stroming. Bij weinig tij vis ik meestal met een loodgewicht van 175 gram en dit voer ik soms op tot 250 gram. Héél belangrijk is dat je voor lood kiest met dikke, stevige ankers (liefst roestvrij stalen draadeinden),dus niet van die korte friemel ankertjes want die pakken gegarandeert niet in de rulle zandbodem. Je hebt ook van die dagen dat het nauwelijks stroomt(dood tij) dan is het soms raadzaam om een andere techniek te gebruiken. Denk dan aan een rollood(je). De naam zegt het al het loodje verplaatst zich langzaam over de bodem,waardoor je automatisch een groter gebied afvist en dus je vangkansen vergroot.

Even een kleine tip.Vis verplaatst zich in de regel altijd tegen de stroomrichting in.Het is daarom dan ook belangrijk dat je aas plat tegen de bodem aanbiedt.Werp daarom altijd zover mogelijk stroomopwaarts(uptide) en geef je lood de tijd om naar de bodem te zakken. Laat je lijn dus gewoon lopen totdat je lood de bodem heeft bereikt.Geef daarna nog een paar meter lijn. Door de druk van de getijdestroom ontstaat er een kleine bocht in je lijn waardoor je onderlijn goed plat op de bodem blijft liggen.
 
 
 
Vraag -13-
Gebruik je ook rijgnaalden of zet je je zeepieren en slikken zo op de haak.Wat is het voordeel van rijgnaalden?

 
Eric:
Ik ben ervan overtuigd dat je veel sneller en efficienter kunt werken met rijgnaalden. Je aas blijft in een veel betere conditie en je kunt vooruitwerken door een
aantal naalden te vullen en klaar te leggen.Vooral zeepieren bezitten nogal wat sappen (vandaar de naam leeglopers) die bij het gebruik van rijgnaalden beter bewaard blijven.
 
 
Vraag-14-
Wat zijn je favoriete aassoorten.(Slikken-witjes-donkere zeepieren (groot of juist klein)stukjes makreel of inktvis of vis je graag met een cocktailtje van
verschillende aassoorten?
 
Eric:
Ik heb de meeste aassoorten eigenlijk altijd wel bij me.De aassoorten ik op een bepaald moment gebruik zijn sterk afhankelijk van de vissoorten die ik op een
bepaalde stek verwacht. Mijn favoriete aas vanaf de kant zijn slikzagertjes. In de meeste gevallen vis ik met cocktailtjes.Een (zwart) piertje met een witje op de punt heeft mijn voorkeur als er wijting onder de kant voorkomt.Een aantal grove slikken met een witte zijn favoriet als ik op bot vis.
 

Vraag -15-
Hebje nog wat laatste belangrijke tips voor beginnende wedstrijdvissers.

Eric:
Ik blijf erbij dat je zoveel mogelijk ervaring op moet doen.
Vis gewoon zoveel mogelijk wedstrijden mee en houdt je oren en ogen goed open.

Schaam je niet en
loop eens naar de bekende vissers toe en vraag ze gewoon wat je ze wilt vragen.Het zijn ook gewone jongens, die het zelf ook allemaal hebben moeten leren.

Let daarbij eens op de onderlijnen die ze gebruiken.(kijk eens naar kraaltjes/speciale warteltjes etc.) Juist die kleine details kunnen héél belangrijk zijn bij het wél of juist niet vangen.

Let tijdens wedstrijden ook goed op of men ver of juist dicht onder de kant vist.Ga er dus niet standaard vanuit dat je je vis altijd ver
moet halen!

Lees regelmatig de gespecialiseerde artikelen op internet en de visbladen. Zeehengelsport b.v. staat altijd weer bol van interessante informatie omtrent onderlijnen etc.

Veel succes en misschien ontmoeten we elkaar nog wel eens langs de waterkant of op de boot!